Dichelostemma is familie van de Asparagaceae
Bloeiperiode: mei – juli
Bloemkleur: lavendel, violet, wit, paarsroze
Plantdiepte: 10 - 12 cm - Plantafstand: 10 - 15 cm - Planthoogte: 30 - 90 cm
Toepassingen: borders, bloembedden, potterie, bloemsierkunst
NAAM EN HERKOMST DICHELOSTEMMA
Er zijn 6 soorten erkend die oorspronkelijk uit West-Amerika komen, vooral uit Californië, Utah tot Oregon en zuidelijk Washington. Ze is verwant aan de Brodiaea en Triteleia. Ze onderscheidt zich van Brodiaea door een bloeiende stengel die over het algemeen gebogen of gedraaid is (niet recht), een bloemscherm dat dicht en niet open is, en waarbij sommige soorten kroonachtige filamenten hebben die een buis vormen buiten de helmknoppen. Ze onderscheidt zich van Triteleia door het dichte bloemscherm in plaats van een open en het hebben van 3 meeldraden in plaats van 6 (uitzondering is Dichelostemma capitatum die er zes kan hebben) en filamenten die kroonachtig zijn en een buis vormen buiten de helmknoppen.
In het Grieks betekent dicha gespleten, dichelos twee-wig en stemma slinger/kroon, een verwijzing naar de gesplitste meeldraden: gevorkte meeldraden en naar de slingervormige bloemen aan lange stengels.
KLEUREN EN VORMEN DICHELOSTEMMA
Ze bloeit in een tros of scherm met bel of buisvormige bloemen in lavendel, violet, wit of paars-roze.
DICHELOSTEMMA KOPEN
Koop in het najaar stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmeld zijn of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips. Meer kooptips.
DICHELOSTEMMA PLANTEN
Plant haar in september/november op een zonnige tot lichte schaduwplek in losse, voedselrijke, goed doorlatende grond. Ze kan ook prima in een pot worden geplant. Zorg voor verse potgrond en bewaar de pot vorstvrij. Meer planttips.
VERZORING DICHELOSTEMMA
Geef na het planten voldoende water en ook tijdens droge perioden, in groeiperiode (lente) niet te veel water. Bemesten na de bloei geeft een rijkere bloei het volgende jaar. Verwijder uitgebloeide bloemstengels en het blad pas als het geel is. Ze is matig winterhard, dus dek haar goed af in de winter. Is ze in een pot geplant, zet die dan binnen op een koele plaats. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING DICHELOSTEMMA
Ze vermeerdert door zaad en klisters (kleine knollen die rond de knollen groeien). Deze in de herfst verwijderen en opnieuw planten. Het kan 2 tot 3 jaar duren voordat deze gaan bloeien. Het zaad zaaien in de herfst en continu water geven. Na een koude periode begint het zaad in januari te ontkiemen. Meer vermeerderingstips.
DICHELOSTEMMA CULINAIR
De knollen van Dichelostemma capitatum werden door Indianen en dieren gegeten. Ze bevatten veel zetmeel.
OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
In de tuin combineert ze mooi met Geranium, Nepeta, Alchemilla, Papaver, siergrassen en Achillea.
DICHELOSTEMMA BLOEMSIERKUNST
Ze is een sterke snijbloem. Met deze tips geniet je langer:
- Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid. Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding;
- Snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad;
- Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit;
- Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
CULTIVARS DICHELOSTEMMA
Soorten gemarkeerd met * zijn te koop in Nederland.
Dichelostemma capitatum: (betekent knopjes of hoofdjes) is in Amerika bekend als de Blue Dicks. Ze groeit in Californië van de kust tot aan de uitlopers en zelfs tot in de woestijnen over in Oregon en Baja California. De bloemstengels verschijnen van maart tot mei, met paraplu-achtige bloemtrossen. De klokvormige bloemen zijn meestal lavendel tot violet, af en toe wit of paars-roze en hebben, in tegenstelling tot de andere soorten in dit geslacht, 6 meeldraden. De bloembuis is niet vernauwd onder de lobben en de filamentkroon is gevorkt.
Dichelostemma congestum*: (betekent gekroond, zeer nauw bij elkaar) groeit in weiden en open bossen van centraal Californië die zich ten noorden van Californië uitstrekken tot Canada en soms in de uitlopers van de noordelijke Sierra. Ze bloeit van april tot juni met dichte, veelbloemige trossen variërend van blauwachtig paars tot roze. De bloeiende buis is aan de bovenkant iets geknepen en de filamentkroon is gevorkt.
Dichelostemma ida-maia*: wordt in Nederland de vuurwerkbloem genoemd door de open schermen met verschillende hangende, lange buisvormige bloemen in karmozijnrood met een korte groene teruggeslagen tip. Ze groeit aan de randen van bossen, kustgraslanden en bergachtige regio's van het noorden van Mendocino County tot Oregon. Ze bloeit van mei tot juli en is de enige soort in het geslacht die door vogels wordt bestoven. Ze is vernoemd naar Ida May Burke toen haar vader Harrison Burke de bloemen liet zien aan Alphonso Wood in 1866.
Dichelostemma multiflorum: groeit in de centrale en noordelijke uitlopers van de Sierra, maar wordt ook gevonden in de North Coast gebieden en andere delen van Californië. Ze bloeit in mei en juni in veel bloemige bolvormige bloemschermen van lavendelroze tot violet. De filamentkroon is breed en rond, wit of lichtpaars en de buis is erg vernauwd bij de keel.
Dichelostemma venustum*: is ook bekend als Dichelostemma 'Pink Diamond' en is een kruising tussen Dichelostemma ida-maia en D. congestum of D. multiflorum waar het bereik van deze soorten elkaar overlapt. Ze bloeit in roze.
Dichelostemma volubile: groeit onder de struikeik en stuurt haar bloemen door de struiken heen door rond de takken te draaien totdat de bloemkop boven de grauwe struik verschijnt met een cluster van felroze bloemen. Ze wordt gevonden op rotsachtige hellingen, meestal in chaparral (laag groenblijvend eikenbos), in de uitlopers van de Sierra en langs de binnenste kustgebieden. Het is noodzakelijk om de bloeiwijze te voorzien van een tak of stok om op te klimmen.