Leopoldia

Leopoldia comosa Picture www.fleurs-des-montagnes.net

Leopoldia is familie van de Asparagaceae  

Populaire naam: druifhyacint  

Bloemkleur: paars, witachtig, gelig, groenachtig of bruin - Bloeiperiode: mei – juli

Plantdiepte: 10 cm - Plantafstand: 8 cm - Planthoogte: 30 - 90 cm

Toepassingen: border, rotstuinen, onder bomen en heesters, potterie 

NAAM EN HERKOMST LEOPOLDIA

Leopoldia behoorde in het verleden tot het geslacht Muscari en wordt nog vaak als Muscari verhandeld. Het verschil met Muscari is dat de stelen van Leopoldia langer zijn en de individuele bloemen verder uit elkaar staan, meer verspreid zijn over de tros. Er zijn 15 soorten bekend die oorspronkelijk groeien in het gebied van de oostelijke Middellandse Zee tot het Midden-Oosten.

William Herbert was de eerste die in 1819 de naam Leopoldia gebruikte. In 1845 stelde Filippo Parlatore voor de soort af te scheiden van het geslacht Muscari. In 1970 werd dit geaccepteerd en is Leopoldia een eigen geslacht.

LEOPOLDIA KLEUREN EN VORMEN

De bloem bloeit in bruingroen, overgaand in geel of wit, als een buisvormig klokje met duidelijke ‘schouders’ dicht bij de mond van de bloem. De mond is klein en heeft 6 kleine ‘tandjes’. De kleur hiervan is een diagnostisch kenmerk bij het identificeren van soorten. Aan de bovenkant van de tros zit vaak een opvallend plukje violette, blauwe of roze steriele bloemen. De vruchtbare onderste bloemen wijzen naar buiten of naar beneden. De bovenste steriele bloemen wijzen naar boven. Ze bloeit in het late voorjaar of de vroege zomer. Ze heeft 3 of 4 lijnvormige fijn getande bladeren, ongeveer even lang als de stengel.

LEOPOLDIA KOPEN 

Koop na de zomer stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn of al uitlopers hebben. Deze zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.

LEOPOLDIA PLANTEN

Plant haar in het najaar op een zonnige tot half beschaduwde, warme, vrij open plaats op droge tot vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkrijke, humusrijke, verstoorde of betreden grond (löss, leem, mergel en zand). Geef na het planten een beetje water. Ze kan ook in een pot geplant worden. De pot moet goed waterdoorlatend zijn, dus met gaatjes in de onderkant zodat overtollig water kan weglopen. Meer planttips.

LEOPOLDIA VERZORGING

Ze heeft niet veel verzorging nodig. De bol bevat genoeg voeding voor de plant om te overleven. Geef alleen bij aanhoudende droogte water. Meer verzorgingstips.

VERMEERDERING LEOPOLDIA

Nadat ze in het voorjaar is uitgebloeid, kunnen de bolletjes gewoon in de tuin of pot blijven staan. Ze vormt broedbollen, maar niet veel. Leopoldia comosa verwildert wel snel en kan invasief worden. Ze heeft zich vanuit haar oorspronkelijke verspreiding noordwaarts verspreid en verscheen bijvoorbeeld in de 16e eeuw op de Britse eilanden. Als de plantjes te dicht groeien, (om de 4-5 jaar) de bolletjes opnemen als het blad geel wordt (juni-juli), verdelen en onmiddellijk herplanten – met blad – op ruime afstand (10 cm). Meer verwilderingstips.

Muscari culinair

LEOPOLDIA CULINAIR 

In Iran worden de bollen van Leopoldia comosa gepekeld een gegeten als ‘moosir’ of ‘sjalot yoghurt’. In Griekenland heet het ‘volvoi’ dat ‘bollen’ betekent en in Puglia, Italië, worden de bolletjes van de wilde kuifhyacint gegeten als groente. Lampascioni, Venusbol, pampasciuni of pampasciuli wordt het genoemd. De Lampascioni is vers te koop op de markten in Puglia. Het bereiden kost veel tijd: Lampascioni bevat slijmstoffen (mucilage) die keukenbereidingen kunnen binden: 

  • schillen (moeizaam door het kleverige sap), aantal keer wassen en aantal keer koken (bittere smaak verminderen); 
  • schillen (moeizaam door het kleverige sap), kruiswijs insnijden aan de bovenkant en frituren in olijfolie. De bolletjes openen zich in het vet en zien eruit als een bloem;
  • schillen (moeizaam door het kleverige sap), grillen en dan inmaken in olijfolie en azijn. 

Bij de Italiaanse online shop van Azienda Agricola Arenazza zijn een aantal producten met lampascioni te koop. De oude Grieken beschouwden de wilde kuifhyacint als een voedzame plant en de medicus Claudius Galenus (131-201) meldt dat de venusbol een zeer geschikt afrodisiacum is. De bollen worden in het vroege voorjaar geoogst (januari t/m april) en zijn, net als truffels, moeilijk te vinden.

Let op: gebruik alleen eetbare bloemen/bollen van gespecialiseerde leveranciers die eetbare bloemen/bollen telen.

LEOPOLDIA OP DE CATWALK IN HET TUINPALET

Ze combineert mooi met andere voorjaarsbloeiende bloembollen zoals tulp en narcis, maar ook met buxus en azalea.

CULTIVARS LEOPOLDIA

Soorten met een * zijn te koop in Nederland.

Leopoldia caucasica Picture Oron Peri
Leopoldia dionisycum Picture Marcus Mulder
Leopoldia longipes Picture Gideon Pisanty

Leopoldia bicolor: betekent tweekleurig. Komt oorspronkelijk uit Egypte, Israël, Palestina, Libanon en Syrië en is beschreven in 1947.

Leopoldia caucasica: uit de Kaukasus, Turkije, Irak en Iran, is in1935 beschreven.

Leopoldia comosa*:  wordt Kuifhyacint genoemd want Comosum betekent gekuifd. Ze heeft een kegelvormige tros van 10-20 cm lang met 40-10 bloemen. Het bloemhoofdje is bleekpaars; na de bloei kleuren de bloemen bruin. De bloemen hebben een muffe geur. Ze bloeit laat, eind mei – juli en wordt 30-90 cm hoog. Oorspronkelijk komt ze uit Zuid-Europa, Balkan, Azië en Noord-Afrika en is beschreven in 1596. Uit deze soort zijn twee vormen ontstaan: ‘Monstrosum’ uit 1611 en de kuifhyacint ‘Plumosum’ (gepluimd) uit 1612 die een nog sterker vertakte bloeiwijze heeft, een pluim vormt en bijna volledig bestaat uit steriele bloemen. Ze komt in België en Frankrijk nog in het wild voor, alsook in Nederland, maar zeldzaam. Kijk in de verspreidingsatlas waar ze te vinden is. In Zuid-Italië, Portugal en Griekenland is de bol een culinaire delicatesse (zie hierboven).

Leopoldia cycladica: uit Griekenland en Griekse eilanden.

Leopoldia eburnea : uit Israël.

Leopoldia ghouschtchiensis: uit Iran.

Leopoldia gussonei: uit Sicilië.

Leopoldia longipes: kan tot 60 cm hoog worden en heeft meer dan 200 bloemetjes. Ze bloeit in mauve tot bleek bruin en komt oorspronkelijk uit Israël.

Leopoldia maritima: uit Noord-Afrika en Zuidwest-Azië van Marokko tot Iran.

Leopoldia tenuiflora: oorspronkelijk groeit ze van Duitsland tot Italië naar Oekraïne, Iran en Saoedi-Arabië.

Leopoldia weissii: uit Griekenland en Turkije.

Meer soorten: L. matritensis, L. spreitzenhoferi, L. tabriziana en L. tijtijensis.

Onderscheid Muscari, Leopoldia en Pseudomuscari:

Vruchtbare bloemen groen tot geel, steriele bloemen violet of blauw = Leopoldia

Vruchtbare en steriele bloemen samen kleurend, violet of blauw = Muscari

Vruchtbare bloemen donkerpaars, ingesnoerd bij de keel, met witte lobben = Muscari

Vruchtbare bloemen violet, blauw of witachtig, aan de keel niet ingesnoerd, met eenkleurige lobben = Pseudomuscari

Leopoldia comosa Picture Fiona Dunbar

Leopoldia

Trossen los of dicht, steeltjes langer en korter dan de bloem. Vruchtbare bloemen langwerpig-urn vormig of buisvormig, sterk ingesnoerd bij de keel, meestal bruinachtig, vuilgeel of groenachtig, zonder bijkroon maar vaak asymmetrisch door goed ontwikkelde schouders onder korte lobben (tanden), die crèmekleurig, gelig of zwartachtig zijn.  Steriele bloemen zijn talrijk en vormen een blauw, violet of roze ‘pluk’ (soms sterk gereduceerd). 

Muscari 'Lindsay'

Muscari

Meestal vrij dichte tros bloemen; bij de voorbloei meestal afgebogen of teruggebogen, soms horizontaal of opgaand; fertiele bloemen blauw, paars of zwartachtig (zelden wit), samenvallend of met witachtige lobben (tanden), ingesnoerd bij de keel of niet ingesnoerd, soms klokvormig of schijnbaar conisch, steriele bloemen kleiner dan fertiele bloemen, minder dan 10 of geen. Lees meer over Muscari.

Pseudomuscai azureum Picture Mary Sue Ittner

Pseudomuscari

Dichte tros, steel gebogen; vruchtbare klokvormige bloemen zonder vergroeiing, violet, blauw, witachtig, geen vernauwde mond, lobben samenvallend met de buis, steriele bloemen kleiner en minder talrijk dan de vruchtbare.