Brodiaea is familie van de Asparagaceae
Bloeiperiode: juli – augustus Bloeihoogte: 20 - 80 cm Plantdiepte: 5 – 10 Plantafstand: 5 - 10
Bloemkleur: van blauw tot paars, roze en wit
Toepassingen: rotstuinen, bloembedden, bloemsierkunst, borders, potterie
NAAM EN HERKOMST BRODIAEA
Brodiaea is een geslacht met 17 soorten dat in het wild voorkomt in het westen van Noord-Amerika, geografisch gespreid van Vancouver, B.C. tot Baja California. De bloeitijd van de Californische soorten is sterk afhankelijk van de hoeveelheid vocht in het voorjaar. De knollen van sommige soorten werden door de inheemse Amerikanen gegeten. Onder Brodiaea worden een aantal geslachten gerekend als bijvoorbeeld Triteleia, Milla, Calliprora (is synoniem van Triteleia) en Hesperoscordum (is synoniem van Triteleia). De oudste geslachtsnaam van de groep is Hookera, maar Brodiaea is de naam die vastgesteld is door de nomina conservanda (Nomen conservandum meervoud: nomina conservanda) is een term uit de taxonomie die wordt gebruikt om aan te geven dat een naam speciale bescherming geniet. Het betreft in zo'n geval een ingeburgerde naam, waarvan achteraf blijkt dat ze toch niet gebruikt mag worden, bijvoorbeeld omdat een eerdere beschrijving met een andere naam (synoniem) prioriteit blijkt te hebben of omdat de naam al eerder voor een andere soort gebruikt werd (er bestaat dan dus een homoniem). De te behouden naam is het nomen conservandum (conservandum betekent: "te behouden" of te conserveren., omdat deze naam al 50 jaar in gebruik en gepubliceerd was).
Archibald Menzies, een botanicus, ontdekte de Brodiaea tijdens een expeditie naar de Straat van Georgia in 1792, maar gaf haar om de een of andere reden geen naam. Wat volgt is een hoop gekibbel tussen botanici die over elkaar heen vallen om de plant naar een van hun maten te noemen. Uiteindelijk is ze vernoemd naar James Brodie, een Schotse botanist en groot algenkenner, 1774-1824.
Ze is nauw verwant met Dichelostemma en Triteleia. Brodiaea onderscheidt zich van Dichelostemma door een bloeistengel die doorgaans recht is en niet gebogen of gedraaid, een scherm dat meestal open is en niet dicht, en de aanwezigheid van drie steriele meeldraden (staminoden) in plaats van aanhangsels die kroonvormig zijn en een buis vormen buiten de helmknoppen. Ze onderscheidt zich van Triteleia door de aanwezigheid van slechts drie vruchtbare meeldraden in plaats van zes. Dit geslacht is in het verleden tot veel verschillende families gerekend (Amaryllidaceae, Liliaceae, Alliaceae). Recent werk (2001) stelt voor om het in een nieuwe familie te plaatsen, Themidaceae, waartoe andere Californische geslachten (Androstephium, Bloomeria, Dichelostemma en Triteleia) en enkele Mexicaanse geslachten met knollen behoren. Nog recenter werk stelt voor de voorgestelde uitbreiding van Asparagaceae in een tak met Hyacinthaceae te plaatsen. Dit geslacht behoort tot de familie der Liliaceae, Asparagaceae of Themidaceae, afhankelijk van welke taxonomen je aanhangt.
KLEUREN EN VORMEN BRODIAEA
Ze heeft, zoals hierboven vermeld, een meestal rechte bloeistengel, een open scherm, drie steriele meeldraden (staminodiën) en drie vruchtbare meeldraden in plaats van zes. De geurende bloemen staan in een tros van blauw tot paars en soms roze. De bloei duurt lang dus is ze goed bruikbaar als snijbloem.
BRODIAEA KOPEN
Koop in het najaar stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmeld zijn of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
BRODIAEA PLANTEN
Plant haar in het najaar op een zonnige plaats in goed gedraineerde of waterdoorlatende, voedselrijke of humusrijke grond. Vermeng bij zware grondsoorten de grond met zand of grind zodat de bollen niet rotten in te vochtige grond. Gedeeltelijke zon wordt getolereerd, maar in de schaduw is de bloei beperkt. Ze is niet winterhard. Bescherm de knollen met een laag stro, takken of mulch om ze tegen de vorst te beschermen. Meer planttips.
VERZORGING BRODIAEA
Ze heeft weinig tot geen zorg nodig. Geef na het planten direct water zodat de knollen wortels kunnen aanmaken. Laat de aarde niet verdrogen, dus geef regelmatig water. Verwijder onkruid met een schoffel, maar let erop dat de knollen niet beschadigen. Verwijder na de bloei de uitgebloeide bloemen en laat de bladeren afsterven. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING BRODIAEA
Ze vermeerdert zich via broedknollen. Graaf in de herfst de knollen op en deel ze. Bewaar de knollen in een droge ruimte en plant ze in het voorjaar. Vermeerdering uit zaad is ook mogelijk. Ze bloeit dan pas na 2 tot 3 jaar. Meer vermeerderingstips.
BRODIAEA OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
Vooral in rotspartijen komt de Brodiaea mooi uit vooral in combinatie met zachte planten als varens, Heuchera, akelei, Calochortus luteus, Asclepias fascicularis of vestita, Castilleja exserta, Clarkia purpurea of unguiculata, Collinsia heterphylla, Delphinium variegatum, Eschscholzia californica, Gilia tricolor en Lupine.
BLOEMSIERKUNST BRODIAEA
Tips om lang van de bloemen te genieten:
- Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid. Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding. Een klein beetje bleekwater in het water helpt bacteriegroei te beheersen en het water helder te houden.
- Twee eetlepels suiker, appelazijn of een cent in de vaas houden de bloemen langer vers.
- Snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad.
- Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit.
- Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
CULTIVARS BRODIAEA
Soorten met een * zijn te koop in Nederland.
Brodiaea appendiculata: komt voor in valleigraslanden, open bossen, kiezelhoudende kleigrond van de San Francisco Bay regio tot de Sierra Nevada uitlopers van Californië. Deze soort bloeit van april-mei met violet paarse bloemen en wordt 43 cm hoog.
Brodiaea californica*: (uit Californië) groeit in lichte bossen en open weiden in Noord-Californië. Ze bloeit van mei tot juli, wordt 20 – 70 cm hoog en is variabel van kleur van wit tot lavendel en soms roze met lange, geleidelijk uitlopende bloemblaadjes en korte afgeronde buisjes en lijnvormige witte golvende staminodia (steriele meeldraad meestal vervormd zonder stuifmeel) die langer zijn dan de meeldraden (met stuifmeel) en er tegenaan staan. Ze kent 2 subspecies: leptandra en californica.
Brodiaea coronaria: (coronaria betekent kroon) komt voor in de heuvels van Noord- en Centraal-Californië, meestal in weiden, vaak op kleiige, grindhoudende alkalische grond en strekt zich uit naar het noorden tot Oregon en Washington en het zuiden van British Columbia. De bloemen zijn blauwviolet, blauwpaars, roze-paars of roze en bloeit van mei tot juli. De bloemen worden 5 tot 25 cm groot en hebben een klokvormige buis die naar boven ombuigt met witte tot paarse hoornachtige meeldraden die naar binnen leunen maar niet aanliggen rond de vruchtbare meeldraden. Ze kent 2 subspecies: coronaria en rosea.
Brodiaea elegans: (sierlijk, fijn) komt voor in weiden en open bossen, meestal in het binnenland van Centraal-Californië noordwaarts tot zuidelijk Oregon. Ze heeft blauwpaarse tot violette bloemen in een trechtervormige buis en onderscheidt zich door witte puntige staminodia (steriele meeldraad meestal vervormd zonder stuifmeel) die tegen de bloemblaadjes staan en weg van de meeldraden. Ze bloeit van mei tot juli, vaak nadat de bladeren zijn verdord.
Brodiaea filifolia: is endemisch voor Californië en wordt als bedreigd beschouwd. Ze komt voor op kleigrond nabij voorjaarsplassen en grasland in Zuid-Californië. Ze bloeit van april tot juni en de rood paarse tot blauwe bloembuis is kort en urnvormig met de bloemblaadjes in een rechte hoek. Ze wordt gekenmerkt door 3 witte meeldraden die klein en smal driehoekig zijn.
Brodiaea insignis: is bekend van ongeveer twintig populaties in de stroomgebieden van de Tule en de Kaweah rivieren in Tulare county, Californië, die voorkomen in kleigrond op granietachtig substraat in valleigrasland en hellingbos. De bloemen zijn roze tot roze-paars, de bloemblaadjes spreiden zich uit en de plant wordt tot 25 cm hoog. Ze onderscheidt zich door witte staminodia (steriele meeldraad meestal vervormd zonder stuifmeel) die dicht bij de meeldraden staan en sterk ingerold zijn.
Brodiaea jolonensis: komt voor in graslanden en uitlopers van bossen in het midden en zuiden van de Coast Ranges tot het noorden van Baja California. Ze bloeit van april tot juni. Het is een korte soort, tot 15 cm groot, met violette bloesems en een urnvormige bloembuis met rechtopstaande violette meeldraden met licht ingerolde randen en paarse helmknoppen.
Brodiaea kinkiensis: (van de Tongba naam Kinki, voor San Clemente Island of van Kinkipar, een dorpje op dat eiland) is endemisch voor San Clemente Island, een van de Kanaaleilanden voor de kust van Zuid-Californië. Het inheemse Gabrielino-Tongva volk zou het eiland Kinki of Kinkipar hebben genoemd. Ze komt voor op kleigrond in grasland en is uiterst zeldzaam. De bloemen zijn paars of violet met een smalle klokvormige buis en spreidende lobben. De binnenste kelkbladen zijn rond en de staminodia staan rechtop met een spitse top en worden van de meeldraden weggehouden. Ze bloeit in mei-juni en is zeer kort, tot 2,5 cm.
Brodiaea matsonii: is een zeer zeldzame soort uit Californië. Heeft 6 tot 8 kleine roze bloemen op stengels van 10-25 cm. Ze groeit in spleten in het gesteente langs een intermitterende beek in een uitloperbos. Bloeit meestal in juni.
Brodiaea minor: is endemisch in Californië en komt voor op kleiige grindgrond in graslanden en bossen in de hete uitlopers van de Sacramento-vallei. De bloemen zijn licht blauwachtig tot lila met smalle bloemblaadjes en de buis is net onder de bloemblaadjes ingeknepen. De meeldraden zijn rechtopstaand, wit, dicht bij de meeldraden gehouden, ingerold met een ingekerfde top. Ze bloeit van maart tot april.
Brodiaea nana: komt voor in lente bij poelen en moerassen in de hete uitlopers van de Sacramento vallei op een hoogte van 10-410 m. De bloemen zijn violet met smalle bloemblaadjes en de buis is net onder de bloemblaadjes ingesneden. De staminodia zijn rechtopstaand, wit, dicht tegen de meeldraden aanliggend, met een 1/2 ingerolde rand en een ingekerfde top. Ze bloeit van april tot mei.
Brodiaea orcuttii: is een zeer zeldzame soort en groeit in kleigrond op serpentijnsubstraat in weiden en lentepoelen en beekhabitats in Riverside en San Diego counties tot Baja California. De rood paarse tot blauwe bloemen bloeien van april-juli.
Brodiaea pallida: is een inheemse Californische soort, die als zeldzaam en bedreigd wordt beschouwd en wordt aangetroffen in serpentijn substraat in oeverhabitats nabij Chinese Camp, Tuolumne County. De bloemen zijn lichtpaars of lila, soms met een wit hart en de buis is urnvormig. De meeldraden zijn rechtopstaand, wit, en worden dicht bij de meeldraden gehouden met ingerolde marges en diep ingekeepte toppen.
Brodiaea santarosae: komt voor op basaltgronden in het zuidwesten van Riverside County en een deel van San Diego County, Californië op een hoogte van 580-1045 m. Het is een zeldzame en bedreigde soort. Ze wordt 9-36 cm hoog en heeft violette bloemen met witte tot lavendelkleurige smalle of kleine meeldraden die spits toelopen naar de top. Bloeit mei tot juni.
Brodiaea sierrae: is een diploïde soort uit de uitlopers van de Sierra Nevada in Californië, waar ze groeit in chaparral, cismontane bossen en lagere montane conferische bossen, vaak op serpentijnachtige bodems tussen 50 en 980 m. Ze wordt 20 tot 80 cm groot en heeft violet opgaande bloemen met teruggebogen toppen en bloeit van mei tot augustus. De staminodiën zijn gelijkmatig breed en alleen aan de top teruggebogen, met hele randen 1/4 ingerold.
Brodiaea stellaris: is een lage groeier en komt voor op serpentinehellingen in de middelste Coast Ranges van Sonoma County tot Humboldt County. Ze heeft blauwpaarse bloemen met brede, stompe, witte meeldraden en kleine aanhangsels achter de helmknoppen en bloeit mei-juli.
Brodiaea terrestris: is een kustprairieplant met stengels die half onder de grond begraven lijken te zijn. Ze groeit van Californië tot Oregon. De bloemen zijn lichtblauw tot blauwviolet met een driehoekige buis. De schuine meeldraden zijn wit tot violet, naar binnen gericht, maar worden van de meeldraden weggehouden. Ze bloeit van april tot juni, afhankelijk van de plaats. Er zijn twee ondersoorten: ssp. kernensis die groter kan zijn (2 tot 20 cm) met grotere bloemen, violette (soms witte) meeldraden en een groene eierstok. De helmknopuiteinden zijn rechtopstaand tot gebogen, meestal zonder een getande lob in de inkeping. Ssp. terrestris is de kortste ondersoort (0,5 tot 7 cm). Ze heeft witte tot lichtpaarse meeldraden en helmknoppen met gebogen uiteinden en een getande lob in de inkeping.