Gloriosa is familie van de colchicaceae
Populaire naam: Klimlelie of Prachtlelie
Bloeiperiode: juli – augustus - Bloemkleur: verschillende combinaties kleuren
Plantdiepte: 10 - 15 cm - Plantafstand: 5 cm - Planthoogte: 100 - 150 cm
Toepassingen: kas, serre, terras, potterie
NAAM EN HERKOMST GLORIOSA
De naam is afkomstig van het Latijnse gloriosus, dat glorieus, roemvol betekent, een verwijzing naar de mooie bloemen. Ze wordt ook wel de prachtlelie, klimmende lelie, kruipende lelie, vlammende lelie, glorielelie of erekroon genoemd. Oorspronkelijk komt ze uit India en Centraal tot Zuidelijk Afrika. Er zijn ongeveer 30 soorten beschreven waarvan er 4 uit tropisch Afrika komen en één uit Azië. Het is de nationale bloem van Zimbabwe, is er beschermd en wordt vuurlelie genoemd.
Paulus Hermannus gaf in 1687 een catalogus uit van de planten in de botanische tuin van de Leidse Hogeschool waarin de Gloriosa Methonica malabarorum is opgenomen. Rheede van Drakenstein meldt in zijn Hortus Indicus Malabaricus dat de “Mendoni” in 1686 uit Ceylon werd ontvangen onder de volksnaam Nyaghala, waar zij bloeide in de toen beroemde plantenverzameling van Casparus Fagel. In 1697 beschrijft J. Commelin de plant in zijn “Beschrijvingen en Curieuse Afbeeldingen van rare vreemde Oost-Indische Gewassen” als Lilium zeylanicum superbum. Zeylanicum staat voor Ceylon, (nu Sri Lanka), de Ceylonse lelie. Linnaeus noemde de plant ‘Gloriosa’ en de afspraak is dat de botanische nomenclatuur begint met Linnaeus Species Plantarum van 1753.
KLEUREN EN VORMEN GLORIOSA
Ze heeft langwerpige knollen/wortelstokken, unieke bloemblaadjes met een vlammend patroon en is een prachtige klimmer. Met de kleine krulletjes aan de punten van de bladeren trekt ze zich omhoog. De stampers aan de onderkant van 6 golvende bloemblaadjes zijn groengeel. De bloemen verschijnen aan de top van de stengels. Die groeien door tijdens de bloei en daarom hangen de 4 cm klokjes sierlijk aan de stengels. Ze bloeit ongeveer een maand waarna uit het hart van iedere bloem een doosvrucht zo groot als een flinke augurk verschijnt. Hierin zitten de zaden verstopt.
SYMBOLIEK GLORIOSA
In het Latijn betekent gloriosus roemvol. De Gloriosa staat voor ambitie en succes: ze zijn het ideale geschenk voor iemand met een nieuwe baan of die op een andere manier een nieuw begin ervaart.
GLORIOSA KOPEN
Koop in het voorjaar stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmelde of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
GLORIOSA PLANTEN
Omdat de Gloriosa niet winterhard is, kan ze het beste in een pot geplant worden. Plant ze in mei in een ruime pot met de neus naar boven en bedek ze met 5 cm grond mengsel van compost, gazonaarde, turf en zand. Zet de pot op een lichte beschutte plek. Ze groeit graag in vochtige grond die tussendoor droog wordt. Plant ze voorzichtig want elke knol heeft maar één groeipunt. In een zonnige serre, waar de temperatuur het hele jaar niet onder de 15 °C komt, kunnen ze wel in de volle grond worden geplant. Meer planttips.
VERZORGING GLORIOSA
Geef in de zomer ruim water, maar laat de potgrond tussentijds wel droog worden. Regelmatig plantenvoeding, als ook het verwijderen van uitgebloeide bloemen, bevorderen de bloemvorming. Als de bladeren beginnen te vergelen in de herfst, wordt gestopt met watergeven. Ze is niet winterhard. Laat ze overwinteren in de pot en zet die op een koele, vorstvrije plek. In het voorjaar de knollen voorzichtig uit de aarde halen en in verse aarde planten. De knollen kunnen ook uit de pot gehaald worden. Bewaar ze in papier op een koele plek (ca. 15°C). In het voorjaar de knollen weer planten. Zodra ze herplant zijn water en plantenvoeding geven. Zet ze op een warme plek zodat de stengels en bloemknoppen gevormd kunnen worden. Door de hoogte van de plant heeft ze wel steun nodig. Meer verzorgingstips.
VERMEERDEREN GLORIOSA
Na de bloei sterft de plant af, maar maakt nieuwe knollen aan. Laat de plant op een koele en droge plek overwinteren. In april de nieuwe knollen uitgraven en planten. Wees bij het uitgraven voorzichtig met de top van de knol, die mag niet afbreken. Meer vermeerderingstips.
GLORIOSA MEDISCH
De Gloriosa bevat colchicine en is daarom uitermate giftig. Colchicine remt ontstekingen, vooral ontstekingen in gewrichten door jicht. In de jaren 50-60 heeft het farmaceutisch bedrijf Philips Duphar in Nederland onderzoek gedaan naar de gebruikswaarde van colchicine uit de Gloriosa voor geneeskrachtige doeleinden. Helaas was het gehalte colchicine te laag voor een bruikbaar resultaat. In India wordt colchicine gebruikt bij erectiestoornissen.
Allesoverbloembollen kan geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor eventuele nadelige effecten van het gebruik van planten. Vraag altijd advies aan een professional voordat u een plant medicinaal gebruikt.
BLOEMSIERKUNST GLORIOSA
Door haar vorm en kleuren is de Gloriosa zeer geschikt voor Ikebana bloemstukken, maar ze is ook geschikt voor de vaas. Om de bloemen te beschermen, worden ze verkocht in een luchtdichte zak. Knip die voorzichtig langs de zijkant open om de bloemen eruit te pakken. Snij schuin 1 cm van de stelen af en zet de bloemen in koud water met snijbloemenvoedsel, in een schone glazen vaas. Zet Gloriosa bloemen bij voorkeur niet op een warme plaats, de bloeitijd wordt hierdoor sterk verkort.
TIP: Wil je de bloemen cadeau geven en moet je ze een dagje bewaren? Laat ze dan in de verpakking en leg ze op een donkere koele plek: de koelkast.
CULTIVARS GLORIOSA
Gloriosa lindenii: groeit rood met geel in de heuvels van centraal Zambia waar het weer natter en koeler is.
Gloriosa modesta: bloeit oranje, komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika en kan het beste uit zaad vermeerderd worden.
Gloriosa superba: bloeit met grote bloemen in rood met geel en de bloemblaadjes zijn sterk gegolfd. Ze is voor het eerst in 1690 beschreven. In 1860 wordt ze gevonden op het eilandje Fernando Po en afgebeeld in het Botanical Magazine. In 1861 wordt ze door Ch. Lemaire in L’Illustration horticole beschreven als Methonica, de naam die de Franse botanicus Jussieu al in 1789 gebruikte.
Gloriosa suberba ‘Rotschildiana’: heeft rode bloemen met gele rand. Ze is uit Oeganda ingevoerd door Majoor H.B. Rattrayn in 1902 en ze werd voor het eerst beschreven door James O’Brien in 1903. Ze bloeide voor het eerst bij Lord Walter Rothschild in het Tring Park in Engeland in 1903.
Gloriosa simplex: is in 1823 door Lindley beschreven en komt oorspronkelijk uit Mozambique. De Afrikanen noemen deze plant naar de bloemkleur, gele of rode boslelie. De bloem opent in geel, maar wordt diep geel/rood als ze in de zon staat.
Overige soorten: G. baudii, G. carsonii, G. flavovirens, G. littonioides, G. revoilii, G. rigidifolia, G. sessiliflora.
Enkele variëteiten:
Gloriosa ‘Bordeaux’: bloeit bordeauxrood met geel.
Gloriosa ‘Carsonii’: bloeit purper met gele rand.
Gloriosa ‘Lutea’: bloeit geel.
Gloriosa ‘Sparkling Stripe’: bloeit geel met oranjerode bloemen.