Lelie

Lelie

Lelie is familie van de Liliaceae  

Latijns/wetenschappelijke naam: Lilium

Bloemkleur: verschillende kleuren  

Bloeiperiode: juni – augustus

Plantdiepte: 10 - 25 cm - Plantafstand: 20 - 40 cm - Planthoogte: tot 200 cm

Toepassingen: borders met vaste planten, rand houtige gewassen, verwilderingstuinen, potterie, bloemsierkunst 

NAAM EN HERKOMST LELIE

Er zijn 128 verschillende specie soorten erkend en duizenden hybriden. Lelies komen in veel gebieden voor. In het wild in Korea, Japan en delen van Siberië, India, in de meeste Amerikaanse staten, behalve het zuidwesten en binnen Europa in de Kaukasus, de Balkanlanden, Griekenland, Polen, de Alpen en de Pyreneeën. De sterke concentratie van lelies in het Himalayagebied vormt een belangrijke aanwijzing dat hier de oorsprong van de lelie gezocht moet worden in plaats van in Azië. De lelie groeit zowel op zeeniveau als in hoger gelegen gebieden, tot boven de 3000 meter. In het laatste geval gaat het meestal om lage planten, tot zo’n 30 cm, met slechts één bloem per stengel. Sommige lelies hebben een wijd verspreidingsgebied. Zo komt L. martagon voor van Siberië tot in de Balkan. L. regale echter werd in 1903 ontdekt op de steile flanken van een afgelegen valleitje in de Chinese provincie Szechuan en komt nergens anders voor.

De naam Lilium betekent in het Latijns li = wit en lium = bloem. Meer waarschijnlijk is dat de naam een oosterse oorsprong heeft. Ze wordt als meisjesnaam gebruikt, in het Engels, Lily en Lilian, in het Japans, Yuri.  

Tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw bleef het areaal lelies beperkt. Lelies werden voornamelijk gebruikt als tuinplant. Nieuwe lelies werden vermeerderd uit zaad, vaak op kleine bedrijfjes die de teelt combineerden met andere activiteiten. Pas nadat er, in eerste instantie in de Verenigde Staten van Amerika, succesvolle kruisingen zijn gemaakt die geschikte lelies voor de bloemenhandel opleverden, groeit het areaal. Tegenwoordig worden er ook lelies op pot geteeld.

LiliumThe_Spring_Fresco,_from_Akrotiri,_Thera_(Santorini),_Picture Carole Raddato CC BY-SA 2.0
Lilium Knossos_the_prince_of_lillies, museum Heraklion Kreta

Ze wordt al meer dan 3000 jaar geteeld en is afgebeeld op vazen en fresco’s uit de Minoïsche tijd (1750 – 1675 v.C.). Op het eiland Santorini in Griekenland is keramiek gevonden met dezelfde lelie afbeelding als van het keramiek van de Minoïsche cultuur op Kreta. In Akrotiri op Santorini zijn fresco’s gevonden van de ‘leliekamer’ en in de ruïnes van het paleis van de koning van Knossos is een muurschildering van hem gevonden. Het madonna beeld met 8 leliën geeft de rol van de lelie weer die ze in het christendom heeft. In kloostertuinen wordt de lelie geteeld als grondstof voor medicamenten. De geurende bloem wordt als decoratie gebruikt in de eredienst. Daarnaast is het een wapenbloem, die mogelijk aan de oorsprong stond van het wapen van de Franse koningen. De Franse koning Lodewijk gebruikt de lelie omstreeks 1150 op zijn schild als symbool voor zijn naam (Louis of Loys) en macht. De Franse lelie is een symbool dat tot op de dag van vandaag kan worden teruggevonden in interieurdecoraties zoals behang, gordijnen, kussens, serviezen en siervoorwerpen, maar ook op veel vlaggen van Franstalige gebieden. Deze Fleur-de-Lys (of fleur-de-lis) heeft een historisch verleden dat terugvoert naar de kroning van Clovis (465 – 511), de koning der Franken. De maagd Maria zou Clovis een lelie hebben gegeven en de olie voor de zalving van de koning zou uit de hemel zijn komen vallen. Vanaf dat moment werd de lelie een symbool van rechtstreeks van God verkregen macht. In de loop der eeuwen nam het leliesymbool een steeds belangrijker plaats in. De Franse vlag toonde lange tijd gouden lelies op een witte ondergrond. Pas na de revolutie tegen Karel X van Frankrijk in 1830 verdween het symbool definitief van de nationale vlag van Frankrijk. Er bestaat overigens enige onduidelijkheid over de naam. Lys of lis betekent in het Frans gewoon lelie, maar het symbool zelf is eigenlijk een gestileerde iris ook wel lis genoemd. Plinius plaats de lelie in nobiliteit naast de roos: “Lilium nobilitata est” en inderdaad deze twee bloemen zijn in werkelijkheid de natuurlijke koninginnen van het veld.

De enige in Nederland inheemse lelie is de roggelelie (Lilium bulbiferum var croceum). Lees meer over deze lelie bij cultivars.

De meeste lelies zijn trouwens giftig voor kleine dieren, met name de kat loopt gevaar bij het zich wassen als er stuifmeel op de vacht zit.

KLEUREN EN VORMEN

De lelie komt voor in veel verschillende kleuren van zachte tinten tot felle kleuren en ook met strepen, randjes of stippen. De bloemen kunnen een doorsnee hebben van 7 tot wel 25 centimeter. De bloemen bestaan uit drie binnenste en drie buitenste kroonbladeren en zes lange meeldraden met opvallend, langwerpige helmknoppen. Per cultivar kunnen de meeldraden verschillen van kleur, als ook de kleur van het stuifmeel, van geel tot paars. Globaal kan onderscheid gemaakt worden in drie bloemvormen. Schotelvormige bloemen zijn open en naar boven gericht of hebben licht teruggeslagen kroonbladeren. Trechter- of trompetvormige bloemen zitten horizontaal of licht hangend aan de stengels. Tulbandlelies hebben sterk omgeslagen kroonbladeren en ver uitstekende meeldraden. Ze hangen knikkend aan de bloemstengels. Het blad is veervormig en gesteeld.

De bollen van lelies hebben vlezige schubben. Dit zijn verdikte bladeren waarin reservevoedsel is opgeslagen. Ze worden niet door een huid beschermd en kunnen dan ook makkelijk uitdrogen, maar zijn ook gevoelig voor te veel water.

In het verleden werden lelies volgens de vorm van de bloemen ingedeeld en thans gaat The International Lily Register uit van 9 divisies, waarbij vooral rekening wordt gehouden met de oorspronkelijke herkomst. Door wilde soorten en hun variëteiten te kruisen ontstaan nieuwe lelies met eigenschappen van meerdere soorten. Deze lelies worden hybriden genoemd. Op basis van bloei- en bladkenmerken en herkomst zijn ze ingedeeld in de volgende divisies.

  1. Aziatische hybriden: kruisingen tussen L. tigrinum, L. cernuum, L. davidii, L. maximowiczii, L. amabile, L. pumilum, L. concolor en L. bulbiferum. Meestal niet geurend, kleine tot middelgrote helder gekleurde bloemen, bloei juni – juli.
  2. Martagon hybriden: kruisingen tussen L. martagon, L. hansonii, L. medeoloides en L. tsingtauence. Meestal veel en vaak hangende gespikkelde bloemen, bloei juni – juli.
  3. Candidum hybriden: kruisingen tussen L. candidum, L. chalcedonicum, L. monadelphun en andere EU-soorten behalve de L. martagon. Kleine tot middelgrote bleek gekleurde, geurende bloemen, bloei juni – juli.
  4. Hybriden van USA species: kruisingen tussen L. pardalinum, L. humboldtii, L. helloggii en L. parryii. Kleine tot middelgrote geel tot oranje tot rode, lichte geurende bloemen, bloei juni - juli.
  5. Longiflorum hybriden: kruisingen tussen L. longiflorum en L. formosanum. Middelgrote tot grote trompetvormige witte, zoet geurende bloemen, bloei juni - juli.
  6. Trompet en aurelianense hybriden: kruisingen tussen L. luecanthum, L. regale, L. sargentiae, L. sulphureum en L. henryi. Middelgrote tot grote trompetvormige, geurende bloemen met contrasterende kleuren, bloei juli – augustus.
  7. Oriëntal hybriden: kruisingen tussen L. auratum, L. speciosum, L. nobilissimum, L. rubellum, L. alexandrea en L. japonicum. Middelgrote tot zeer grote witte, matig tot sterk geurende bloemen met contrasterende kleur, bloei augustus – september.
  8. Overigen-interspecifieke hybriden: kruisingen tussen hybriden zoals LA-hybriden, LO-hybriden, OA-hybriden en OT-hybriden.
  9. Species: de ‘wilde’ lelies.

In de leliesector worden 4 groepen gebruikt op basis van herkomst en kruisingen tussen de groepen:
Groep 1: Aziatische hybriden;
Groep 2: Oriëntal hybriden;
Groep 3: Longiflorum hybriden;
Groep 4: LA-hybriden ontstaan uit kruisingen Longiflorums en Aziaten.

Dankzij recente technieken zoals embryo-cultuur, zijn er enkele nieuwe kruisingen ontwikkeld, die vroeger onmogelijk geacht werden: LO-groep (kruisingen tussen Longiflorum en Oriëntal), OA-groep (kruising tussen Aziaat en Oriëntal) en OT-groep (kruisingen Oriëntal en Trompet lelies).
De hybriden worden aseksueel gekweekt (dus niet door stuifmeel, stamper en zaadvorming) maar door weefselkweek, het schubben van de bollen of het doortelen van de kleine bolletjes die langs de steel groeien. Op deze manier wordt het gewenste aantal genetisch identieke bollen gekweekt en ontstaat een cultivar. 
Naast alle hybriden bestaat ook nog een groep species lelies, een groep van ongeveer 100 verschillende in het wild voorkomende lelies. Ze zijn te vinden in de bosachtige gebieden van Europa, Centraal- en Zuid-Azië en Noord-Amerika. Iedere specie heeft haar eigen kenmerken en groei eigenschappen.

SYMBOLIEK LELIE

De lelie spreekt al eeuwen tot de verbeelding van de mensheid: in de bijbel als symbool van de schoonheid, in de Middeleeuwen als symbool van maagdelijke reinheid. In de Victoriaanse tijd was ze symbool van de liefde; bij het ontvangen van een zoetgeurende lelie wist men zeker: dit is mijn minnaar. Maar ook als symbool van licht, zuiverheid en bescheidenheid, kuise liefde en majesteit. Witte lelies worden vaak op bruiloften gebruikt als teken van maagdelijkheid en zuiverheid. De serene en pure uitstraling van de lelie geeft uitdrukking aan emoties in tijden van verlies en rouw. 

Ook de kleur van de lelie heeft een speciale betekenis:
Wit - onschuld, bescheidenheid en gratie;
Geel - geluk, dankbaarheid en genezing;
Lichtroze - elegantie, vrouwelijkheid en vrijgevigheid;
Donkerroze - voorspoed, overvloed en ambitie;
Rood - passie, verlangen en romantiek;
Oranje - vertrouwen, aanmoediging en rijkdom.

Witte lelies worden vaak op bruiloften gebruikt als teken van maagdelijkheid en zuiverheid. De serene en pure uitstraling van de lelie geeft uitdrukking aan emoties in tijden van verlies en rouw. In Japan zijn witte lelies het symbool van kuisheid en puurheid.

Ook de schrijvers van de Griekse oudheid vermeldden de lelie. Bij Homerus wil Hector de leliezachte huid van Ajax met een speer doorsteken. De stemmen van de cicaden en die van de muzen heten leliestemmen. In die tijd kwam de lelie uit de Oriënt naar Hellas maar al gauw was ze net zo geliefd bij de Grieken als bij de oosterlingen. Ze werd tot symbool van verhevenheid, een heiligdom van de godin Hera en over haar ontstaan ontstond al gauw een mythe. Een plant met zo’n fiere, edele houding, een bloem zo rein, schoon en geurig moest van meer dan gewone, wel van goddelijke oorsprong zijn. Als symbool van zuiverheid en majesteit droegen de Grieken de lelie op aan Hera, de hemel-moeder waar de lelie aan ontstaan zou zijn. Jupiter die verlangde dat het kind Hermes onsterfelijk zou zijn, vroeg aan de god Hypnos, de god van slaap, een narcotische drank klaar te maken die hij aan Hera gaf om op te drinken. De koninginmoeder viel in een gezonde sluimer en Jupiter legde de kleine Hermes in haar handen zodat die kon drinken van de goddelijke melk die zeker onsterfelijkheid zou verlenen. Het kind, verheerlijkt met het goddelijke voedsel, dronk sneller dan hij kon slikken zodat hij wat van de melk morste en dit op de aarde viel. Onmiddellijk ontsprong daaruit de witte lelie die de zuiverheid en majesteit weerspiegelt. Zo ook bij de Romeinen, waar Juno de melk leverde.

Bij de Romeinen, die vanuit de Griekse kolonies in het zuiden van Italië de lelie overnamen, werd ze de roos van Juno genoemd. Tot in de 18e eeuw heette de bloem Rosa junonis bij vele artsen, apothekers en botanisten. J. Gerald in zijn Herbal uit 1597, noemde de witte lelie dan ook Juno’s roos of Rosa Junonis. Plinius roemde haar schoonheid die bijzonder tot ontwikkeling komt als ze tussen rozen geplant wordt. Romeinse dichters brengen de lelie in verband met nimfen en de veld- en woudgod Silvanus.

aankondiging aan St. Maria 1928 van Augusto Giacometti

De bloem werd bij de Romeinse troonopvolgers het symbool van hoop. Op Romeinse munten met de kop van de troonopvolgers bevinden zich leliën met de woorden: “Spes populi Romani”, “hoop van het Romeinse volk”.

De Grieken en Romeinen kroonden hun bruiden met lelies, wat een puur en vruchtbaar leven zou symboliseren en dat zij trouw zou blijven aan haar echtgenoot dus dat de kinderen niet door een andere man verwekt zouden worden. Diana, Venus en Juno werden dan ook met deze bloem afgebeeld. Het symbool van maagdelijkheid en reinheid. Breek zo’n plant niet. Vooral als een man dit doet brengt hij hiermee de reinheid van zijn vrouwelijke gezinsleden in gevaar.

De lelie is al sinds de oudste tijden door de Perzen en Syriërs geëerd en gold al vroeg als zinnebeeld van reinheid en onschuld. Zo ging het ook in het christendom over. Van Juno werd het de maagd Maria, het embleem van sterfelijke schoonheid en zuiverheid. De stuifmeeldraden werden verwijderd omdat die de bloem bevlekten en zo werd de bloem maagdelijk gehouden. Bij schilderingen in kerken is de lelie altijd zonder stuifmeeldraden opgenomen.

Tot vroeg in de Middeleeuwen werd Maria op schilderijen altijd met een olijftak afgebeeld, daarna met een witte lelie. Maria, als symbool van reinheid, kreeg van de engel Gabriel, die haar de geboorte meedeelde, de lelie, het symbool van onbevlekte ontvangenis. Leonardo da Vinci heeft dit verwerkt in zijn schilderij ‘Annunciation’. 500 jaar later schilderde Gabriel Rossetti hetzelfde tafereel. 

De staf van de engel der verkondiging was al in de Byzantijnse tijd met leliën gekroond. Bij Jozef is de rode lelie een verbastering van zijn bloeiende staf en ook bij hem het symbool van kuisheid. In Griekenland plaatste de priester tot voor kort een krans van leliën en koren op de hoofden van bruid en bruidegom als symbool van zuiverheid en overvloed.

Feng Shui liefhebbers zien haar als embleem van de zomer en voorspoed en in China staat ze voor ‘Forever in love’. De Lilium longiflorum is voor de Amerikanen het teken van hoop, ze wordt gebruikt met Memorial Day. 

Naast de echte lelie zijn er een aantal soorten met het woord ‘lelie’ in hun naam: Afrikaanse lelie (Agapanthus), Daglelie (Hemerocallis), Lelietje van Dalen (Convallaria) en Belladonna lelie (Amaryllis).

Lelie bollen

LELIE KOPEN

Koop in het voorjaar of najaar stevige, stevige, gezonde, grote bloembollen met kleine, sappige worteltjes. Plant de bollen zo spoedig mogelijk na het kopen. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn. Deze bollen zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Let ook op de uitlopers, een klein, groen puntje is geen bezwaar. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.

LELIE PLANTEN

Plant ze snel na de aankoop om uitdroging te voorkomen op een plek in de zon/half schaduw maar houd de wortelzone koel en licht vochtig, vóór het vriest, van augustus tot november of in het voorjaar (maart). De meest geschikte planttijd wordt op de verpakking vermeld. Als de bollen beschikbaar zijn, kan worden geplant. Trompetlelies, de Madonna lelies en de Martagon lelies kunnen het beste in de late zomer geplant worden voor optimale groei. De meeste lelies zijn winterhard in niet te vochtige grond. De bol heeft een losse structuur en als het water tussen de schalen bevriest, rotten ze. Ze kunnen vrij goed tegen de kou, mits ze op een beschutte plek staan waar ze niet aan regen of wind blootgesteld zijn. Ze kunnen dan schade oplopen door drupvocht. Zorg voor vruchtbare, goed gedraineerde grond en bemest het plantgat goed voor het planten. Plant ze niet op een plek waar eerder lelies hebben gestaan om aantasting door schimmels te voorkomen. Sommige lelies zijn kalk vrezend en andere wensen kalk in de bodem. Een compromis dat voor alle lelies een gunstig effect geeft is lichtzuur (pH 6-6,5). Plant de bollen diep genoeg, maar zorg ervoor dat ze geen natte voeten krijgt: de soorten met stengelwortels (20-25 cm diep), zonder stengelwortels (10 – 15 cm diep). Uitzondering: L. candidum, de witte madonnalelie, de tip van de bol juist onder de kalkhoudende grond (5 cm). Leliebollen zijn een lekkernij voor woelratten. Bescherm de bollen door ze los in fijnmazig ijzergaas te pakken en pas dan te planten. Lelies en dan vooral de Aziaat en Oriëntal, kunnen ook prima in een pot geplant worden. Zorg voor een ruime pot, goede afwatering en verse potgrond en geef ze wat meer water. Meer planttips.

VERZORGING LELIE

Geef na het planten direct water, daardoor kunnen de bollen goed wortelen. De bollen mogen niet te nat worden, dan gaan ze rotten. Zijn de bollen in het najaar geplant, dek dan de plaats met een dikke laag bladeren of stro af. Geef tijdens de groei ook goed water en mest regelmatig bij. Geef in de lente verteerde oude stalmest en compost. Ondersteun de hoog bloeiende lelies zodat ze niet omwaaien. Snij uitgebloeide bloemen af, zodat alle energie naar de bol kan, maar laat 2/3 van de stengel staan. Laat de bladeren rustig vergelen en afsterven.
Verplant de lelies na 4-5 jaar. Graaf de bollen op als de stengels zijn afgestorven (september-oktober), deel ze en plaats ze direct terug. De wortels sterven niet af dus let erop dat er zoveel mogelijk wortels aan de bol blijven zitten. Bescherm lentescheuten tegen vorst (met bladeren of takken).

Let op voor het leliehaantje (Lilioceris lilii) die leeft zowel als kever als larve op diverse soorten lelies.

Is ze in potten geplant, knip de stelen na de bloei terug tot ongeveer 10 cm en zet de pot op een koele plek tot het begin van het voorjaar. Herplant ze zodra ze in maart begint te groeien, geef water en zet ze in het licht. Halverwege het voorjaar kunnen de potten weer naar buiten. Meer verzorgingstips.

VERMEERDERING LELIE

Leliebollen bestaan uit een aantal vlezige verdikte bladdelen zonder een mooie huid, zoals bij tulpen. Deze vlezige bladdelen, schubben genoemd, bevatten reservevoedsel. Vermeerdering van lelies is mogelijk via zaad (voornamelijk wilde soorten en echte zaadvariëteiten), delen van grote pollen, broedbollen of bulbils, schubben of weefselkweek. Bulbils zijn kleine bolvormige gezwellen die zich vormen in de bladoksel (waar het blad samenkomt met de hoofdstengel), dus een zijscheut. Deze bulbils kunnen worden verwijderd en geplant (zoals zaad). De vorming begint meestal na de bloei en vallen uiteindelijk op de grond. Bij schubben worden de schubben van de bollen gehaald en in kisten met turfmolm in klimaatcellen bewaard. Op de wondvlakken groeien nieuwe bolletjes. Deze bolletjes worden weer geplant. Het duurt 2 jaar voordat de bollen groot genoeg zijn om verhandeld te worden. Je kunt ook zelf proberen te schubben. Dat werkt als volgt:

Lelie 1 Picture Peppestradgard
Lelie-2-Picture-Peppestradgard
Lelie-3-Picture-Peppestradgard
Lelie 4 Picture Peppestradgard
Lelie 5 Picture Peppestradgard
Lelie 6 Picture Peppestradgard
Lelie 7 Picture Peppestradgard
Lelie 8 Picture Peppestradgard
Lelie 9 Picture Peppestradgard

Foto 1: Laat de bollen voor het schubben weken in water zodat ze hun stijfheid terugkrijgen. Zoek een bol die groot genoeg is om er wat schubben af te halen. Controleer de schubben rond de bol.
Foto 2: Soms zitten er wat meer losse schubben rond de bollen, deze zijn het makkelijkst te pakken. 
Foto 3; Breek een schub zo dicht mogelijk bij de bol af.
Foto 4: Controleer altijd of de schubben stijf zijn voordat je ze afbreekt.
Foto 5; Zo zien de afgebroken schubben er uit.
Foto 6: Vul een plastic beker met deksel (500 ml) met 200-250 ml vermiculiet.
Foto 7: Leg de schubben in de beker.
Foto 8: Voeg ongeveer 50 ml water toe.
Foto 9: Doe het deksel op de beker en schud om alles goed te mengen. Doe het etiket erin waarop staat hoeveel schubben en welke soort er in de beker zit.

Als je in een gebied woont met erg lage buitentemperaturen, zet de beker dan in de winter op een warme plek bij ongeveer 20°C. Controleer tijdens de winter of de beker nog vochtig is. Koude en zeer droge winters trekken vocht uit de beker. TIP: weeg de beker als die net is gevuld, noteer dit en controleer regelmatig door te wegen of meer vocht nodig is.

Plant ze in de lente in potten als er een bol is ontstaan.

Originele tekst en foto’s: https://www.facebook.com/peppestradgard

Lelies zelf vermeerderen door zaad gaat als volgt: verwijder tot op 4 of 5 na alle uitgebloeide bloemen. In de resterende zaaddozen wordt goed zaad gevormd dat eind september kan worden gezaaid. Verwijder de vliezen en andere onregelmatigheden van het zaad en plant het zaad op 2 cm diep in fijn gemaakte grond. Dek af met een laagje van 2 cm compost. Om vraat door knaagdieren te voorkomen, dek geheel af met kippengaas. Een of de drie zaden zal kiemen. Eerst groeien er kleine bolletjes uit het zaad en later sprietjes die zich ontwikkelen tot blad. Het volgende seizoen de bolletjes weer planten en afdekken met 2 cm compost. Het duurt 4 jaar tot de bol groot genoeg is om te bloeien. 

Eenmaal geplant houden de lelies het jaren vol. Lelies kunnen ook door weefselkweek vermeerderd worden. De schubben worden in kleine stukjes gesneden en in een laboratorium groeien daar kleine plantjes uit. Meer vermeerderingstips.

LELIE CULINAIR

In China zijn leliebollen een delicatesse en worden daar als voedsel gekweekt vanwege het hoge gehalte aan zetmeel. Het gaat dan om de Lilium lancifolium, de tijgerlelie. De bol van de tijgerlelie kan gekookt worden. De smaak is wat bitter. Bij de juiste bereiding lijkt de smaak wat op die van pastinaak. De bol kan ook worden gedroogd en tot poeder vermalen worden. Ze bevatten veel zetmeel. De bloemen zijn vers of gedroogd heerlijk in salades, soepen en rijstgerechten.

De bol van de lelie davidii kan gegeten worden en is een specialiteit uit Lanzhou (midden China). Pel ze voor gebruik voorzichtig en was en droog de ‘oortjes’ (schubben) goed; rauw door een salade of als knappertje in de soep. Verwarm de bol in roerbak gerechten slechts kort mee. Kijk hier voor het recept: roerbak van leliebol met bleekselderij.
Let op: gebruik alleen eetbare bloemen/bollen van gespecialiseerde leveranciers die eetbare bloemen/bollen telen.

MEDISCH LELIE

De bol van de tijgerlelie is ontstekingsremmend, verzachtend en slijmoplossend. Ze wordt gebruikt voor het verlichten van hartaandoeningen, pijn in het hartgebied en angina pectoris. In Korea wordt ze gebruikt voor de behandeling van hoest, keelpijn, hartkloppingen en steenpuisten. De bloemen zijn wind afdrijvend. Ze worden gebruikt om de ooglid spieren te versterken en worden geprezen voor de behandeling van bijziend astigmatisme. Een tinctuur gemaakt van de bloeiende plant, geoogst in volle bloei, wordt gebruikt bij de behandeling van uteriene neuralgie, congestie, irritatie en de misselijkheid van zwangerschap. Het verlicht de pijn die gepaard gaat met verzakking van de baarmoeder en is een belangrijke remedie tegen ovariumneuralgie.
Allesoverbloembollen kan geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor eventuele nadelige effecten van het gebruik van planten. Vraag altijd advies aan een professional voordat u een plant medicinaal gebruikt. 

ANDER GEBRUIK LELIE

In de Victoriaanse tijd speldden de vrouwen een lelie op de jurk of in het haar voor de zoete geur. Ook werd de lelie gebruikt als vulling voor kussens. Cartier, Victoria Secret en Yves Rocher verwerken lelies in enkele van hun parfums. 

LELIE OP DE CATWALK EN IN HET TUINPALET

Lelies komen in de tuin het mooiste tot hun recht als ze met een stuk of 5 in een groep geplant worden. Ze zijn ook mooi in een border en in combinatie met tuinplanten, zoals Euphorbia, geranium, iris en zomervenkel. Lelies zijn ook goed te combineren met heesters die ervoor zorgen dat de wortelzone in de schaduw blijft. Zeer sterke, overblijvende botanische lelies voor in de tuin zijn Madonnalelies (Lilium candidum), Vuurlelies (Lilium bulbiferum is roggelelie), Koningslelies (Lilium regale), Turkse lelies (Lilium hansonii, L. martagon) en Tijgerlelies (Lilium lancifolium). Ook zijn er mooie planten te vinden onder de Aziatische rassen en de Aurelian rassen, zoals de Aziatische lelie (Lilium) en de Trompetlelie (Lilium Aurelian Groep). Oriëntaalse lelies (Lilium) zijn weliswaar opvallend mooi, maar ook vorstgevoelig en hebben een korte levensduur. De Koningslelie combineert mooi met Verbena bonariensis en Allium sphaerocephalon. Trompetlelies combineren mooi met Phlox, Delphinium en Platycodon. Onder lelies die van koele voeten houden plant je luchtige bodembedekkers zoals wit zeep- of schildkruid.

Plant ze in de buurt van Afrikaantjes die insecten aantrekken die bladluizen bestrijden of lavendel waarvan de geur schadelijke insecten weert.

lilium anastasia Picture Lily Company BV

ONTWIKKELING LELIE

Tot ver in de tweede helft van de twintigste eeuw bleef het areaal lelies beperkt. Lelies werden voornamelijk gebruikt als tuinplant. Nieuwe lelies werden vermeerderd uit zaad, vaak op kleine bedrijfjes die de teelt combineerden met andere activiteiten. Pas nadat er, in eerste instantie in de Verenigde Staten van Amerika, succesvolle kruisingen zijn gemaakt die geschikte lelies voor de bloemenhandel opleverden, groeit het areaal. Er worden ongeveer 100 nieuwe cultivars per jaar geregistreerd. Tegenwoordig worden er ook lelies op pot geteeld, zijn er geurloze lelies, dubbele lelies (Roselilies), lelies zonder stuifmeel en boomlelies. De boomlelie is een kruising van oriëntaalse lelies en trompetlelies. Ze wordt 150 cm hoog in het eerste jaar en tot 240 cm in de volgende jaren, geurt, is winterhard en geeft een overvloed aan bloemen. Pink Explosion', 'Matisse', 'Anastasia', 'Starbust', 'Picasso', 'Salterello'. 

LELIE OP DE CATWALK EN IN HET TUINPALET

Lelies komen in de tuin het mooiste tot hun recht als ze met een stuk of 5 in een groep geplant worden. Ze zijn ook mooi in een border en in combinatie met tuinplanten, zoals Euphorbia, geranium, iris en zomervenkel. Lelies zijn ook goed te combineren met heesters die ervoor zorgen dat de wortelzone in de schaduw blijft. Zeer sterke, overblijvende botanische lelies voor in de tuin zijn Madonnalelies (Lilium candidum), Vuurlelies (Lilium bulbiferum is roggelelie), Koningslelies (Lilium regale), Turkse lelies (Lilium hansonii, L. martagon) en Tijgerlelies (Lilium lancifolium). Ook zijn er mooie planten te vinden onder de Aziatische rassen en de Aurelian rassen, zoals de Aziatische lelie (Lilium) en de Trompetlelie (Lilium Aurelian Groep). Oriëntaalse lelies (Lilium) zijn weliswaar opvallend mooi, maar ook vorstgevoelig en hebben een korte levensduur. De Koningslelie combineert mooi met Verbena bonariensis en Allium sphaerocephalon. Trompetlelies combineren mooi met Phlox, Delphinium en Platycodon. Onder lelies die van koele voeten houden plant je luchtige bodembedekkers zoals wit zeep- of schildkruid.

Plant ze in de buurt van Afrikaantjes die insecten aantrekken die bladluizen bestrijden of lavendel waarvan de geur schadelijke insecten weert.

Bloemstuk Ikebana lelies
Lelies

BLOEMSIERKUNST LELIE

In de Japanse bloemsierkunst ‘Ikebana’ wordt de lelie veelvuldig gebruikt. Tegenwoordig wordt de lelie ook veel gebruikt tijdens bruiloften en uitvaarten. Worden er lelies uit eigen tuin gebruikt, snij dan niet ieder jaar van dezelfde planten om deze niet uit te putten. Laat de stengel voor de helft staan, daar haalt de bol haar voeding uit.

Met de volgende tips geniet je langer van de lelies:

  • Stengels voor het schikken 10 tot 12 uur tot de bloemhals in water zetten.
  • Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid.
  • Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding. Een klein beetje bleekwater in het water helpt bacteriegroei te beheersen en het water helder te houden.
  • Twee eetlepels suiker, 1 theelepel baking soda, appelazijn of een cent in de vaas houden de bloemen langer vers.
  • Snij ca. 3 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad.
  • Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit.
  • Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
  • Kijk uit voor stuifmeelvlekken op kleding. Knip om vlekken te voorkomen, de meeldraden weg. Verwijder niet met natte doek, maar laat stuifmeel goed drogen en verwijder dan met een borstel of plakband. Blijft er toch een kleine vlek over, hang de kleding dan in de zon.

CULTIVARS LELIE HYBRIDEN

Er zijn veel cultivars van hybriden te koop in Nederland.

Lilium 'Sylt'

Aziatische groep
Deze groep lelies is ontstaan uit kruisingen van verschillende wilde lelies (species lelies) uit Azië. Een belangrijke voorouder is de Lilium bulbiferum var. croceum. Ze heeft opstaande bloemen en bloeit in heldere kleuren (wit, roze, oranje, geel, rood en paars) met veel mengkleuren vanaf midden juni. De stelen hebben een groot aantal knoppen. Hoe groter de bol, hoe meer knoppen. De lengte van de tak varieert van 60 tot 90 cm. De bloem staat 8 tot 12 dagen in de vaas. Deze groep lelies geurt niet. Enkele soorten: ‘Tresor’ (oranje), Pagani’ (wit), ‘Fuenta’(geel), ‘Sylt’ (roze) en ‘Black Out’(rood).

Lilium 'Kandango'

Oriental groep
Deze lelie is ontstaan uit kruisingen van verschillende soorten afkomstig uit Japan en wordt ook wel de ‘Japanse lelie’ genoemd. Ze wordt het meest geteeld in Nederland. Ze zijn kleurrijk en sierlijk en heeft grote bloemen die zowel zijwaarts als opstaand bloeien in augustus. De bloemen zijn groot (± 20 cm) en ze bloeit in verschillende kleuren. Ze heeft leerachtige bladeren en meestal 3 tot 5 bloemen. De lengte varieert van 90 cm tot 120 cm. De bloem staat 10 tot 14 dagen in de vaas. Kenmerkend is dat ze matig tot sterk geurend is. Zomers staat ze graag de hele dag in de zon en ze houdt van licht zure grond. Als ze niet in de juiste grond staat, wordt ze steeds kleiner en verdwijnt ze zelfs, omdat ze dan onvoldoende voedingsstoffen op kan nemen. Dit kan opgelost worden door voor het planten tuinturf te mengen in het plantgat. Verder houdt ze niet van de kou. Dus maak een keuze: òf de bollen voor de winter uit de grond halen, òf ze in een bak in de grond planten en de bak in de winter binnen zetten.  Enkele soorten: ‘Tourega’ (wit), ‘Casual’ (roze), ‘Helvetia’ (geel). Tegenwoordig bestaan er ook dubbele oriental lelies die meer dan 6 bloembladeren hebben en geen meeldraden, bijvoorbeeld de ‘Kandango’.

Lilium 'World Trade'

Longiflorum groep
Oorspronkelijk komt deze lelie alleen voor in de kleur wit, maar de laatste jaren zijn er ook roze en gele cultivars ontwikkeld. Ze heeft een stevige stengel met 2 tot 3 grote trompetachtige bloemen die de vorm van een kelk hebben. Ze wordt ook wel trompetlelie genoemd. Ze heeft een milde zoete geur en ze staat lang op de vaas. Ze bloeit in juni – juli en kan 120 tot 150 cm hoog worden. Enkele soorten: ‘White Heaven’ en ‘White Elegance’.

Lilium 'Pomonte'

LA groep
Deze lelie is een kruising tussen Aziaten en Longiflorums en is rond 1992 geïntroduceerd. Ze combineert de voordelen van de Longiflorum (lange trechter/trompetvormige bloemen) met het grote aantal bloemen per steel van de Aziaat. Ze bloeit vooral in lichte kleuren. Ze geurt niet of nauwelijks en het vaasleven is 12 tot 16 dagen. Enkele soorten: ‘Lively’ (roze), ‘Litouwen’ (wit), ‘Original Love’ (rood) en ‘Gold Strike’ (geel).

Lilium 'Triumphator'

LO groep
Deze lelie is ontstaan door kruisingen tussen de Longiflorum lelies en de Oriental lelies. Ze combineert de sterke eigenschappen van beide ouders. De bloem van deze lelie kan wel 15 tot 20 cm doorsnee hebben en verspreidt een aangenaam zoete geur. Ze bloeit van wit tot hardroze. Enkele soorten: ‘Selene’ (wit), ‘Dancing Lady’ (roze).

Lilium 'Shine On'

O.T. lelies
Met verschillende moderne technieken is het gelukt de in Nederland en Japan ontwikkelde Oriental lelies te kruisen met de in Amerika ontwikkelde Trompet lelies. Het resultaat is de O.T. lelie. Ze wordt tot 250 cm hoog. Enkele soorten: ‘Golden Power’ (geel), ‘Agostini’ (wit) en ‘Corvette’ (roze).

CULTIVARS SPECIES LELIE

Dit zijn de lelies die in het wild voorkomen. Er zijn ongeveer 128 verschillende, in het wild voorkomende, species lelies die te vinden zijn in de bosachtige gebieden van Europa, Centraal- en Zuid-Azië en Noord-Amerika. Iedere specie heeft eigen kenmerken en groei eigenschappen. De specie lelies die aangeboden worden, zijn veelal selecties van de in het wild voorkomende lelies. Onderstaande specie soorten en soorten met een * zijn te koop in Nederland.

Lilium auratum Picture www.lilycompany.nl

Lilium auratum: (betekent goudkleurige stralen) komt oorspronkelijk uit Japan en wordt meestal de 'gouden band'-lelie genoemd. Ze is in 1861 door Jhr. Von Siebold van Yedda uit Japan geïmporteerd onder de naam Lilium imperiale. In de 19e eeuw werd ze al aangeplant in Victoriaanse tuinen. Ze heeft 10 – 20 grote zoet geurende witte bloemen met goudgele strepen en donkere stippen. Ze bloeit in juli-augustus. Ze houdt van voedselrijke goed water doorlatende, wat zurige grond en van gefilterd licht. Op de juist plek bloeit ze jarenlang, wel met afdekking in de winter.

Lilium bulbiferum var. croceum Picture www.pontuswallstenplants.smugmug
Lilium bulbiferumvar. bulbiferum Picture Réginald Hulhoven

Lilium bulbiferum: (betekent bol dragend) wordt ook Roggelelie of Vuurlelie genoemd. Ze komt uit Midden-Europa waar ze groeit op bergweiden in juni – juli, ze kan tot 125 hoog worden. De grote, schotelvormige, stralend oranje bloemen met bruine spikkels staan op de uiteinden van de spinnenwebachtig behaarde stengels en zijn naar boven gericht. Een ondersoort van deze lelie komt als enige in Nederland in het wild voor (Lilium bulbiferum var croceum), maar behoort tot de beschermde planten, zie HIER. Ze groeide voornamelijk op oude akkers, waar jaarlijks winterrogge werd verbouwd en werd vroeger gezien als een lastig onkruid op de Drentse essen op de Hondsrug. Volgens Eddy Weeda, schrijver van de vermaarde Nederlandse Oecologische Flora, overleefden de leliebollen de ploeg, omdat ze net iets dieper in de grond zaten dan de ploegschaar reikte. De ploeg verspreidde wel de broedbolletjes, die net onder de grond aan stengelwortels gevormd worden en bij het ploegen in de naastgelegen velden terechtkwamen. In jaren dat de akker braak lag, konden die bolletjes zich dieper in de grond terugtrekken en daar uitgroeien tot grote bollen, die al na drie jaar bloeiende planten gaven. In Twente en de Achterhoek heet de plant gele lelie, in het Land van Hulst oranje lelie en ook bruine lelie. Omdat de oranje lelie vaak in boerentuinen werd aangetroffen, dacht men dat de plant op de roggevelden een verwilderde tuinplant was. Het is omgekeerd: de wilde plant is om zijn sierwaarde in tuinen overgebracht. In 2012 zijn in de omgeving van Eext 300 bollen uitgeplant in een natuurgebiedje. De heer Fred Bos uit Winterswijk is bekend geworden met zijn inspanningen voor het behoud van de soort. Hij is vaak aanwezig als er eind juni speciale reizen worden georganiseerd naar Duitsland. Zie voor informatie op de website van het Duitse Leliepad. 
Ooit was de roggelelie vanwege de kleur zinnebeeldig voor de prinsen van Oranje. Koning-stadhouder Willem III staat met een roggelelie afgebeeld. In Noord-Ierland is de roggelelie nog steeds een politiek symbool. Op Orangeman’s Day, staan ze in volle bloei in tuinen van protestanten, als de Orangisten hun optocht houden ter herdenking van de slag aan de Boyne in 1691, waarbij de protestantse Willem III zijn rooms-katholieke schoonvader Jacobus II versloeg.

Lilium canadense Picture Silk666 CC BY-SA 3.0

Lilium canadense: (betekent uit Canada), beschreven in 1629, is inheems aan de oostkust van Canada waar ze groeit in natte bossen. Ze kan tot 180 cm hoog worden en heeft tot wel 20 klokvormige bloemen per stengel in citroengeel met donkerpaarse spikkels. Ze houdt van humusrijke niet te droge grond.

Lillium-candidum-Picture-Ray-Mills
Madonna and child with saints, Lorenzo_Lotto_-_Virgin_and_Child_with_Saints_Jerome_and_Nicholas_of_Tolentino

Lilium candidum: wordt ook wel de Madonna- of Maria-lelie genoemd. Ze is inheems in de Balkan en het oostelijke Middellandse Zeegebied. Ze heeft tot wel 20 knikkende, trompetvormige geurende witte bloemen met een gele basis en bloeit van juni – augustus en kan 100 – 150 cm hoog worden. Om verzekerd te zijn van mooie bloemen, kan ze het beste in de herfst worden geplant, niet dieper dan 10 cm. In de vroege winter verschijnt een rozet van bladeren, die bij vorst moet worden afgedekt. Ze geeft de voorkeur aan kalkrijke grond, op een plek in de zon waar haar voeten koel blijven. Er bestaat een mythe als zou de bloem zijn ontstaan uit een druppel melk van godin Juno. In oude geschriften en op afbeeldingen, die dateren van 2000 tot 1500 jaar voor Christus, is de Lilium candidum al te zien. Ook zijn afbeeldingen gevonden op opgegraven vazen en muurschilderingen, zoals fresco’s in het paleis van koning Minos in Knossos op Kreta. De bloem komt ook meermaals voor in de Bijbel. In die tijd kende men geneeskrachtige waarden toe aan de Lilium candidum. Uit de bloemen en bollen werd zalf en olie gemaakt en gebruikt voor de genezing van allerlei verwondingen. Bij de Grieken en Romeinen was de Lilium candidum het attribuut van godinnen. De Romeinen gebruikten de bloem vanwege haar welriekendheid in kussens en dekens en de olie zelfs in hun badwater. Deze lelie-olie werd door hen “Oleum susinum” genoemd, want Susan is de Hebreeuwse naam voor lelie. De Romeinen en later de kruisvaarders, verspreidden de lelie over geheel West-Europa.

Anno nu is er door fooddesigner Katja Gruijters en kweker Gerben Ravensbergen van Lilies of Life een scheerzeep ontwikkeld met een vleugje lelie: MR.LILIUM. Hiervoor wordt lelie ‘Eyeliner’ gebruikt, een afstammeling van de Madonna-lelie die van origine een helende en desinfecterende werking heeft.

Deze lelie symboliseert puurheid voor Rooms-katholieken. Daarnaast staat de Lilium candidum symbool voor reinheid en maagdelijkheid en werd ze in schilderijen vaak afgebeeld bij de maagd Maria. Zo komt ze aan de naam Madonna-lelie.

Lilium henryi Picture www.lilycompany.nl

Lilium henryi: komt uit China en is in 1889 ontdekt door de Ierse botanicus en plantenverzamelaar Augustine Henry. Ze heeft sterk gekrulde naar beneden gerichte licht geurende oranje bloemen met donkerpaarse spikkels en groen in het centrum in een tros van wel 20 bloemen. In het wild wordt ze rond de 100 cm, maar in Nederland kan ze 150 – 200 cm hoog worden.

Lilium-lancifolium-Flore-Pleno-Picture-Ray-Mills

Lilium lancifolium: (betekent lancetvormige bladeren) komt uit Oost-Guam, China, Korea en Japan en wordt ook wel ‘Tijger’-lelie genoemd. Ze bloeit in trossen van 6 – 30 hangende oranje bloemen grotendeels bedekt met donkere spikkels. Ze werd om 1804 in Engeland geïntroduceerd. ‘Flore Pleno’ is een nieuwe cultivar met niet geurende dubbele oranje stuifmeelvrije bloemen.

Lilium leichtlinii Picture Nhu Nguyen

Lilium leichtlinii: komt uit Japan waar ze alleen groeit in centraal Honshu, het belangrijkste eiland van Japan, tussen hoge grassen in rijke, vochtige weiden. Ze heeft grote geurende citroengele bloemen met rood paarse spikkels in een luchtige tros van ruim 12 bloemen. Plant haar in voedselrijke grond in de halfschaduw. Ze wordt 60 – 120 cm hoog en bloeit in juli. Var. maximowiczii heeft oranje bloemen en is te vinden in Japan, China en Korea. 

Lilium longiflorum Picture www.pontuswallstenplants.smugmug.com

Lilium longiflorum: (betekent langbloemig) is inheems in Japan en China, maar is veelvuldig gehybridiseerd. Ze wordt ook wel de ‘Pasen’-lelie genoemd. Ze kan tot 90 cm hoog worden en bloeit in een scherm met 2 – 3 witte geurende bloemen met een gele keel.

Lilium martagon 'Slate Morning' Picture Marcus Mulder

Lilium martagon: ze bloeit in juni – augustus en kan 60 – 180 cm hoog worden. Oorspronkelijk komt ze uit West-Siberië, Europa en de Kaukasus, maar is ook inheems in Midden-Europa. Ze komt in het wild voor in Nederland en België, maar is zeldzaam. Kijk in de verspreidingsatlas waar ze groeit. Deze lelie wordt ook wel Turkse lelie genoemd omdat de bloem de vorm heeft van een tulband. De bloem heeft teruggeslagen kroonbladeren en de kleur van de wilde Martagon is dieprood met zwarte stippen. Ze geurt aangenaam en ook de hommels, bijen en vlinders genieten van haar. Soms is er in het wild ook een witte variant te vinden. De wilde Martagon vermeerdert zich vooral via zaad en slechts beperkt door de vorming van nieuwe bollen. Daarom zijn speciaal voor toepassing in de tuin hybriden ontwikkeld in veel verschillende kleuren. Ze is winterhard en zeer geschikt voor verwildering. In het najaar zijn de bollen te koop en in het voorjaar zijn ze verkrijgbaar op pot. Ze houdt van goed waterdoorlatende grond met bescherming tegen overmatige hitte, wind, droogte en kou, maar ook van wat zonnige momenten. Geef haar voldoende water zodat ze het volgende jaar weer uitbundig bloeit. Verwijder in de herfst de plantenresten en bemest ze direct na het bloeiseizoen met organische mest. Doe dit in de omgeving van de plant en bedek met zand of grond om te voorkomen dat door regendruppels sporen van schimmels op de leliebladeren spatten. Enkele soorten: ‘Manitoba Morning’ (donkerroze), Pink Morning (roze).

Lilium nepalense Picture David Victor

Lilium nepalense: (betekent uit Nepal) komt oorspronkelijk uit Nepal, maar komt ook voor in de Himalaya en West-China. Meestal groeit ze in natte bosgrenzen tussen de 1200 en 3000 m. Ze heeft tot 5 knikkende trompetvormige groengele bloemen in een tros met een roodpaars centrum en geurt naar muskus, bloeit in juli en wordt 90 – 120 cm hoog. Ondergronds vormt de bol uitlopers (stolonen) van wel een meter lang. Hieraan worden nieuwe bolletjes gevormd, waardoor ze zich in korte tijd vermeerdert. Alle delen van de plant zijn giftig.

Lilium parryi Picture Jordan Zylstra

Lilium parryi: wordt ook wel de ‘citroen’-lelie genoemd en is in 1879 ontdekt door Charles Christopher Parry, een Amerikaanse botanicus. Ze komt uit de San Gabriel Mountains in Zuid-Californië waar ze groeit in weiden en langs bergstromen. Ze heeft 2-10 knikkende trompetvormige geurende bloemen in helder citroengeel tot goudgeel. Ze bloeit in juni en wordt 60 – 150 cm hoog. Plant haar op een plek in de (half) schaduw en laat haar niet uitdrogen.

Lilium regale

Lilium regale: (betekent koninklijk) wordt ook wel de Koningslelie genoemd. Ze bloeit in juli - augustus en kan tot 150 cm hoog worden. Oorspronkelijk komt ze uit de Min vallei in West China. In 1903 is ze ontdekt door Ernest Wilson die op zoek was naar een bepaalde soort boom. De bollen zijn wijnrood en ongeveer 15 cm groot. De knikkende trompetvormige zoet geurende witte bloemen hebben een gele keel en aan de buitenkant purperroze strepen. De bloemen zitten in groepen van 3 tot 6 stuks aan een stevige lange stengel. Er zijn 2 variëteiten: ‘Album’ bloeit zuiver wit en ‘Royal Gold’ zuiver geel.  Ze produceert veel zaad en vertoont apomixis (Apomixie, ook vaak apomixis genoemd, is een verzamelnaam voor ongeslachtelijke voortplanting via zaad).

Lilium speciosum var. Rubrum Picture www.lilycompany.nl

Lilium speciosum: (betekent fraai, mooi) wordt ook wel Japanse lelie genoemd en wordt 60 – 100 cm hoog. Ze bloeit in zacht roze aan de rand overgaand in wit met karmijnrode/purperen spikkels. ’s Avonds en ’s nachts geurt ze sterk en zoet. In de winter moet ze afgedekt worden. Var. speciosum heeft 10 – 12 geurende donkerroze tulbandvormige bloemen met een witte rand en hart en veel spikkels. Ze bloeit laat in de zomer. In Nederland bloeide ze voor het eerst In 1832. Var. gloriosoides heeft rode stippen in de centrale ring.

Lilium tsingtauense Picture Dalgial CC BY-SA 3.0

Lilium tsingtauense: komt oorspronkelijk uit China en Korea, wordt tot 95 cm hoog en bloeit in oranje met donkerder vlekken. Ze geurt onaangenaam.

Lilium tsingtauense Picture Dalgial CC BY-SA 3.0

Meer soorten: L. akkusianum, L. albanicum, L. amabile, L. amoenum, L. anhuiense, L. apertum, L. arboricola, L. armenum, L. aurelianense, L. bakerianum, L. basilissum, L. bolanderi, L. bosniacum, L. brevistylum, L. brownii, L. burnhamense, L. callosum, L. carniolicum, L. catesbaei, L. cernuum, L. chalcedonicum, L. ciliatum*, L. columbianum, L. concolor, L. dalhansonii, L. davidii*, L. debile, L. distichum, L. duchartrei, L. elegans, L. eupetes, L. fargesii, L. floridum, L. formosanum, L. georgei, L. gongshanense, L. grayi, L. hansonii*, L. henrici, L. hollandicum, L. humboldtii, L. imperiale, L. intermedium, L. iridollae, L. jankae, L. japonicum, L. kelleyanum, L. kelloggii, L. kesselringianum, L. lankongense, L. ledebourii, L. leucanthum, L. lijiangense, L. lophophorum, L. mackliniae, L. maculatum, L. maritimum, L. marmed, L. matangense, L. medeoloides, L. medogense, L. meleagrinum, L. michauxii, L. michiganense, L. monadelphum, L. nanum, L. nobilissimum, L. occidentale, L. oxypetalum, L. papilliferum, L. paradoxum, L. pardalinum*, L. pardanthinum, L. parkmanii, L. parvum, L. pensylvanicum, L. philadelphicum, L. philippinense, L. pinifolium, L. poilanei, L. polyphyllum, L. pomponium, L. ponticum, L. primulinum, L. procumbens, L. puerense, L. pumilum*, L. pyi, L. pyrenaicum, L. pyrophilum, L. rhodopeum, L. rockii, L. rosthornii, L. rubellum, L. rubescens, L. saluenense, L. sargentiae, L. sempervivoideum, L. sherriffiae, L. souliei, L. stewartianum, L. sulphureum, L. superbum, L. synapticum, L. szovitsianum, L. taliense, L. testaceum, L. tianschanicum, L. ukeyuri, L. wallichianum*, L. wardii, L. washingtonianum en L. yapingense.