Arum is familie van de Araceae
Populaire naam: Aronskelk, Kalfsvoet, Aronsbaart
Bloemkleur: wit, geel, bruin, purper - Bloeiperiode: april – mei
Plantdiepte: 10 - 12 cm - Plantafstand: 10 cm - Planthoogte: 25 - 60 cm
Toepassingen: onder houtige gewassen, wilde tuinen, potterie
NAAM EN HERKOMST ARUM
Er zijn 29 soorten bekend die voorkomen van Europa tot Centraal Azië. Voor de naam ‘Arum’ zijn verschillende verklaringen, zoals het volgende religieuze verhaal: Toen Jozef en de verspieder Kaleb naar het beloofde land trokken namen zij de staf van Aeron mee. Op deze staf droegen zij een druiventros. Nadat de druiventros van de staf was genomen staken zij de staf in de grond. Op die plek schoot toen een Aronskelk (Arum) uit de grond. Het werd het zinnebeeld van een gezegende vruchtenoogst. De naam Arum kan ook zijn afgeleid van het Griekse aros (nuttig) of rainoo (bevochtigen), omdat de plant op vochtige plaatsen groeit, of van aroo (bevestigen), omdat de zijslippen van de bladen op een haak lijken, die de timmerlieden gebruikten om houten voorwerpen in verband te houden.
In Nederland komen 2 soorten in het wild voor: A. maculatum (gevlekte Aronskelk), zie https://www.verspreidingsatlas.nl/0103 met gevlekte, pijlvormige bladeren en een witte, van buiten groene bloeischede. Alle delen van de plant zijn giftig, vooral de bessen. De andere soort, A. italicum (Italiaanse Aronskelk), zie https://www.verspreidingsatlas.nl/0102 is in Nederland verwilderd en heeft witgeaderde bladeren.
KLEUREN EN VORMEN ARUM
De bloem bestaat uit een bloeikolf (spadix) die omgeven wordt door een schutblad (spatha) die wit, geel, bruin of purper kan zijn. Sommige geuren en anderen niet. De vrucht is een tros helder oranje of rode bessen. Ze heeft mooie pijlvormige bladeren die bij sommige soorten al voor de winter verschijnen en dan ook goed wintergroen blijven.
De bloemen ruiken onaangenaam, in Engeland noemen ze haar dan ook ‘air'm’: ruik ‘m, in plaats van Arum. Houd er rekening mee dat alle delen zeer giftig zijn.
SYMBOLIEK ARUM
De Arum staat symbool voor de terugkeer van de voorjaarsdagen en door de warmte in de bloem van voortbrengingskracht en kracht in het algemeen. Symbool van geur, maar wel een slechte geur. In de middeleeuwen was de aronskelk een christelijke symbool voor Maria. In Nederland staat ze symbool voor de staf van Aaron en wordt daarom veel gebruikt als grafbloem. In Portugal staat ze symbool voor het hart van het huwelijk en (prachtige) schoonheid en zit daarom altijd in het centrum van het bruidsboeket.
ARUM KOPEN
Koop stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmeld zijn of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
ARUM PLANTEN
Plant haar in het najaar (eind september – eind november) op humusrijke, vochtige maar goed doorlatende grond op een beschaduwde plek. Ze doet het goed onder een groep houtige gewassen. In de zomer sterft ze af, ze verdraagt droogte in de zomer goed. In de nazomer valt ze op door de trossen oranje-rode vruchten. Ze kan ook prima in een pot of kuip worden geplant. Meer planttips.
VERZORGING ARUM
Geef ieder jaar bij het uitlopen en tijdens de bloei mest. Bescherm de planten in strenge winters met bladeren of rijshout. Markeer de plaats waar ze groeit, want in de zomer is het blad verdwenen en zo kunnen de knollen niet beschadigen bij het werken in de tuin. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING ARUM
Ze vermeerdert via broedknollen en zaad. Graaf oudere knollen in het najaar op en verwijder de broedknollen. Deze direct weer planten. Rijp zaad in oktober zaaien in een opkweekbak met zaaiaarde. Maak de zaden schoon met handschoenen aan, want alle delen van de plant bevatten het irriterende calciumoxalaat. Bij andere tuinwerkzaamheden is dit geen probleem. In het najaar kan ze ook gescheurd worden. Meer vermeerderingstips.
Bestuiving vindt plaats door de geur van "rottend materiaal" waardoor vliegen en motten worden aangetrokken. Ze worden bedwelmd door de uit de kelk opstijgende warmte, die wel 10-20 graden hoger is dan de buitentemperatuur. De vliegen en motten vallen omlaag en door een krans van naar beneden gerichte haren kunnen ze niet meer ontsnappen. Pas als de bloem bestoven is, verslappen de haren en kunnen ze ontsnappen. Boven in de kolf zitten de mannelijke delen, waar ze tegenaan klimmen en zo weer stuifmeel meenemen naar de volgende plant. Het proces dat delen van de plant een verschillende temperatuur kunnen hebben, heet thermogeen. Dit was in 1778 al bekend.
ARUM OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
Ze is geschikt voor verwildering en doet het goed in de watertuin aan de rand van een vijver. Ze combineert mooi met Waldsteinia ternata (Goudaardbei), Salix alba ‘Tristis’ (Treurwilg), Cornus canadensis (Kornoelje), Pieris ‘Forest Flame’ (Rotsheide), Anemone ranunculoides, Polygonatum multiflorum, Uvularia grandiflora, Hosta, Hemerocallis, Iris, sneeuwklokjes, Helleborus, anemoontjes, Pulmonaria, varens en hosta’s.
ARUM BLOEMSIERKUNST
Ze is niet geschikt als snijbloem, maar soms wordt ze, als ze haar vruchten draagt, in het najaar in bloemstukken verwerkt. Omdat ze in Portugal symbool staat voor het hart van het huwelijk, wordt ze daar altijd in het midden van het bruidsboeket geplaatst. Ze wordt ook veel gebruikt als grafbloem; deze traditie zou berusten op de legende dat de bloem zou zijn ontsproten uit de staf van de Bijbelse figuur Aaron, de broer van Mozes. Een verwijzing naar dit verhaal vind je in de Duitse naam voor Gevlekte aronskelk, namelijk Aronstab.
ARUM CULINAIR GEBRUIK
De knol van Arum maculatum is ongekookt niet eetbaar, maar na drogen of verwarmen niet schadelijk. Het is zetmeelhoudend voedsel. Vroeger werd ze gegeten en na roosteren ook gebruikt om er een drank van te maken. Dit was voordat thee en koffie in Europa bekend werden. Uit de wortelstok van Arum italicum wordt in gebieden van de Middellandse Zee een soort zetmeel gemaakt.
Let op: gebruik alleen eetbare bloemen/bollen van gespecialiseerde leveranciers die eetbare bloemen/bollen telen.
ARUM MEDISCH
Zo was het gebruik vroeger:
- Wortel tegen slijmerigheid of vochtigheden die in de borst of in de longen verzameld zijn door de hoest of met het spuwen wil laten lossen of gemakkelijk voortkomen;
- Verpoederde wortel of van het zaad met twee roemertjes wijn te drinken gegeven verwekken de maandstonden en zuiveren de vrouwen die van kind verlost zijn en jagen de nageboorten uit, andere gebruiken hetzelfde poeder tegen de breuken;
- De bladeren met de wortels in wijn en olie gekookt en opgelegd genezen de aambeien en laten de uitvallende aarsdarm wederom inkeren;
- Het poeder van de wortel in wonden gestrooid belet het opgroeien van het overvloedig en onnodig vlees en hetzelfde is goed om de huid van het aanzicht schoon en blinkend te maken;
- Poeder van de wortel over de spijs gestrooid maakt dat diegene die daarvan proeven niet meer kunnen eten, tenzij dat ze de brand die daarvan in de mond gekomen is wederom benemen door die te spoelen met melk of mits geleidelijk aan wat verse boter in te zwelgen.;
- Het sap en de bessen werden in vroegere tijden, toen de mode was om zo blank mogelijk te zijn, als blanketsel gebruikt door de adellijke dames. "Het uitgeperste sap van de wortelen dat bezonken is en dan wordt het bezonkene in de zon te drogen gezet en voor een blanketsel gehouden." Mogelijk was dit gebruik ontstaan omdat het in vroegere eeuwen gebruikt werd om de huid te schonen van vlekken en ander ongerief, een soort nachtcrème. "Kalfsvoet of aron of aro om het aanzicht schoon te maken en de huid te verhelderen’, samen met rozenwater en zo een prima gezichtswater opleverde;
- Is niet geschikt voor inwendig gebruik, echter de Arabieren gebruikten het als een sterk laxerend middel;
- Lonicer, 1528-1586, meldt dat als er in een kaas maden zaten er arumbladen tussen gelegd moest worden zodat de maden vergaan en de kaas weer droog en goed werd.
CULTIVARS ARUM
Soorten met een * zijn te koop in Nederland.
Arum apulum: is inheems in centraal Apulië, Italië en verwant aan Arum nigrum uit de Balkan. Ze groeit in de schaarse bosgebieden en houdt van schaduw. Het blad verschijnt in oktober en ze bloeit in april. Volgens het Italiaanse Rode Plantenboek wordt ze ernstig bedreigd (CR volgens de IUCN Red List-categorieën).
Arum concinnatum: is inheems in de zuidpunt van de Peloponnesos (Griekenland), de meeste Egeïsche eilanden van de oostelijke Middellandse Zee tot de zuidwestkust van Turkije.
Arum creticum: komt oorspronkelijk uit de bergen van Kreta, Griekenland en een paar plaatsen in het zuidwesten van Turkije, waar ze bloeit van april tot mei. Ze heeft ongemarkeerde, pijlvormige, donkergroene bladeren, die in het najaar verschijnen en produceert geurige, felgele kolven met geelgroene tot groenwitte schutbladeren. Ze wordt 25-35 cm hoog en houdt van een plek in de zon en kleigronden met een hoge pH (>9). Dek haar in de winter af met een laag bladeren.
Arum cylindraceum: is wijdverbreid van Zuid-Zweden tot Kreta en van Portugal tot Turkije. Het schutblad is groenachtig wit of met enkele paarse tinten naar de randen toe.
Arum cyrenaicum: een vrij zeldzame en moeilijk vindbaar soort uit Zuidwest-Kreta en Noordoost-Libië.
Arum cyrenaicum x concinnatum: wordt oorspronkelijk gevonden op Kreta en volgens Peter Boyce is het een zeldzame natuurlijke hybride. Ze bloeit later dan de meeste soorten, met een wit crèmekleurig schutblad met roze kleine puntjes en zwarte spikkels op de bladeren.
Arum dioscoridis*: (Dioscorides is een Griekse geneesheer en botanist, 40-90 na Chr.) komt uit de oostelijke Middellandse Zee waar ze groeit in rotsachtige struikbloemen. Het schutblad is crème geel met zware paarse tekeningen. Ze bloeit in mei, wordt 30 cm hoog en is niet winterhard.
Arum hygrophilum: komt oorspronkelijk uit Noordoost-Marokko, Oost-Cyprus en Zuidwest-Syrië tot West-Jordanië.
Arum idaeum: is een zeldzaam soort, inheems in de hoogste bergen van Kreta.Ze heeft een wit schutblad en een donker paars-zwartachtige kelk.
Arum italicum*: (betekent uit Italië) is wijdverspreid in de bossen en heggen in Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië. Ze is een zeer variabele soort. Ze bloeit in april-mei, in de herfst gevolgd door oranje tot rode bessen en wordt 40 cm. De wit-groene bloem wordt gevormd door een compacte gele bloeikolf omgeven door een groot witgeel schutblad, groen aan de buitenkant. Ze heeft lang gesteelde pijlvormige bladeren van 25cm lang, soms gestreept met witte, zelden met donkere vlekken. Het blad verschijnt in de herfst, de bloemen pas in het voorjaar. In de 17 eeuw is ze in Nederland ingevoerd om het assortiment stinzenplanten uit te breiden. Let op, want ze woekert snel in de tuin. De ondersoort ssp. italicum wordt het meest geteeld. In Nederland groeit ze in het wild, zie: https://www.verspreidingsatlas.nl/0102
Opgelet: De hele plant is giftig en bevat onder meer kristallen van calciumoxalaat. Het zijn vooral de bloedrode bessen die voor problemen kunnen zorgen. Het inslikken en kauwen van de bessen veroorzaakt brandende pijn in mond en keel. Ook misselijkheid, braken, diarree, buikpijn kunnen optreden. Dieren hebben nauwelijks belangstelling voor de plant.
Arum korolkowii: een soort uit Noord-Iran, Afghanistan en Centraal- Azië (ten noordwesten van China).
Arum lucanum: is een zeldzaam soort uit Zuid-Italië waar ze groeit op hooggelegen weiden.
Arum maculatum*: (betekent gevlekt) wordt ook wel de gevlekte Aronskelk genoemd. Ze groeit van Europa tot in Oekraïne. De bladeren, die in het voorjaar voor de bloei verschijnen, hebben soms paarse streepjes en spikkels en ze heeft scharlaken rode bessen in het najaar. De bloem is een donkerpaarse of grijze bloeikolf, omhult door een wit-groenig schutblad met paarse spikkels. In de late zomer verwelken de bladeren, het schutblad vergeelt. In Nederland komt ze in het wild voor, zie: https://www.verspreidingsatlas.nl/0103. Alle onderdelen van de plant bevatten calciumoxalaatkristallen en nog enkele andere giftige stoffen. Met name de genoemde kristallen zijn venijnig: ze hebben de vorm van kleine naaldjes die bijvoorbeeld de binnenkant van de slokdarm kunnen open prikken. Ze is een woekerende soort: ze verspreid zichzelf via zaad en ondergrondse wortels.
Arum nigrum: is inheems in de Balkan, ze bloeit in mei-juni en het schutblad is paarszwart die een bleke kolf omsluit.
Arum orientale: komt voor van Oostcentraal-Europa tot West-Kaukasus.
Arum palaestinum: komt oorspronkelijk uit Israël, West-Syrië, Libanon tot Jordanië en wordt vrij algemeen gekweekt al de Rouw-Aronskelk. A. Sanctum = A. palaestinum, een knolgewas, dat in de koude kas thuishoort en in ’t voorjaar bloeit met tamelijk grote bloeikolven van een fluweelachtige, zwarte kleur.
Arum pictum* : (betekent geverfd of gekleurd) is het enige lid van dit geslacht dat herfstbloeiend is. Bloemschede is paars aan de binnenkant, lichter aan de buitenkant. Bloemkolf is bijna zwart. Bladeren hebben na de bloei hebben zilverkleurige adering. Ze groeit in Corsica, Sardinië en de Balearen op rotsachtige plaatsen.