Triteleia is familie van de Asparagaceae
Bloemkleur: blauw, violet, roze, wit, geel - Bloeiperiode: mei – juli
Plantdiepte: 5 - 10 cm - Plantafstand: 10 cm - Planthoogte: tot 50 cm
Toepassingen: bloembedden, borders, rotstuinen, als bodembedekkers en zelfs als snijbloem, potterie
NAAM EN HERKOMST TRITELEIA
Met de Triteleia is al veel geschoven wat de classificatie betreft: eens was het Brodiaea, toen Milla en nu dus Triteleia. De Triteleia komt oorspronkelijk uit West-Noord-Amerika en er zijn 15 tot 20 soorten bekend. Eén soort komt voor in Mexico. De soorten onderscheiden zich o.a. door de kleur, de grootte van de bloem, de vorm en de maat en de meeldraden. De knol is eetbaar en lijkt in smaak en gebruik op een aardappel. De Triteleia wordt ook wel Ithuriel’s speer genoemd, naar de engel uit het gedicht ‘Paradise Lost’ van John Milton. Het Griekse woord betekent ‘tri’ = drie en ‘teleios’ = volmaakt. Alle delen van de bloemen zijn in drieën te vinden.
KLEUREN EN VORMEN TRITELEIA
Ze heeft grasachtige bladeren en sierlijke kelkachtige bloemen (3 kelkblaadjes en 3 bloemblaadjes) in violet, blauw, wit, geel of roze in een open bloemscherm met veel bloemen.
TRITELEIA KOPEN
Koop stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen of verschrompeld zijn, beschimmelde of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
TRITELEIA PLANTEN
Plant de Triteleia direct in lichte, zandige maar vruchtbare en waterdoorlatende grond op een beschutte plaats in de zon. In de schaduw bloeien ze minder goed. Heeft u een vochtig terrein, vergeet het dan maar, ze is dan gevoelig voor bolrot. Na de bloei hebben de bollen droge grond nodig. In gebieden met natte zomers of koude winters is het daarom aan te bevelen ze in kuipen te kweken. Ze gedijen er uitstekend in en kunnen tegen regen en vorst worden beschermd. Plant ze in groepen voor een mooi effect in de border of bloemperken. Meer planttips.
VERZORGING TRITELEIA
In het voorjaar kan de winterbescherming verwijderd worden. Verrijk de grond rond de planten met compost en hoornmeel. Bij droog weer extra water geven tot de bloei. Verwijder na de bloei de uitgebloeide bloemen en laat de bladeren afsterven. Graaf de bollen op in een natte zomer en bewaar de bollen op een droge plaats of plant ze in een bak. Is het een droge zomer, dan kunnen de bollen blijven staan. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING TRITELEIA
Vermeerdering door zaad of via uitlopers in de herfst.Meer vermeerderingstips.
TRITELEIA OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
Door de bloei eind voorjaar/begin zomer, is de Triteleia een mooie blikvanger, wanneer andere gewassen zijn uitgebloeid of nog in knop staan. De alliumachtige schermen combineren prachtig met irissen. Maar perken met Stachys en witte en blauwe Vinca met sierklaver kunnen ook goed worden aangevuld door de Triteleia.
BLOEMSIERKUNST TRITELEIA
De bloemen staan aan lange stengels en kunnen dus ook als snijbloem worden gebruikt.
- gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid. Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding;
- snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad;
- zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit;
- zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
CULTIVARS TRITELEIA
T. bridgesii: wordt 10-50 cm hoog en heeft blauwe of licht purperen bloemen met een witachtige doorschijnende keel. De meeldraden hebben blauwe helmknoppen. Ze bloeit van april tot juni en is beschreven in 1888.
T. clementina: wordt 30-40 cm hoog, heeft licht blauwe bloemen in maart-april.
T. crocea: wordt 10-30 cm hoog, bloeit geel in mei-juni. Er zijn 2 subspecies: Triteleia crocea ssp. crocea die heldergeel bloeit en Triteleia crocea ssp. modesta met licht blauwe bloemen. De laatste soort komt alleen voor in de Trinity bergen van Californië.
T. dudleyi: wordt 10-30 cm hoog, bloeit lichtgeel met een vleug paars van juli-augustus. Het is een zeldzame soort die gevonden wordt in Tulare County.
T. grandiflora: bloeit in lichtblauw, bijna wit tot diepblauw. Er zijn 2 subspecies: Triteleia grandifora ssp. grandiflora die 70 cm hoog wordt en bloeit van april-juli en Triteleia grandiflora ssp. howellii die korter is en bloeit in diep violet van april-mei.
T. guadalupensis: dit is een zeldzame soort die groeit op het eiland Guadalupe. Ze bloeit in heldergeel met donkere aderen.
T. hendersonii: dit is een zeer zeldzaam soort. Ze bloeit in licht geel met donkerpaarse strepen in mei-juli. Er zijn 2 variëteiten: Triteleia hendersonii var. hendersonii met gele bloemen en Triteleia hendersonii var. Leachiae met witte bloemen.
T. hyacinthina*: wordt 10-40 cm hoog en heeft trechtervormige witte bloemen die groen gestreept zijn met crème of gele helmknoppen. Ze lijkt op een wilde hyacint en bloeit van maart-augustus. Ze is beschreven in 1833.
T. ixioides: wordt 50 cm hoog en heeft een schermvormige bloeiwijze met wel 30 heldergele bloemen die van buiten groen gestreept zijn. Ze bloeit van mei-augustus. De variëteit ‘Splendens’ bloeit lichtgeel met een groene streep in ieder bloemblad. Er zijn 4 soorten te onderscheiden: Triteleia ixioides ssp. anilina bloeit in donkergeel met paarse of bruine aderen, Triteliea ixioides ssp. cookii bloeit wit tot licht geel, Triteleia ixioides ssp. ixioides heldergeel en Triteleia ixioides ssp. scabra in crème geel.
T. laxa*: bloeit in april-juli met violetblauwe tot mauve-kleurige soms witte bloemen in dichte schermen en wordt 50 cm hoog. Is beschreven in 1832. De bekendste variëteit is ‘Koningin Fabiola’ die prachtig blauw bloeit.
T. lemmonae: heeft heldergele bloemen.
T. lilacina: heeft kleine lila bloemen en bloeit in april-mei.
T. lugens: bloeit van licht tot diep geel gestreept.
T. montana: heeft gele bloemen met bruine strepen aan de buitenkant die langzaam wit worden. Ze bloeit in juni-juli.
T. peduncularis*: wordt 80 cm hoog en bloeit porselein van wit naar roze in mei-juli en is beschreven in 1896.
T. tubergenii: is in 1978 gewonnen door de fa C.G. van Tubergen uit Haarlem door peduncularis x laxa te kruisen. Heeft grote schermen met lavendelblauwe bloemen die aan de buitenkant diep blauw gloeien.
De soorten met een * zijn te koop in Nederland.