Ranunculus is familie van de Ranunculaceae
Populaire naam: Ranonkel
Bloemkleur: wit, geel, roze, goud, oranje, rood en gemixt
Bloeiperiode: juni – augustus
Plantdiepte: 5 - 20 cm - Plantafstand: 8 - 15 cm - Planthoogte: 30 - 60 cm
Toepassingen: borders, perk, potterie, bloemsierkunst
NAAM EN HERKOMST RANUNCULUS
Oorspronkelijk komt de ranonkel uit Midden-Azië en kwam ze via allerlei omwegen terecht in Europa. Ze is al in 1596 beschreven. Ranunculus is afgeleid van het Latijnse woord voor kikkertje ‘rana’, wat niet vreemd is omdat de ranonkel in het wild voorkomt in drassige gebieden. Er zijn ongeveer 400 soorten bekend die wijd verspreid zijn over de hele wereld, vooral in gematigde en koudere zones en een paar in de tropen.
De historie van de ranunculus lijkt op die van de tulp, maar dan zonder de tulpenwindhandel. Lodewijk IX bracht ze van de zesde kruistocht mee uit de Oriënt, maar deze knollen gingen verloren. In de tijd van koningin Elisabeth I werden ze vanuit Turkije naar Engeland gebracht, waar ze eerder geen opzien baarden. In Turkije was het de lievelingsbloem van Mohammed II die de tuinen van het Serais sierden.
Clusius en de l' Lobel zagen haar op een schilderij van Lambertus Vos, dat ze hadden gekregen van Charles Rijn van Eeckebeeke, ambassadeur bij het hof van de Turkse sultan Selim II. Ze namen een afbeelding op in hun kruidboeken. Clusius nam de klauwvormige knolletjes van de Turkse ranonkel mee naar Vlaanderen. De hoofdkleur van dit gewas was oranjerood. Door selecties werden af en toe andere kleuren gevonden. Vermoedelijk was het type die Clusius uit Turkije meebracht al een cultuurvariëteit. Parkinson vermeldde ze in zijn "Paradisus" in 1629. Hij noemde de dubbele rode vorm Asia. Clusius ranonkels werden van hem gestolen, een bewijs dat het toen al loonde bloemen te stelen.
In het begin van de 18e eeuw werd de Perzische ranonkel aan het sortiment toegevoegd. Ze kwam als sierplantje uit de tuinen van de Grootvizier Cara Mustapha die bij Sultan Mohammed IV de liefde voor dit gewas opwekte. De sultan verzamelde en vermeerderde in zijn paleistuinen jarenlang een enorme collectie Perzische ranonkels. Deze verschilde op een aantal punten van zijn Turkse verwant.
De Turkse ranonkel bloeide vroeger, was een steviger gewas en had grotere bloemen. De Perzische ranonkel was echter populairder door het grote kleurenscala.
De ranonkel verspreidde zich over heel Europa door de uitwisseling van partijtjes tussen ambassadeurs. In Frankrijk was het gewas een succes. Pater d'Ardene schreef in 1746 zijn boek ‘Traite des Renoncules’, een boek dat tweemaal herdrukt werd en ook nog in het Duits werd vertaald. Duizenden soorten werden gekweekt.
Ook in Nederland werd de waarde van dit gewas ingezien. Een catalogus van het Haarlemse bedrijf Voorhelm & Schneevoogt uit 1769 vermeldde kleurbeschrijvingen van niet minder dan 800 variëteiten. In een supplement van een paar jaar later werden nog eens 400 nieuwigheden aangeprezen. In de 18de eeuw brak een ranonkelmanie uit in Engeland. Duizenden soorten werden gekweekt. Engelse firma's boden in 1792, 800 verschillende soorten aan die in 1820 echter tot vierhonderd geslonken waren. In die periode deed de ranonkel rond Haarlem in populariteit alleen onder voor de hyacint.
De oorspronkelijke soort (Ranunculus asiaticus) was een eenvoudige plant met enkele, schotelvormige bloemen. De ranonkels van nu zijn het resultaat van kruisingen en selecties door kwekers en veredelaars. Hoewel er een grote hoeveelheid rassen bestaat, biedt de handel ranonkels zelden onder een rasnaam aan. In het verleden werd ze ook wel Hanenvoet genoemd, naar de klauwachtige knollen.
KLEUREN EN VORMEN RANUNCULUS
De bloemen van de ranonkel zijn er in verschillende vooral felle kleuren behalve blauw. De bloemblaadjes openen zich stuk voor stuk. Bij de cultivars zijn de bloemen altijd geheel of half gevuld, soms kogelvormig, soms echter met uitstaande bloembladen. Er zijn verschillende groepen.
Gewone tuin ranonkels of Perzische ranonkels: bloeien met enkele, half dubbele en dubbele bloemen in alle genoemde tinten. Als de bloemen felgekleurd zijn dan worden ze Schotse ranonkels genoemd.
Turkse-, kogel-, roomse-, Hollandse-, turbanranonkel: verschilt van de Perzische door weinig of niet vertakte stengels en grotere, vaak min of meer grijs/groen en ondiep ingesneden bladeren. Verder door de grotere bloemen waarvan de bloembladeren min of meer naar boven zijn gebogen waardoor een gesloten bloemvorm ontstaat. De bloemen zijn half tot geheel dubbel en bloeien in alle kleuren. De vormen die tot deze groep behoren zijn beter winterhard en bloeien iets eerder dan de Perzische.
Franse ranonkels: groeien het makkelijkste, zelfs op zandige grond. Ze bloeien rijk en hebben zeer grote, meestal gevulde bloemen.
Alle cultuurvariëteiten behoren tot de asiaticus-vorm.
SYMBOLIEK RANUNCULUS
De ranonkel staat symbool voor glans, luister, ik duizel bij jouw charmes, je bent rijk aan attracties, je bent stralend met charmes. Gaf je in de Victoriaanse tijd een bos ranonkels, dan zei je: ‘Ik vind je rijk aan aantrekkelijkheden’.
RANUNCULUS KOPEN
Koop vanaf februari grote, stevige wortelknollen (ze lijken op miniatuur dahliaknollen) die vier of meer sterke ‘klauwen’ hebben. Neem geen knollen met misvormde of gebroken ‘klauwen’. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmelde of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
RANUNCULUS PLANTEN
Plant ze in april/mei op een zonnige, beschutte plaats in humus- en voedselrijke, goed water doorlatende grond. Leg de knollen voor het planten een nachtje in lauw water. Geef na het planten goed water en stop ermee tot de eerste uitlopers boven de grond verschijnen. Bedek in de winter de planten met een flinke laag bladeren. Ranonkels kunnen ook in potten geplant worden. Gebruik rozengrond of een mengeling van tuin- en potgrond. Zet ze op een beschutte plaats want de holle stengels breken snel in de wind. Zet in de winter de pot binnen op een koele droge plaats. Meer planttips.
VERZORGING RANUNCULUS
Geef in de bloeiperiode regelmatig water en wekelijks of om de week een complete meststof. Stop hiermee na de bloei. Laat de bladeren verwelken. Ze is niet winterhard. Graaf in het najaar de bollen op, maak ze schoon en laat ze koel en droog overwinteren. Verwijder regelmatig de uitgebloeide bloemen om herbloei te bevorderen. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING RANUNCULUS
Vermeerdering vindt vooral plaats via zaad. Ook professioneel vindt vermeerdering vooral plaats via zaad. Slechts 25% vindt plaats via in-vitrovermeerdering. De ranonkel is niet winterhard, maar op de juiste plek kunnen ze zich vermeerderen. Dek ze in de winter wel af met een dikke laag bladeren. Meer vermeerderingstips.
RANUNCULUS ALS MODEL VOOR DE DICHTER
Goethe schreef: ‘Ranonkels, niet een van u op zichzelf begeer ik. Maar in het bloembed vereend, zien mijn ogen met lust.’
BLOEMSIERKUNST RANUNCULUS
Snij pas ranonkels voor de vaas als de knoppen al kleur laten zien, dan gaan ze goed open. De bloemen blijven heel lang goed op de vaas. Pluk de bloemen bij voorkeur ’s morgens vroeg. Zet de stelen van de ranonkels direct in een volle vaas lauwwarm water met snijbloemenvoedsel. Met onderstaande tips geniet je nog langer van de ranonkels.
- Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid.
- Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding. Een klein beetje bleekwater in het water helpt bacteriegroei te beheersen en het water helder te houden.
- Twee eetlepels suiker, 1 theelepel baking soda, appelazijn of een cent in de vaas houden de bloemen langer vers.
- Snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad.
- Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit.
- Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
RANUNCULUS OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
Plant Ranunculus asiaticus eens samen met Chinees vingerhoedskruid (Rehmannia elata), Geranium ‘Birch Double’ en incalelie (Alstroemeria aurea ‘Lutea’).
CULTIVARS RANUNCULUS
Soorten met een * zijn te koop in Nederland.
Ranunculus asiaticus*: is inheems in Zuidoost-Europa (Kreta, Karpathos en Rhodos) en Noordoost-Afrika. Ze wordt 15-30 cm hoog, is in 1596 beschreven en bloeit in wit, goud/geel, vuurrood gevlamd, rode en roze. De variëteit hortensis is de tuinranonkel. Alle huidige cultuurvariëteiten behoren tot de asiaticus vorm.
‘Salvator Rose’ is de bekendste Franse ranonkel, een dubbele licht rosé ranonkel, al bekend in 1835. Daarnaast is er de vuurrode ‘Orange Queen’, de gele ‘Count Aehrenthal’, de rode ‘Thalia’ en anderen.
Tot de pioenbloemige ranonkels behoort de gele ‘Eddy Commandeur’ die door P. Goedhart uit Zwaagdijk in 1954 geïntroduceerd werd. Dezelfde kweker introduceerde ook ‘Golden Jewels’ en ‘Roncalli’, deze laatste roze/geel. De ‘Scarlet Glow’ is signaal rood en kwam in 1952. De ‘Poolijs’ is dubbel wit.
Tot de Perzische groep behoort de bekende rode ‘Barbaroux’. Verder is er de gele ‘Jaune Supreme’, de crèmewitte ‘Mont Blanc’ en de ‘Orange Briljant’.
Tot de Turbanranonkels behoren de oranje/gele ‘Boule d’Or’, de roze ‘Grootvorst’ en de groenwitte ‘Hercules’.