Begonia

Begonia rood

Knolbegonia is familie van de Begoniaceae  

Bloemkleur: rood, wit, roze, oranje, geel, paar, abrikoos, meerkleurig 

Bloeiperiode: juni – oktober

Plantdiepte: 15 - 20 cm - plantafstand: 15 cm - planthoogte: 20 - 90 cm   

Toepassingen: borders, perken en potterie

NAAM EN HERKOMST KNOLBEGONIA

Praat men over de begonia dan heeft men het over een grote familie van dikstelige begonia’s en bladbegonia’s, tot groenblijvende vaste planten, struikbegonia’s, winterbloeiende begonia’s en knolbegonia’s. Op deze site beperken we ons tot de knolbegonia.

Oorspronkelijk komt de Begonia uit vochtige, warme gebieden verspreid over de wereld, in bosrijke gebieden. De plant is vernoemd naar de Franse kruidkundige Michel Bégon (geb. 1638), Frans diplomaat die voor zijn overzeese missies in opdracht van de Zonnekoning Louis XIV een apotheker moest aanstellen om naar geneeskundige kruiden te zoeken. Deze apotheker nam de Franciscaner monnik Charles Plumier (geb.1646) mee die meer botanische kennis had en bovendien goed kon tekenen. Plumier legde een prachtig herbarium aan en maakte hiertoe gedetailleerde tekeningen van planten die hijzelf ook namen gaf. Hierbij benoemde hij botanici en opdrachtgevers. In Haïti werd een plantengeslacht gevonden die Plumier naar zijn opdrachtgever Bégon vernoemde, de Begonia. Gent is voor de knolbegonia een belangrijk teeltgebied. E. Vallerand heeft in 1878 de eerste grootbloemige begonia op de markt gebracht onder de naam ‘Erecta Suberba’.

KLEUREN EN VORMEN KNOLBEGONIA

De knolbegonia komt voor in veel verschillende kleuren en vormen, het resultaat van de vele kruisingen. De bloemkleuren variëren van wit, roze, rood en oranje tot geel, paars en abrikoos en meerkleurig. Uit de harige, bruine knollen groeien zachte, vlezige scheuten met asymmetrische bladeren en bloemen die de hele zomer bloeien. De bloemstengels dragen mannelijke en vrouwelijke bloemen. De vrouwelijke bloemen hebben minder bloemblaadjes.

Begonia 'Nonstop' female flower Picture David Pilling
Begonia hybrid male flower Picture David Pilling
Begonia 'Nonstop' male flower Picture David Pilling

Foto links: vrouwelijke bloem
Foto midden: mannelijke bloem
Foto rechts: mannelijke bloem zonder meeldraden

De meest overzichtelijke verdeling van de knolbegonia-variëteiten is: 
1. De rechtopstaande soorten: deze kunnen zowel in de tuin, in borders en bloembakken gebruikt worden. We onderscheiden:

     De dubbelbloemige begonia’s

  1. Grandiflora’s ook grootbloemige begonia’s genoemd. Ze hebben dikgevulde dubbele bloemen;
  2. Fimbriata’s, die lijken op anjers en een gefriseerde rand hebben;
  3. Picotee, soorten met twee verschillende kleuren per bloem;
  4. Marmorata, soorten met een gemarmerd kleurpatroon, meestal rood op witte of lichtroze ondergrond;
  5. Camelliaeflora soorten met ronde camelia-achtige bloemblaadjes van karmijn tot oranjerood;
  6. Bouton de Rose soorten met zalmroze rozenknopachtig samengevouwen bloemblaadjes.

     De kleinbloemige begonia’s

  1. Multiflora, heeft kleine bloemen die bijzonder talrijk zijn. De bloemen zijn enkelvoudig of gevuld;
  2. Multiflora maxima, een veelbloemige plant geschikt als bodembedekker;
  3. Non-stop, wordt gekenmerkt door een uitbundige en langdurige bloei.

     De enkelbloemige begonia’s

  1. Crispa marginata, heeft bloemblaadjes met een golvende of gekroesde rand die contrasteert met de rest van de bloem. De plant is compact en enkelbloemig;
  2. Bertini compacta heeft kortere plantjes met veel enkele bloemen in oranje, geel of wit;
  3. Soorten met vlakke gaafrandige bloembladen, niet meer zo trendy;
  4. Cristata soorten met kamvormige uitroeiingen op de bloembladen.

2. De hangende soorten: deze zijn ideaal om in hangpotten of vazen te zetten en om vensterbanken te decoreren, men noemt ze ook de Pendula. 

  1. De grootbloemige hangende begonia’s (Pendula – Cascade), hebben grote afhangende bladeren en bloemen, ideaal voor hanging baskets
  2. De gewone kleinbloemige pendula, die dunnere stengels heeft en zeer veel bloemen.
  3. De rijkbloeiende cascade met dubbele bloemen met sterk afgeronde bloembladen.

SYMBOLIEK KNOLBEGONIA

De begonia staat symbool voor assertiviteit en weemoed en in grafperken voor evenwichtigheid. Chinese dichters adopteerden de begonia bij uiting van schoon- en deugdzaamheid. In het oude China werden begonia’s kunstzinnig op zijde gestikt en op porselein afgebeeld.

Begonia grandis tuber Picture David Pilling

KOPEN KNOLBEGONIA

Koop in het voorjaar stevige, vaste knollen. De omvang van de knollen zegt niets over de grootte van de bloemen. Koop nooit verschrompelde knollen. Koop in het voorjaar ook geen bloeiende begonia’s; deze bloeien ’s zomers soms niet door. Meer kooptips.

PLANTEN KNOLBEGONIA

Pot in april de knollen op om binnenshuis op een lichte en warme plek (16-21°C) voor te trekken. Zodra ze enkele cm hoog zijn, overpotten en temperatuur verlagen om ze af te harden zodat ze na de vorst naar buiten kunnen (half mei). Hierdoor bloeien ze eerder. De knol met de holle kant naar boven planten en bedekken met een dun laagje potgrond/aarde. Zet ze op een plek in halfschaduw in humusrijke, vochtige grond. Zon in de ochtend of late middag bevordert de bloei, maar felle zon vanaf 11 tot 18 uur kan de bladeren verbranden. Haal alle knoppen weg totdat er minstens 3 paar bladeren aan de stelen zitten. Meer planttips. 

VERZORGING KNOLBEGONIA

Zorg dat de plant niet droog komt te staan. Te veel water leidt echter weer tot bladverkleining en uitval. Bij de grootbloemige soorten mag alleen de mannelijke knop bloeien, dus moeten zijknoppen worden weggehaald. Verwijder regelmatig rotte bladeren en bloemen om de bloei te verbeteren en mest regelmatig bij. Ze is niet winterhard. Zodra de bladeren zijn verdord, de knollen opgraven, de stengels afbreken en in trays, droge turf op potgrond zetten. In maart met de holle kant naar boven planten (bijna op de grond), met de rand van de knol op gelijke hoogte met het oppervlak van de compost. Geef water en plaats op een warme plek. Ze heeft16 °C nodig om te groeien. Zodra zich enkele bladeren vormen, overpotten in een grotere pot. In juni kunnen ze in de tuin worden geplant. Meer verzorgingstips.

VERMEERDERING KNOLBEGONIA

Vermeerderen is mogelijk uit stengelstek (kan ook op water en na wortelvorming in stekgrond) en zaad of door het scheuren van knollen. Als de knollen al een paar jaar worden overgehouden, worden ze te groot. Ze kunnen dan doorgesneden worden. Let op dat elk deel een oog heeft. In 1 gram zaad zitten 40 tot 50.000 zaadjes, goed voor zeker 35.000 plantjes. Enkele soorten maken ook broedknollen aan in de oksels van het blad. Meer vermeerderingstips.

KNOLBEGONIA OP DE CATWALK EN HET TUINPALET

De kleuren van de knolbegonia staan mooi bij blauwachtige planten. In bakken zijn soorten als Scaevola en Lobelia erinus goede keuzes. Net als de Salvia farinacea, natuurlijk. Gele knolbegonia’s contrasteren mooi in een pot met kleine coniferen zoals Juniperus horizontalis. Grote potten beplant met knolbegonia’s kunnen ook geraniums bevatten, Mignondahlia’s en grootbloemige en kleinbloemige Zinnias. Een terracottapot gevuld met witte knolbegonia’s en wat klimop over de rand ziet er heel mooi uit.

KNOLBEGONIA CULINAIR

De bloemetjes hebben een frisse limoen- citroensmaak en een lekkere bite. Heerlijk in een salade of gesuikerd op taart. De bloemetjes zijn te koop bij de horecaverswinkel. De bladeren van de begonia zijn giftig voor mens en dier. Let op: gebruik alleen eetbare bloemen van gespecialiseerde leveranciers die eetbare bloemen telen.

knolbegonia tapijt

GEBRUIK KNOLBEGONIA

Iedere 2 jaar wordt op de Grote Markt in Brussel een Bloementapijt (77 x 24m) neergelegd, bestaande uit een meer dan 500.000 begonia's. Het thema in 2018 was Mexico. Ook in Zaventem, Waregem, Leuven, Merelbeke, Wetteren en Poperinge, worden in de maand september begonia tapijten neergelegd.

CULTIVARS KNOLBEGONIA

Soorten met een * zijn te koop in Nederland. Daarnaast zijn er veel hybriden te koop.

Begonia boliviensis Picture Mary Sue Ittner

Begonia baumannii: is inheems in de rotsachtige gebieden van de Andes in Bolivia van 2500-3400 m. Ze is ontdekt door de Zwitserse botanist Eugen Baumann. Ze geurt naar rozen en bloeit in karmijn/roze.

Begonia boliviensis: werd in 1864 uit Bolivia ingevoerd. Ze heeft kleine oranjerode bloemen en kan als potplant worden gekweekt. Ze kan tot 100 cm hoog worden. Vermeerdering is eenvoudig via stekken.

Begonia cinnabarina: is een compacte soort uit de Andes. Ze bloeit oranje. 

Begonia falciloba: is een sierlijke, rechtopstaande soort uit het westen van Mexico met roze bloemen.

Begonia grandis evansiana 'Alba' Picture Réginald Hulhoven

Begonia geranioides: is een delicate witte soort uit Natal en de Oostkaap, Zuid-Afrika. De afgeronde bladeren worden gedragen op een zeer korte stengel boven op de knol.

Begonia geraniifolia: is een knol gewortelde begonia met roze witte bloemen die zowel in Peru als in Bolivia, Zuid-Amerika, voorkomt. Er zijn aanwijzingen dat oude Peruaanse dorpsbewoners deze soort tussen 5700-3000 v.Chr. hebben gedomesticeerd en de knollen aten.

Begonia grandis Picture Jay Yourch

Begonia goudotii: uit Madagaskar waar ze groeit op kalksteenformaties in het noorden van het eiland. Ze heeft kleine roze bloemen en vereist het hele jaar door warme omstandigheden, een hoge luchtvochtigheid en halfschaduw tijdens de groei.

Begonia grandis*: uit China en Japan, is een van de meest winterharde. Een veel voorkomend synoniem is Begonia evansiana. Ze heeft spitse bladeren die van onder en aan de rand rood zijn en kleine roze bloemen.

Begonia geel

Begonia monophylla: ze heeft geurige, witte, vrij grote bloemen en is wijdverspreid in het westen van Mexico Ze gedijt goed onder warme kasomstandigheden in relatief kleine potten die in het tussenseizoen twee keer per week kunnen uitdrogen. 

Begonia octopetala: uit Zuid-Amerika. Vergelijkbaar met Begonia geraniifolia, is er bewijs van de domesticatie van deze soort door oude Peruaanse dorpelingen tussen 5700-3000 v.Chr. voor eetbare knollen. 

Begonia pearcei: in 1865 ontdekt door Richard Pearce, een plantenzoeker voor de fa. Veitch. Dit is de enige geelbloeiende begonia.

Begonia_socotrana

Begonia socotrana: komt alleen voor op het eiland Socotra in het Hagghier-gebergte op ongeveer 900 m hoogte. Ze is in 1880 ontdekt door I.B. Balfour, directeur van de botanische tuin van Edinburgh. In plaats van een knol, worden op grondniveau talloze 'bollen' bestaande uit een paar schalen (waarschijnlijk stipules) gevormd die een bladknop omsluiten. De volwassen bladeren zijn bijna perfect cirkelvormig met de bladsteel die het blad in het midden verbindt. De bloemen zijn opzichtig en felroze. Omdat dit een winter groeiende soort is die actief is van de herfst tot de late winter, werd ze al snel na de introductie in de late 19e eeuw gebruikt in hybridisatie met knolachtige soorten. Dit werk leverde de winterbloeiende groepen B. x Hiemalis en B. x Cheimantha op.

Begonia talliensis Picture John Jearrard

Begonia sutherlandii*: uit KwaZulu-Natal, Zuid-Afrika, groeit uit knollen en vormt kleine knollen in de bladoksels. Ze bloeit bleekoranje.

Begonia taliensis: is een recente introductie uit China. Ze is stengelloos en produceert opvallend gevormde bladeren met ingesneden marges en een prachtige iriserende glans. Ze heeft lichtroze bloemen.

Hybriden*:

Begonia

Begonia × tuberhybrida: is een hybride zaadsoort geïntroduceerd door het Duitse zaadbedrijf Ernst Benary in 1972. Ze heeft heldere grote bloemen.

Begonia 'Gloire de Lorraine': is in 1891 in Frankrijk ontstaan uit een kruising van Begonia socotrana en dregei en geclassificeerd als Begonia x сheimantha. Ze heeft roze steriele bloemen.