Calochortus is familie van de Liliaceae
Populaire naam: Vlindertulp, Mariposa lelie
Bloemkleur: nuances wit, blauw, geel, purperoranje, rood, lavendel, roze - Bloeiperiode: mei – juli
Plantdiepte: 7,5 -10 cm - Plantafstand: 7,5 - 10 cm - Planthoogte: 10 - 50 cm
Toepassingen: borders, kuipplant, wilde tuin, rotstuin, potterie, bloemsierkunst
NAAM EN HERKOMST CALOCHORTUS
Er zijn 75 soorten bekend en de laatste jaren steeds meer gecultiveerde vormen. Oorspronkelijk komt ze voor in het westen van Noord-Amerika, Mexico en in het zuiden tot Guatemala. Ze heeft veel ’plaatselijke’ bijnamen, o.a.: ’Fairy Lantern’, ‘Sego lily’, ’Globe Lily’, ’Butterfly Tulip’, ’Star Tulip’, ‘Cat’s Ears’ en ’Mariposa Tulip’. In Nederland wordt ze ‘Vlindertulp’ genoemd. In het Spaans betekent Mariposa vlinder en Sego is een Shoshoneaans woord voor ‘eetbare knol’. De naam Calochortus komt uit het Grieks Kalos = mooi of sierlijk en chortos = gras, dus mooi gras, een verwijzing naar de grasachtige bladeren.
De eerste Calochortus, Calochortus elegans, werd op 17 mei 1806 gevonden door Meriwether Lews nabij wat nu Kamiah, Idaho is.
Tussen 1840 en 1851 werden in Utah de oogsten vernield door krekels. Het voedsel was schaars en veel mensen werden gedwongen de segonlelie te eten die hun leven redde. Uit dankbaarheid en vanwege zijn mooie bloemen werd de bloem in 1911 tot staatsbloem van Utah gekozen.
KLEUREN EN VORMEN CALOCHORTUS
In Noord-Amerika wordt ze gezien als de vervanger van de tulp, maar ze heeft vaak vertakte stengels. Een bol levert 5 tot 10 bloemen die na elkaar bloeien, zodat ze 4 tot 6 weken bloeit. Elke bloem heeft 3 smalle, puntige groene kelkblaadjes en 3 ronde bloemblaadjes. Ze bloeit in een verscheidenheid van kleuren in nuances wit, blauw, geel, purperoranje en ook rood. Er zijn soorten met rechte en met hangende bloemen of met gefranjerde bloembladen. De binnenkant van de bloembladen is vaak zeer harig. Deze haren (trichonen), vaak met nectariën (honingklier), worden gebruikt om de soorten te onderscheiden. De bloemblaadjes worden gekenmerkt door unieke, vaak felgekleurde klieren (een afscheidende cel of groep cellen op of binnen een plantenstructuur) waardoor de diverse soorten te onderscheiden zijn. De vruchten zijn capsules met 3 vleugels, het zaad is lichtbruin.
Ze wordt in verschillende secties en klassen verdeeld op basis van de groeiplaats en de vorm van de bloemen.
Sectie 1. Calochortus (was Eucalochortus)
Subsectie 1 Pulchelli, de ‘globe lilies’
Subsectie 2 Eleganti, de cats ears
Subsectie 3 Nudi, zuidelijke star tulips
Subsectie 4 Nitidi, noordelijke star tulips
Sectie 2. Mariposa
Subsectie 5 Venusti
Subsectie 6 Macrocarpi
Subsectie 7 Nuttalliani
Subsectie 8 Gunnisoniani
deze alle 4: klassieke mariposa, onderverdeeld door verschillende kenmerken, vooral door chromosoomaantallen
Sectie 3. Cyclobothra
Subsectie 9 Weediani : uit Californië
Subsectie 10 Ghiesbreghtiani : uit Mexico
Subsectie 11 Barbati : uit Mexico
Subsectie 12 Purpurea : uit Mexico
Mariposa-tulp: heeft grote, felgekleurde komvormige bloemen, vaak met ingewikkelde kleurmarkeringen en soms haren aan een rechte steel. Ze groeit in droge graslanden, open chaparral (laag groenblijvend eikenbos) en half woestijnen. Calochortus venustus is een voorbeeld.
Kattenoren (Pussy Ears of Cat’s Ears): heeft kleine bloemen in een spreidend bloemdek met zeer harige bloemblaadjes. Ze groeit in bergbossen. Calochortus tolmiei is een voorbeeld.
Toverlantaarn (Globe Tulips of Fairy Lanterns): heeft knikkende, gesloten, bolvormige bloemen en groeit in eiken of dichte bossen. Calochortus amabilis is een voorbeeld.
Stertulp (Star tulip): heeft kleine bloemen in een spreidend bloemdek, die op miniatuur Mariposa's lijken, hoewel ze meestal minder markeringen heeft. Ze groeit in natte weiden. Calochortus uniflorus is een voorbeeld.
CALOCHORTUS KOPEN
Koop in het najaar stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn. Deze bollen zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Let ook op de uitlopers, een klein, groen puntje is geen bezwaar. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
CALOCHORTUS PLANTEN
Plant de Calochortus niet te vroeg in de herfst in goed doorlatende grond op een zonnige beschermde plek. Veel soorten kunnen in Nederland beter in de kas of in potten worden geteeld omdat ze niet winterhard zijn. Bewaar de pot na de bloei droog en warm tot het volgende voorjaar. De toverlantaarns en kattenoren geven de voorkeur aan schaduw. Alle anderen geven de voorkeur aan halfschaduw, vooral als het onderste deel van de plant in de schaduw staat en het bovenste deel in de zon. Meer planttips.
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat (milde winters en zomers, hele jaar regen). De volgende Calochorti zijn geschikt voor dit klimaat: C. albus, C. amabilis, C. amoenus, C. pulchellus, C. monophyllus, C. tolmiei, C. umbellatus, C. uniflorus, C. catalinae, C. palmerae, C. splendens , C. venustus, C. superbus, C. vestae, C. luteus, C. simulans, C. clavatus, C. plummerae, C. weedii, C. obispoensis, C. fuscus, C. ghiesbreghtii, C. barbatus, C spatulatus, C. pringlei, C. cernuus, C. purpureus, C. hartwegii.
VERZORGING CALOCHORTUS
Geef tijdens het groeiseizoen tot april of mei wat mest en voeding. Stop met de voeding als het uiteinde van de bladeren geel worden. Ze kan niet tegen natte voeten dus zorg voor een goede drainage, ook als ze in een pot is geplant. Hou haar droog totdat ze in het voorjaar begint te groeien. Zodra ze is uitgebloeid geen water meer geven in de zomer en herfst. Dek haar in de winter af met mulch of takken. Veel soorten zijn niet winterhard, die kunnen beter voor de winter opgegraven worden. Laat de bol een weekje uitdrogen en leg hem dan in een papieren zak om op een donkere plaats bij een temperatuur van 15-21 C° te bewaren. Plant de bol weer in het vroege voorjaar zodra het gevaar op vorst is verdwenen en geef water tot het blad afsterft. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING CALOCHORTUS
Ze vermeerdert zich door broedbolletjes en zaad. Na de bloei deelt de bol zich en daardoor kan het voorkomen dat ze niet bloeit in het volgende jaar. Bij vermeerdering via zaad duurt het zeker 4 seizoenen voordat ze bloeit. In gebieden met koude winters wordt aanbevolen het zaad in het voorjaar te zaaien, zodat de zaailingen kunnen profiteren van licht en warmte. Meer vermeerderingstips.
CALOCHORTUS OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
In warme tot gematigde streken zijn deze bloemen een uitstekende aanvulling op de inheemse tuin, borders en vaste planten en als zomerse seizoen kleur. Ze combineert mooi met grassen, Penstemon, Eriogonum en sedum.
CALOCHORTUS BLOEMSIERKUNST
De lange stelen en de goede houdbaarheid maken Calochortus tot een bijzondere snijbloem. Ze maakt dan zelfs nog zaad aan. In Nederland wordt ze echter niet aangeboden als snijbloem.
CALOCHORTUS CULINAIR GEBRUIK
Inheemse Amerikanen noemden Calochortus "sego". Ze gebruikten het als voedsel, bij ceremonies en als een traditionele medicinale plant. Mormoonse kolonisten in Utah aten de bollen toen hun oogsten mislukten tijdens hun eerste winters in de Great Salt Lake Valley. Calochortus nuttallii wordt daarom mormonen tulp genoemd.
CALOCHORTUS GEBRUIK
De Mariposa lelie wordt gebruikt in 2 parfums: Anoranza van Phlur en Cubano Alegria van All Your Personal Aroma.
Enkele van de soorten worden gebruikt in bloesem remedies: een verfijnde natuur-geneeswijze, gemaakt van de bloesems van wilde of biologisch geteelde planten, bomen of struiken. De remedies worden gebruikt voor gemoedsgesteldheden of emoties die uit evenwicht zijn geraakt. Calochortus monoplyllus, de gele mormonentulp, wordt gebruikt voor gevoelige personen die niet weten waar hij/zij naar toe moet gaan. Het helpt om zich van gevoeligheden bewust te worden en om ze te ontwikkelen.
CULTIVARS CALOCHORTUS
Soorten met een * zijn te koop in Nederland.
Calochortus albus: (betekent wit) is een bolvormige tulpvorm die groeit in de bossen ten zuiden van San Francisco Bay, Californië en door de uitlopers van de Sierra Nevada. Ze bloeit in wit en roze.
Calochortus ambiguus: is ook bekend als de "Doubting Mariposa Lily" of "False Sego Lily". Ze groeit in Arizona, het uiterste zuidwesten van New Mexico en Sonora, Mexico op rotsachtige open hellingen in jeneverbes-, dennen- of eikenbossen, of in weiden, in kleigronden, op hoogtes van 1000-3300 m. Ze bloeit wit met licht lila streepjes.
Calochortus amoenus: groeit in de uitlopers van de centrale Sierra Nevada, van Madera tot Kern County, Californië op noord- en westelijke hellingen, vaak op steile wanden van rivierkloven. Ze is bekend als de Rosy Fairy Lantern en bloeit donkerroze.
Calochortus apiculatus: is ook bekend als "Three spot Mariposa Lily" en "Baker's Mariposa Lily (of Cat Ear)". Ze groeit in bergweiden van Glacier National Park (VS) en het aangrenzende Waterton National Park (Canada). Ze heeft witte bebaarde bloemblaadjes.
Calochortus argillosus: groeit op open gras kleigronden in Californië. Er zijn drie vormen. De noordelijke vorm heeft de meest uiteenlopende kleuren en bloembladmarkeringen. Vlekken zijn gestreept in steenrood, geel en roze. De bloemen zijn wit, vaak met een roze blos. De centrale vorm varieert van licht lavendel tot diep rijk paars met gekleurde bloembladen aan de voor- en achterkant. De zuidelijke vorm is een satijnachtig wit en met enkele donkerrode, paarse, vierkante of ronde vlekken.
Calochortus aureus: groeit in het zuidwesten van de Verenigde Staten op vlakten en hellingen, vaak tussen grassen in rode kleigronden op 750-2500 m. Ze heeft felgele bloemen met een roodbruine halve maan of driehoekige blos.
Calochortus balsensis: heeft vertakte stengels van 50-70 cm met 1 tot 4 knikkende bloemen die geel aan de binnenkant en roodachtig aan de buitenkant zijn. Ze groeit in de zomermaanden in de kustbergen van Guerrero en Oaxaca, Mexico.
Calochortus barbatus: groeit vrij wijd verspreid, variërend van zuidelijk Chihuahua tot centraal Mexico en Oaxaca op hoogtes tussen 2200-3100 m in open velden, bij struikgewas, Quercus-bos, Pinus-Quercus-bos en langs de weg. Ze bloeit in de zomer en haar naam is afgeleid van het Latijnse ‘barba’ = met weerhaken of met baard. Ze heeft rechtopstaande stengels met 2 of meer hangende gele bloemen.
Calochortus bruneaunis: heeft rechtopstaande stengel van 10-40 cm, meestal onvertakte met 1 tot 4 witte bloemen. Ze groeit in Idaho, Montana, Oregon, Nevada en Oost-Californië in hoge woestijnstruiken, dennen- en jeneverbessenbossen, op een hoogte van 700-3200 m.
Calochortus catalinae: groeit op met gras begroeide plaatsen aan de kust van Zuid-Californië tot Baja. De bloemen zijn groot, wit tot lila, meestal met een paarse vlek aan de basis van elk bloemblad.
Calochortus cernuus: ze heeft rechtopstaande, gladde stengels van 20-40 cm die soms vertakt zijn, met knikkende donkerpaarse bloemen op slanke steeltjes. Ze groeit alleen in de Sierra de Tepoxtlan (2000-2800 m) in de staat Morelos, Mexico.
Calochortus clavatus: (betekent knotsvormig) heeft bekervormige gouden bloemen, een vertakte stengel en groeit in Midden- en Zuid-Californië. Sommige hebben ongemarkeerde bloembladen, andere variëren van sterk gemarkeerd tot licht roodbruin. Helmknoppen kunnen kastanjebruin, lichtbruin, crème, licht lavendel of beige zijn. Er is een grote variëteit in de verschillende wilde populaties. Var. avius: is zeldzaam, bloeit geel en groeit in eiken dennenbossen in de provincies El Dorado en Amador. Var. clavatus: heeft zigzagstelen, diepgele bloemen, en donkerpaarse helmknoppen. Var. gracilis: groeit geel in het noorden van de provincie Los Angeles (San Gabriel Mountains). Var. pallidus: heeft zigzagstelen, licht gele bloemen en gele tot medium paarse helmknoppen. Var. recurvifolius: groeit in het kustgebied van San Luis Obispo, is een dwergvariant en heeft diepgele bloemen met interessante markeringen en donkerpaarse helmknoppen.
Calochortus coeruleus: is een "Cat's Ear" calochortus. Ze is een kleine soort, maar wel met tot 18 wit met roze harige bloemen per steel. Ze groeit in Noord-Californië in de halfschaduw tussen grassen in weiden en op kleine open plekken onder bomen op een hoogte van 900-2500 m.
Calochortus concolor: heeft rechtopstaande, vaak vertakte stelen van 20-60 cm met 1 tot 8 komvormige goudgele bloemen. Ze groeit in het San Bernardino-gebergte in Californië, in het zuiden in het noorden van Sierra Juarez en in het noorden van Baja Mexico in graslanden, laag groenblijvend eikenbos, randen van naaldbossen en in de woestijnbergen tussen de grassen, alsem, cactussen en agave op 600-2600 m hoogte.
Calochortus coxii: groeit in een bergkam ten zuiden van Roseburg en ten noorden van Myrtle Creek in Oregon. Ze heeft bekervormige witte harige bloemen met een roodachtig hart.
Calochortus dunnii: een kleine soort, heeft vaak vertakte stelen met 2 tot 8 rechtopstaande, open klokvormige witte bloemen. Ze groeit in het Vulcan-gebergte van San Diego County, Californië, in het zuiden in het Guadalupe-gebergte van Baja California.
Calochortus elegans: (betekent sierlijk) is in 1806 ontdekt door Meriwether Lewis op de beroemde Lewis en Clark-expeditie in de buurt van wat tegenwoordig Kamiah, Idaho is. Ze is 15-20 cm lang, meestal zijn de stelen kleiner dan 8 cm en ze heeft 1 tot 7 opstaande, komvormige witte harige bloemen met een donkerpaars hart. Ze groeit in de westelijke delen van Montana en Idaho, in het zuidoosten van Washington, het noordoosten van Oregon, het zuidwesten van Oregon en het noorden van Californië aan de randen van naaldbossen of op met gras begroeide hellingen in open bossen.
Calochortus eurycarpus: is ook bekend als Wide-Fruit Mariposa Lily en Star Tulip. Ze heeft stengels van 10-55 cm, zelden vertakt met 1 tot 5 open komvormige witte bloemen met paarse en gele markeringen. Ze groeit in delen van Washington, Idaho, Montana, Wyoming en West-Utah in graslanden, saliehellingen en zelfs in open naald- (en loof) bossen op hoogtes van 1100-2700 m.
Calochortus excavatus: is zeldzame en groeit alleen in de provincies Mono en Inyo in Californië in vochtige weiden op een hoogte van 980-1500 m. Ze heeft 1 tot 8 rechtopstaande witte tot lavendelkleurige bloemen met een gele, paarsbruine tot zwarte basis met zwartachtige haren. De helmknoppen zijn roodbruin tot donkerpaars.
Calochortus exilis: is tot 10 cm hoog en heeft 2 tot 4 rechtopstaande, komvormige witte bloemen. Ze groeit alleen in de staat Hidalgo, Mexico, op vrij grote hoogten (2500-3000 m).
Calochortus fimbriatus: groeit aan de zuidkust van de provincies Monterey, San Luis Obispo en Santa Barbara en meer landinwaarts in de provincie Ventura in droge kuststruiken, open bossen en laag groenblijvend eikenbos op hoogtes tot 900 m. Ze bloeit van eind juli tot half augustus.
Calochortus flexuosus: is bekend als de Winding of Twining Mariposa Lily. Ze groeit in Zuidoost-Californië, Zuid-Nevada, Zuidwest-Utah, Centraal Arizona en Zuidwest-Colorado en dankt haar naam aan zijn wijnstokachtige gewoonte om door nabijgelegen struiken en cactussen te kronkelen. Ze bloeit van wit tot roze tot licht lavendel met een gele band in het hart.
Calochortus fuscus: is ook bekend als Hinton’s cyclobothra. Ze is kleinbloemige soort met rechtopstaande, vertakte stengels van 30-60 cm hoog en 2 tot 4 komvormige tot bijna platte rode bloemen. Ze groeit in de Mexicaanse staten Chihuahua, Jalisco, Mexico, Michoacan en Oaxaca, op 900-2300 m in eiken- en dennenbossen.
Calochortus ghiesbreghtii: groeit in de Mexicaanse staten Queretaro, Hidalgo en Chiapas en zuidwaarts naar Guatemala in kalksteenbodems op hoogtes van 1200 tot 2600 m. Ze bloeit van augustus tot september en heeft komvormige tot platte witte tot geelachtige harige bloemen.
Calochortus greenei: is ook bekend als Greene's Mariposa. Ze groeit in Siskiyou County, Californië en de provincies Jackson en Klamath, Oregon op met gras begroeide hellingen op een hoogte van 700-1100 m. Ze bloeit in donkerroze.
Calochortus gunnisonii: is een veel voorkomende soort, voornamelijk in de Rocky Mountains, van centraal Montana, zuid door Wyoming, Colorado, oost Utah en enkele afzonderlijke populaties in New Mexico, zuidwest South Dakota en oost Arizona, waar ze groeit in graslanden, open dennenbossen, randen van espenbossen, bergweiden, hooggelegen alsem en kalkstenen hellingen op vrij grote hoogten (1000-3300 m). Ze bloeit in wit met een hart van paars, geel en groen. Ze is vernoemd naar Kapiteyn J.W. Gunnison, landmeter, ontdekkingsreiziger en expeditieleider.
Calochortus hartwegii: heeft rechtopstaande, soms vertakte, stengels van 30-75 cm lang, met 2 tot 3 grote donkerpaarse bloemen. Ze komt uit de staten Zacatecas tot Aguascalientes, Nayarit en Jalisco in Mexico. Ze is vernoemd naar K.Th. Hartweg, een Duitse plantenverzamelaar.
Calochortus howellii: groeit beperkt in het zuidwesten van Oregon in heet, droog struikgewas en open bossen op een hoogte van 400 tot 1350 m. Ze heeft witte komvormige bloemen met rokerige bruine haren.
Calochortus invenustus: groeit aan de kust van Zuid-Californië, de zuidelijke Sierra Nevada en de Bodie Hills van Nevada, in struikgewas en open dennenbossen op hogere hoogten. Ze heeft een ongewoon blauwe kleur.
Calochortus kennedyi: ook bekend als de "Desert Mariposa Lily". Ze heeft rechtopstaande stengels van 10-60 cm lang met tot 8 komvormige bloemen meestal met een afgeronde tot licht puntige rand. De bloembladen kunnen scharlaken, vermiljoen, oranje, geeloranje of zelfs schitterend geel zijn. Ze groeit in Zuid- en Oost-Californië, Zuid-Nevada, het Big Bend-gebied in West-Texas, en in de staten Sonora, Chihuahua en Coahuila in Mexico.
Calochortus leichtlinii: heeft witte bloemen met een geel hart en groeit in Oregon, Californië en Nevada in open velden en naaldbossen, op hoogtes variërend van 750-4000 m.
Calochortus longebarbatus: is een subalpiene lila bloeiende plant die groeit van de staat centraal Washington tot Shasta County, Californië. Var. longebarbatus: is een veel voorkomende soort in Modoc County, Californië en var. peckii: groeit lila in Central Oregon in de Ochocho-bergen.
Calochortus luteus: deze soort komt het meest voor in de uitlopers van de Coast Ranges en de westelijke Sierra Nevada in Californië. Ze groeit in met gras begroeide weiden en oevers. Ze heeft bloemen in verschillende tinten geel, met verschillende gradaties van grijze of roodbruine lijnen en soms met een roodbruine cirkelvormige vlek.
Calochortus lyallii: groeit van zuidelijk British Columbia, Canada, tot de staat Washington, Verenigde Staten en is een regenschaduwsoort die groeit in alsemhabitats op 1000 tot 2500 m. Ze heeft kleine witte bloemen met een paarse rand om het hart.
Calochortus macrocarpus: (betekent grote vruchten) de lila bloemen hebben langere kelkblaadjes dan de bloembladen. Ze is ook bekend als de "Alsem Mariposa Tulp of Groene Band Mariposa Tulp. Ze groeit in het zuiden van British Columbia, ten oosten van Idaho, Montana en het zuiden door Washington, Idaho en het noordoosten van Californië in de volle zon in open prairie, hoge woestijn, dennenbossen en hoge bergbossen. Ze wordt vaak gevonden op hoogtes van 330-2700 m. Var. maculosus: bloeit vooral wit met groenige kelkblaadjes in hete, droge kloven in Idaho en het noordoosten van Oregon.
Calochortus mendozae: is in 2005 beschreven en bloeit geel. Ze groeit in een zeer beperkt gebied nabij de gemeente San Nicolas Tolentina in de staat San Luis Potosi, Mexico.
Calochortus minimus: is een kleine subalpiene soort. Ze groeit in vochtige open bossen, weiden en meerranden op een hoogte van 1200-3000 m. Ze bloeit in wit in de zomer.
Calochortus monophyllus: (betekent 1 blad) groeit in de bossen van de westelijke uitlopers van de Sierra Nevada. Ze is een dwergsoort en geeft de voorkeur aan halfschaduw. De bloemen zijn goudgeel, met of zonder donker roodbruine vlekken en veel haren.
Calochortus nigrescens: komt uit Mexico en staat ook bekend als de "Black Cyclobothra", ze bloeit in heel donkerpaars, bijna zwart. Ze is vrij zeldzaam, ze groeit alleen in de staat Oaxaca, hoewel ze oorspronkelijk werd gevonden in Puebla, in wetlands omringd door droge gebieden of in waterlopen. Ze is vrij klein en daarom moeilijk te vinden.
Calochortus nitidus: (betekent glanzend) groeit in lage weiden, langs kreken, in het zuidoosten van Washington en aangrenzend Idaho. Ze heeft grote paarse bloemen met een dieppaarse halve maan op elk bloemblad en enkele lange buigende haren.
Calochortus nudus: is algemeen bekend als de "Naked Star Tulip". Ze onderscheidt zich door het gebrek aan haren op de bloembladen, een kenmerk dat haar Latijnse naam nudus heeft gegeven, wat "naakt" betekent. Ze heeft een rechtopstaande stengel van 7-25 cm, meestal onvertakt, met 1 tot 3 grote lila bloemen. Ze groeit in Jackson County Oregon, ten zuiden van de centrale Sierra Nevada in Californië in bergvalleien met over het algemeen vochtige, met gras begroeide weiden, schaduwrijke omstandigheden en vaak in de buurt van water op een hoogte van 1000-2500 m.
Calochortus nuttallii: is vernoemd naar een Engelse ornitholoog en botanist Thomas Nuttal en ook bekend als de Sego Lily, de staatsbloem van Utah. In Utah staat ze bekend als de bol die de vroege Mormoonse kolonisten opgroeven en aten, waardoor ze van de hongerdood werden gered toen voedsel zeer schaars was geworden na een gewas verslindende plaag van krekels (1840-1851). Ze heeft rechtopstaande stelen van 10-40 cm met 1 tot 5 open bekervormige bloemen. De bloemblaadjes zijn meestal wit, maar er zijn roze, lavendel, oranje en zelfs pruimkleurige gezien.
Calochortus obispoensis: is ook bekend als de "San Luis Mariposa”. Ze heeft een rechtopstaande stengel, meestal vertakkend, met 2 tot wel 70 of meer harige gele bloemen met donkerbruine puntjes aan de bloemblaadjes. Na een brand bloeit ze nog uitbundiger. Ze groeit in San Luis Obispo County, Californië, meestal in de buurt van de kust, tussen grassen in de volle zon langs bergkammen, op een hoogte van 75-730 m.
Calochortus palmeri: is verzameld door botanicus Edward Palmer. De stengels zijn 30-50 cm lang, vaak vertakt. Ze heeft tot 7 rechtopstaande bloemen in roze, wit of lila. Ze groeit in San Luis Obispo County, ten zuiden van de Tehachapi, San Bernardino en San Jacinto Mountains of California, op een hoogte van 1000-2200 m langs beekjes of in seizoensgebonden natte weiden. Vermoedelijk doet ze het erg goed in natte, gematigde klimaten zoals het VK. Var. palmeri: bloeit in roze, maar ook in wit. Var. munzii: groeit met lila bloemen meestal in droge gebieden begroeid met gras in het San Jacinto-gebergte in Riverside County, Californië.
Calochortus panamintensis: groeit op een aantal plekken in de Panamint Mountains of Death Valley National Monument, Inyo County, Californië tussen rotsen en stenen in woestijnjeneverbes- en dennenbossen, op een hoogte van 2500-3200 m. Ze bloeit in wit met een paarse rand en zweem.
Calochortus persistens: is zeldzaam en groeit alleen op enkele bergkammen nabij Yreka, Californië (Siskiyou County) en op de top van Bald Mountain in Jackson County. Ze bloeit in roze/lila met een gele rand om het hart.
Calochortus plummerae: komt uit Zuid-Californië waar ze groeit in rotsachtige kleigrond, vaak met schaduwrijke bodem en zon op bloeihoogte. De bloemen variëren in kleur van lichtroze tot roze, lavendel en paars. Ze zijn tulpvormig met kelkblaadjes langer dan de bloembladen en dicht bebaard met gele haren.
Calochortus pringlei: is een prachtige kleine Mexicaanse soort, sectie Cyclobothra, onderafdeling Ghiesbreghtiani. Ze heeft een rechtopstaande, soms vertakte stengel van 20-40 cm hoog met klokvormige bruinachtig rode tot donkerrode bloemen. Ze komt oorspronkelijk uit de staten Moreles en Puebla, Mexico.
Calochortus pulchellus: (betekent fraai) groeit op de berg Diablo bij San Francisco, is een FAIRY LANTARN en heeft gele bolvormige bloemen en kelkblaadjes in groene tinten.
Calochortus purpureus: komt uit Mexico waar ze groeit in weiden en tropische loofbossen en naaldbossen in de staten Chihuahua, Durango, Zacatecas, Guanajuato, Jalisco, Mexico, Michoacan, Guerrero, Morelos en Oaxaca op hoogtes van 1300-2500 m. Ze heeft rechtopstaande stengels van 20-65 cm en 2 tot 4 knikkende, diepe, klokvormige bloemen die geel aan de binnenkant en paars aan de buitenkant zijn.
Calochortus raichei: is een zeldzame soort die alleen groeit in een klein ruig gebied in Sonoma County genaamd The Cedars vanwege de omringende bomen, die geen echte ceders zijn, maar Sargent-cipressen, Cupressus sargentii. Ze heeft gele bloemen met lange taps toelopende haren.
Calochortus simulans: komt oorspronkelijk uit de Coast Ranges van San Luis Obispo en de provincies Santa Barbara, Californië. Ze heeft witte bloembladen, vaak roze aan de buitenkant, met roodachtig hart. Ze groeit in hete, droge gebieden in grasweiden, maar ook in laag groenblijvend eikenbos.
Calochortus spatulatus: komt uit Mexico en is daar ook bekend als "Campanita" (belletje). Deze naam verwijst naar de bloembladen die vaak spatelvormig zijn als ze afgeplat zijn en in profiel een lepelachtige vorm hebben. Ze heeft stengels van 30-75 cm lang en 2 tot 4 knikkende, diepe, klokvormige bloemen die groenig aan de binnenkant zijn en roodachtig aan de buitenkant. Ze komt voor van noordelijk Chihuahua tot zuidelijk Guerrero en Oaxaca (hoogtes 1200-2200 m) en groeit meestal in open subtropische bossen.
Calochortus splendens: (betekent schitterend) is inheems in de uitlopers van de kust van centraal en zuidelijk Californië. Ze bloeit in lavendel, vaak met een paarse vlek nabij de basis van elk kelkblad en soms met een vergelijkbare vlek op elk bloemblad.
Calochortus striatus: groeit in Zuid-Californië op 800-1400 m hoogte in roze of lila.
Calochortus subalpinus: komt voor van zuidwest Washington zuid tot centraal Oregon waar ze groeit in droge weiden, alpenweiden, naaldbossen en open puinhopen. Ze bloeit in wit met een geel hart.
Calochortus superbus*: groeit in met gras begroeid kleiland, vlak of hellend, af en toe in zeer open graslanden van de Sierra Nevada en de North Coast Ranges tot het Palomar-gebergte in de provincie San Diego. Ze is meestal crèmewit met diep roodbruine potloodstrepen aan de basis en een roodbruine of paarse vlek omgeven door felgeel. In het wild komen ook roze of lavendel soorten voor.
Calochortus syntrophus: ze is in 1993 ontdekt in Shasta County, Californië, waar ze groeit in dun grasachtig open bos aan de randen van geulen of onder of nabij kleine eiken. Ze is wit met de helft van het bloemblad geel met een roodbruine vlek.
Calochortus tiburonensis: de enige plaats waar ze groeit is de top van Ring Mountain op het schiereiland Tiburon in Marin County, Californië. Ze is bijna niet te zien tegen de achtergrond van gedroogde grassen en groenbruine rotsen. Ze heeft rechtopstaande stengels van 10-60 cm, is meestal onvertakt en heeft 1 tot 8 komvormige bloemen in licht groen tot groen met roestbuine accenten.
Calochortus tolmiei: groeit van de noord-centrale kustgebieden van Californië tot de Willamette-vallei van Oregon in kustweiden op lage tot matige hoogte, op hellingen, in gemengde naaldbossen en van diepe schaduw tot zon. Ze komt vaak voor in gebieden met veel winterregen. Ze bloeit in wit, lavendel, paars of tweekleurig. Ze is vernoemd naar Dr. Wiliam Fraser Tolmie, geneesheer van de Hudson Bay Company in de 19e eeuw. De bol is eetbaar.
Calochortus umbellatus: groeit op hellingen, onder bomen of struiken of in graslanden in gebieden met matige regenval en milde koele winters in de centrale kustgebieden van Californië rond San Francisco Bay. Ze heeft lange stelen die vaak vertakt zijn en is meestal wit. Ze heeft vaak lavendel- of paarse vlekken aan de basis van de bloembladen of roze en lavendelstrepen.
Calochortus umpquaensis: komt alleen voor in een klein gebied in Douglas County, in het zuidwesten van Oregon waar ze groeit in open gebieden van naaldbossen, vaak op steile, grindachtige of rotsachtige oevers op het noorden langs de Umpqua-rivier. Ze heeft witte bloemen.
Calochortus uniflorus: wordt gevonden in tijdelijk natte weiden en prairies in de midden- en noordkustgebieden van Californië. Ze bloeit lila.
Calochortus venustulus: is ook bekend als de "Bearded Cyclobothra" en komt uit Mexico waar ze groeit op een hoogte van 500 – 3500 m. Ze wordt 10-50 cm hoog en bloeit geel. Ze is hermafrodiet (heeft zowel mannelijke als vrouwelijke organen) en wordt bestoven door insecten.
Calochortus venustus*: (betekent bekoorlijk) groeit in zowel de kustgebieden van Californië als de Sierra Nevada in open grasland en in bergweiden op hoogtes variërend van zeeniveau tot 8000 voet (2600 m). De kleur varieert van verschillende tinten rood tot wit, geel, oranje en paars. De bloembladen zijn vaak halverwege gevlekt, met een andere bleke vlek bovenop.
Calochortus vestae: is een grootbloemige soort aan de noordkust (Californië) met een algemene naam van de godin Mariposa. Ze vermeerdert via broedbollen en heeft tijdens de groei veel water nodig. De bloemkleur varieert van roomwit tot lavendel, roze en soms zelfs paars en magenta. Ze groeit in grasweiden in zware kleigronden in de volle zon en in hogere regengebieden.
Calochortus weedii: uit Zuid-Californië (de provincies San Diego en Riverside) en groeit van zeeniveau naar de bergen. Ze heeft geeloranje bloembladen gespikkeld roodbruin en is dicht behaard met omzoomde bloembladranden. Var. intermedius: groeit in Orange County, Calfornië, var. weedii: bloeit geel en geel met paarse vlekjes.