Allium

Allium 'Miami'

Allium is familie van de Amaryllidaceae  

Populaire naam: Sierui  

Bloeiperiode: april – juli - Bloemkleur: wit, lila, paars, blauw, geel, violet en roze  

Plantdiepte: 10 - 30 cm* - Plantafstand: 10 - 30* - Planthoogte: tot 1,5m 

Toepassing: borders, bloemsierkunst, droogbloem, kleinere soorten in potten en rotstuin

* afhankelijk van de grote van de bol

NAAM EN HERKOMST ALLIUM

Het geslacht Allium omvat bijna 1000 soorten. Daaronder veel soorten die eetbaar zijn, zoals uien, prei, sjalotten en bieslook. Zodra de bol, stelen of bladeren beschadigen, komt de uiengeur vrij. Afhankelijk van de soort zijn de bollen 3 tot 30 cm groot. De Allium oreophilum wordt slechts 5 cm hoog, terwijl de Allium altissimum wel 200 cm wordt. De meeste soorten bloeien in de vroege zomer, direct na vele voorjaarsbloeiers. Oorspronkelijk komt ze uit het Noordelijke halfrond, Azië en het Midden-Oosten. Allium betekent in het Latijn ‘knoflook’. Ook zijn er bronnen die zeggen dat Allium komt van het Griekse woord ‘aleo’ wat ontwijken betekent (door de geur van knoflook). Linneaus beschreef de Allium voor het eerst in 1753.

KLEUREN EN VORMEN ALLIUM

De bloemen bloeien op een enkele steel van 20 cm tot wel 150 cm hoog en zijn wit, lila, paars, blauw, geel, violet of roze. De individuele bloemen variëren in grootte en vorm: een cluster van hangende bellen of bollen/halve bollen waarbij elke bloem is opgebouwd uit tientallen kleine bloemetjes. De volgende Allium soorten zijn zeer aantrekkelijk voor bijen: giganteum, molly, scorodoprasum, sphaerocephdon en tuberosum.

SYMBOLIEK ALLIUM

Ze werd vroeger in trossen binnenshuis opgehangen om kwade geesten, ziekte en ongeluk buiten de deur te houden. De Allium victorialis stond voor onkwetsbaarheid en overwinning. In Duitsland heet deze dan ook ‘Allermannsharnisch’, harnas voor iedereen. In het oude Egypte werd de Allium vaak afgebeeld op grafstenen, als symbool van de eeuwigheid, het eeuwige leven. 

Allium giganteum bollen

ALLIUM KOPEN 

Koop in het najaar stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn. Deze bollen zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Let ook op de uitlopers, een klein, groen puntje is geen bezwaar. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.

ALLIUM PLANTEN

Plant ze tussen half oktober en half december in de volle zon in goed gedraineerde kalkrijke grond, zware kleigrond verlichten met kiezel en de bollen omringen met zand. Op die manier hebben de bollen de tijd sterke wortels te ontwikkelen voordat de winter aanbreekt. Sommige soorten kunnen in halfschaduw staan. Plant ze 3 keer zo diep als de hoogte van de bol, dus een bol van 4 cm plant je 12 cm diep. Na het planten voldoende water geven. De kleinere soorten, bijvoorbeeld Allium karataviense ‘Ivory Queen’, kunnen ook prima in potten en bakken geplant worden of in een rotstuin. Grote soorten ondersteunen of planten op een windvrije plek. Meer planttips.

VERZORGING ALLIUM

Verdeel wat volledige meststof om de planten en werk die zorgvuldig door de grond zodra de bladeren verschijnen. Geef grote soorten niet te veel mest, er groeien dan alleen bladeren. Verwijder bruine bladeren pas als de bloem is uitgebloeid. De plant haalt voedsel uit het blad en gebruikt dat voor de ontwikkeling van de bol, zodat de bloem weer mooi bloeit het jaar erop. Om vermeerdering te voorkomen, moeten de bloemen gesneden worden voordat het zaad rijp wordt. Zijn ze in potten geplant, bescherm ze dan in de winter tegen de vorst. Als de bollen te dicht op elkaar staan, kunnen ze in de herfst worden gescheurd en weer geplant. Meer verzorgingstips.

VERWILDERING EN VERMEERDERING ALLIUM

Het merendeel van de Allium zijn meerjarige bollen. Bij het rooien van de grotere soorten vormen 2 bollen samen één plant. Een bol wordt verkocht en de andere weer geplant. Na de bloei kunnen ze jarenlang blijven staan. De bladeren halen voeding uit het zonlicht en versterkt de bol die het volgende jaar weer bloeit. Laat de bladeren geel worden alvorens ze te verwijderen, dat geeft de bollen energie. Ze kunnen zich ook door zaad verspreiden. Het zaaien en opkweken is eenvoudig. De soorten A. moly, A. oreophilum, A. sphaerocephalon, A. stipitatum, A. atropurpureum, A. caeruleum, A. cernuum, A. flavum, A. puchellum, A. triquetrum, A. ursinum en A. zebdanense zijn geschikt voor verwildering. Meer verwilderings- en vermeerderingstips.

ALLIUM CULINAIR

De bloemen van Allium ‘Purple Sensation’ smaken zoet. De bloemen, het blad en de bol van de Allium neapolitanum zijn eetbaar. Blad: rauw of gekookt. Lekker in salade, beetje zoet, knoflookachtige smaak. De bladeren kunnen geoogst worden van laat in de herfst tot het voorjaar. De bol: rauw of gekookt, milde knoflook smaak, lekker in salade. Oogsten midden zomer als de plant afsterft. Je kan ze een maand of 6 goed houden. Bloemen – rauw of gekookt, lekker in salades. De bloemen, het blad en de bol van de Allium moly zijn eetbaar. Bol – rauw of gekookt, aangename milde knoflooksmaak. Mooie toevoeging aan salades en als smaakmaker in gekookt voedsel. Bladeren – rauw of gekookt. Bloemen – rauw. De gele bloemen zijn een aantrekkelijke garnering op salades en hebben een aangename uiensmaak. De bloemen van de Allium ursinum (Daslook) zijn eetbaar en kunnen worden gebruikt als garnering. Daslook is ook een goede vervanger voor knoflook of lente-uitjes, ze heeft een mildere smaak dan knoflook. De bladeren smaken sterk: hak ze fijn en gebruik in salades en soepen. In Duitsland wordt ze verwerkt tot pesto en marinades en in onder meer brood (‘Bärlauchbrot’) en kaas. Net als alle uiensoorten heeft ze een reinigende werking. De bollen/verdikte stelen kunnen als lente-uien worden gebruikt. Wees voorzichtig bij het plukken in het wild omdat enkele andere, giftige planten, lijken op de daslook. Daslook is ook aantrekkelijk voor bijen, ze levert stuifmeel en nectar. 
Let op: gebruik alleen eetbare bloemen/bollen van gespecialiseerde leveranciers die eetbare bloemen/bollen telen.

HUISHOUDELIJK GEBRUIK ALLIUM

Het sap van de plant wordt gebruikt als motten afweermiddel. Er wordt gezegd dat de hele plant insecten en mollen afstoot.

ALLIUM OP DE CATWALK IN HET TUINPALET

Ze combineert mooi met Aquilegia (Akelei), tuingeranium, Nepeta (Kattenkruid), Iris, Calendula officinalis (goudsbloem), Sesleria (Blauwgras), Papaver Somniferum (Rode slaapbol), Salvia (Salie), Hosta, Geum (Nagelkruid), Persicaria (Duizendknoop), Orlaya (Straalscherm), Erysimum (Steenraket), Alchemilla (Vrouwenmantel) en Euphorbia (Wolfsmelk). Deze planten maskeren de snel verwelkende en geel wordende bladeren van de Allium.

BLOEMSIERKUNST ALLIUM 

Sieruien zijn goede snijbloemen en worden gesneden als de bloemen net open gaan. De hoofdjes met zaad kunnen gedroogd worden. Om de uiengeur te voorkomen, de bloemen even in koud water zetten. Geschikte Alliums voor in de vaas zijn: ‘Globemaster’, ‘Purple Sensation’, ‘Ambassador’ en ‘His Excellency’. De Allium neapolitanum, het Bruidsuitje, wordt vaak in bruidswerk gebruikt. Tips om lang van de bloemen te genieten:

  • Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid.
  • Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding. Een klein beetje bleekwater in het water helpt bacteriegroei te beheersen en het water helder te houden.
  • Twee eetlepels suiker, 1 theelepel baking soda, appelazijn of een cent in de vaas houden de bloemen langer vers.
  • Snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad.
  • Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit.
  • Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
Droogbloemen Allium

DROOGBLOEM ALLIUM

De beste manier om de bloemen te drogen, is aan de lucht. Kies mooi gekleurde bloemen, verwijder overtollig blad, bindt de bloemen met een elastiek bij elkaar en hang ze ondersteboven op een goed geventileerde plaats. Het duurt tussen de 1 en 8 weken voordat de bloemen goed droog zijn. Soorten met een houtige steel kunnen rechtop in een vaas drogen. 

CULTIVARS ALLIUM

Soorten met een * zijn te koop in Nederland.

Allium aflatunense 'Purple Sensation' Picture David Pilling

Allium aflatunense  
Bloeiperiode: april-mei
Planthoogte: 90 cm
Plantdiepte: 20 cm
Plantafstand: 25 cm 

 

Oorspronkelijk komt ze uit het hoog- en middelgebergte van Centraal-Azië. Aflatunense is afgeleid van Aflatun, een   plaats in Kyrgizië. Ze is een goede verwilderaar en een lang houdbare snijbloem. De bekendste cultivar is de ‘Purple Sensation’. De bolvormige bloem wordt gevormd door een hoop zacht lila – paarse, kleine bloemen die ook nog eens een heerlijke geur afgeven. Allium aflatunense is een mooie roze sierui met bolvormige schermbloem. Ook na de bloei blijven ze hun sierwaarde behouden. Planten in oktober, en mag nadien in een niet te natte grond blijven zitten. Bij mooi weer krijgt ze veel bijenbezoek.

Allium 'Gladiator'

Allium aflatunense ‘Gladiator’  
Bloeiperiode: mei-juni  
Planthoogte: 140 cm
Plantdiepte: 20 cm
Plantafstand: 30 cm  

Deze sierui heeft grote, lilakleurige, bolvormige bloemen die op hoge, stevige stelen staan. Deze hybride is ontstaan uit een kruising van Allium aflatunense auct. x Allium macleanii en werd in 1981 door de heer W. Hey geregistreerd. De tot 120 cm hoge bloemsteel draagt een compacte bolvormige bloeiwijze, gevuld met vele lila tot paarse stervormige bloemen. Grijsgroen liggend blad. Een prima houdbare snijbloem. Houdt van een plek in de zon en is geschikt voor verwildering.

Allium caeruleum

Allium anceps: wordt 10 cm hoog en bloeit van roze tot purper. Oorspronkelijk uit Noord-Amerika en is eetbaar. 

Allium atropurpureum: wordt 70 cm hoog, heeft de kleur van aubergine, bloeit in juni-juli en geurt naar vanille. 

Allium caeruleum: wordt 50 cm hoog, bloeit hemelsblauw in juni en juli. Oorspronkelijk komt ze uit Rusland en is beschreven in 1840. Ze combineert mooi met Salvia officinalis, Alchillea en Artemisia.

Allium cernuum Picture www.fleurs-des-montagnes.net

Allium carinatum ssp. pulchellum: wordt 40 cm hoog, bloeit violet/paars in juli-augustus en geurt zoet. De variëteit ‘Album’ bloeit in puur wit. 

Allium cernuum: bloeit in juni/juli met witte tot roze bloemetjes en wordt 30-70 cm hoog. Ze komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Soms bloeit ze in september voor een tweede keer. 

Allium christophii

Allium christhophii  
Populaire naam: Sterrenlook  
Bloeiperiode: mei-juni  
Planthoogte: 30 cm
Plantdiepte: 20 cm
Plantafstand: 30 cm  

Combineert mooi met Acaena (stekelnootje), Campanula, Stacys en Portenschlagiana. De heer Christoph ontdekte deze sierui in 1883 in Centraal Azië waar ze in het wild voorkomt. De bloem bestaat uit wel honderd glanzende violette bloemetjes, met ‘n unieke metaalachtige glans, waarvan de topjes elkaar nauwelijks raken. Uitermate geschikt als snij- en droogbloem. Houdt van een plek in de volle zon en vermeerdert zich door zaad.

Allium Globemaster

Allium giganteum  
Populaire naam: Reuzenui  
Bloeiperiode: mei-juni  
Planthoogte: 170 cm
Plantdiepte: 20 cm
Plantafstand: 30 cm

Deze hoge en grootbloemige Reuzenui trekt de aandacht. De bloemdoorsnede is 15 tot wel 20 cm en ze komt al voor sinds het einde van de 19e eeuw. De blauwgroene glanzende en riemvormige bladeren zijn ca 8 cm breed en tot 30 cm lang. De gladde bloemsteel torst een zeldzaam mooie, zuiver bolvormige bloeiwijze met meer dan 100 individuele blauwachtig violette bloemetjes. Oorspronkelijk komt ze uit Noordoost-Iran en Noordwest-Afghanistan. Ze combineert mooi met Salvia, Geranium en Sidalcea. De cultivar ‘Gladiator’ heeft roze purperen bloemen. De cultivar ‘Globemaster’ heeft de grootste bloemen met een doorsnede van wel 20 tot 25 cm. De bol bestaat uit ruim 1000 stervormige bloemetjes. Het is een kruising tussen A. macleanii en A. christophii. Kweker Jan Bijl plantte deze 2 in 1959 naast elkaar. De bijen deden hun werk. Na het uitzaaien van het zaad viel één zaailing op door de mooie bloemvorm en het blad. Daarmee werd verder gekweekt. Omdat het ging om een steriele plant, moest er vermeerderd worden met bollen en dat is een langdurig proces (ieder jaar uit één bol een extra bol). De heer Bijl had ondertussen wel kwekersrecht aangevraagd en toegekend gekregen, dus hij was de enige die dit soort mocht telen. Pas in 1995 mochten andere kwekers onder licentie kweken. Drie jaar later verkocht de heer Bijl de rechten.

Allium karataviense Picture Oron Peri

Allium karataviense  
Populaire naam: Puinlook  
Bloeiperiode: mei-juni  
Planthoogte: 25 cm
Plantdiepte: 15 cm
Plantafstand: 20 cm 

 

Ze heeft crème tot licht roze, stervormige bloemen op korte stelen. De bladeren zijn breed en hebben een grijsblauwe kleur met een fijne, rode rand. In 1875 werd de ‘puinlook’ voor het eerst beschreven. Op de oorspronkelijke vindplaatsen in het Pamir-Alai gebergte en Turkestan (het Kara-Tau gebergte), worden ze tussen los puin van kalksteen op zonnige plaatsen aangetroffen. Een prima soort voor op een pot. Ze combineert mooi met grijze woltijm, paarse viooltjes en lavendel. De cultivar ‘Ivory Queen’ heeft roomkleurige bloemetjes. 

Allium lusitanicum Picture www.nova-zahrada.eu

Allium lusitanicum
Populaire naam: Bergknoflook
Bloeiperiode: juli - sep  
Planthoogte: 10 - 40 cm

 

Ze wordt ook wel Bergknoflook genoemd, wordt 10-40 cm hoog en komt voor in Centraal-Azië en Europa. Ze heeft blauwgroen blad en zachtroze bloemen. In vroeger tijden zouden de pelgrims op de Jacobsweg deze allium hebben gegeten ter bescherming tegen scheurbuik. Het wordt dan ook wel Jacobsknoflook genoemd. De bladeren, kleine bolletjes en de bloemen zijn eetbaar.

Allium moly

Allium moly
Populaire naam: Gele sierui - Goudlook
Bloeiperiode: mei-juni
Planthoogte: 30 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 8 cm

Komt oorspronkelijk uit Zuid-Frankrijk en het oosten van Spanje. Ze houdt van een plek in de volle zon en is geschikt voor verwildering. In de Griekse Odyssee wordt al verwezen naar dit bolgewasje. Het Goudlook lijkt op onze Daslook, maar kleurt in plaats van wit prachtig geel in mei/juni. Een forsere vorm met mooie bladeren en kaarsrechte bloemstelen. Geeft vrijwel altijd twee bloemstelen per bol. Dit soort werd vernoemd naar de vrouw van wijlen Michael Hoog. De cultivar ‘Jeannine’ heeft grotere bloemtrossen. In de tuin combineert ze mooi met Alchemilla erythropoda en geelbonte hosta’s zoals de Hosta aureomarginata.

Allium neapolitanum

Allium neapolitanum 
Populaire naam: Bruidsuitje
Bloeiperiode: april-mei
Planthoogte: 30 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 15 cm

De sneeuwwitte bloemkransen bestaan uit tientallen stervormige kort gesteelde bloemetjes met scherp contrasterende groene helmknopjes. Ze houdt van een plek in de volle zon en bij zonnig weer ruiken ze zoet. Ze worden vaak in bruidswerk gebruikt. Oorspronkelijk komt ze uit Noord-Afrika, Midden-Oosten en Zuid-Frankrijk en ze is in 1823 beschreven. De bloemen, het blad en de bol zijn eetbaar. Blad: rauw of gekookt. Lekker in salade, beetje zoet, knoflookachtige smaak. De bladeren kunnen geoogst worden van laat in de herfst tot het voorjaar. De bol: rauw of gekookt. Oogsten midden zomer als de plant afsterft. Je kan ze een maand of 6 goed houden.

Allium nigrum Picture Fiona Dunbar

Allium nevskianum: wordt 45 cm hoog en bloeit in mei met rozerode bloemen.

Allium nigrum: wordt 75 cm hoog en bloeit vanaf half mei met witte geurende bloemen. Ze wordt ook wel zwarte look genoemd. Ze combineert mooi met prikneus, Astrantia en Centranthus ruber.

Allium paradoxum var. normale Picture Jānis Rukšāns

Allium Paradoxum: wordt ook wel armbloemig of boslook genoemd, komt uit Centraal-Azië, wordt 25 cm hoog en verspreidt zich snel. Het blad is lancetvormig en de witte klokvormige bloemen zitten samen met enkele kleine groene bolletjes op driehoekige stelen. De zaden scheiden een oliehoudende stof af die mieren lokt. Alle delen van de plant zijn eetbaar. In Nederland groeit ze in het wild, zie: https://www.verspreidingsatlas.nl/1546

Allium oreophilum Picture www.fleurs-des-montagnes.net

Allium oreophilum
Populaire naam: Roze sierui
Bloeiperiode: mei-juni
Planthoogte: 20 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand:10 cm

Het blad van Allium oreophilum is groen en de bloemsteel is veelal niet hoger dan 15 cm. De bloeiwijze wordt gevormd door een twintigtal sierlijke magnolia paarse stervormige bloemetjes die als bloeiwijze een half bolvormig idee geven. Ieder bloemblaadje heeft een contrasterende donkere middennerf. De naam komt van het Griekse oros: berg en philein: beminnen, het bemint de bergstreken van Turkestan. Oorspronkelijk komt ze uit Kaukasus, Iran, Pakistan, Afghanistan en delen van Turkije. Ze houdt van een plek in de volle zon en is geschikt voor verwildering.

Allium pskemense Picture John Lonsdale, Edgewood Gardens

Allium pskemense: is genoemd naar het dorp waar ze voor het eerst werd gevonden: Pskem in westelijk Tianschan. Ze bloeit in wit in juni/juli en kan 100 cm hoog worden.

Allium rosenbachianum*: is genoemd naar Nikolai O. van Rosenbach, gouverneur van Turkestan. Ze bloeit vanaf eind mei met lila purperen bloemen en kan 100 cm hoog worden. Het is een mooie snijbloem en komt oorspronkelijk uit Zuid-West-Azië.

Allium roseum Picture Angelo Porcelli

Allium roseum
Bloeiperiode: mei-juni
Planthoogte: 40 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 8 cm

Er bestaan aanwijzingen dat al in 1697 melding gemaakt wordt van dit bolgewas. Inheems in de landen rond het Middellandse Zeegebied, maar ook in Noord-Afrika en delen van Turkije komen ze massaal voor. De half bolvormige bloeiwijze bestaat uit tientallen klokvormige satijnroze bloempjes. De smalle bladeren zijn licht behaard. Ze houdt van een plek in de volle zon. Goed houdbaar snijbloempje en perfect voor verwildering.

Allium schubertii Picture Oron Peri

Allium sativum ssp. ophioscorodon: wordt 100 cm hoog en bloeit vanaf juni met gekrulde stengels.

Allium schubertii: wordt 40 cm hoog en bloeit vanaf juni in donkerroze. Oorspronkelijk komt ze uit Zuid Turkije en Israël. Ze combineert mooi met Geranium pratense.

Allium sphaerocephalon

Allium sphaerocephalon
Populaire naam: Trommelstok of Kogellook
Bloeiperiode: juni-aug.
Planthoogte: 60 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 10 cm

Trekt bijen aan. Nederlandse benaming: kogel- of kalklook, maar wegens de totale vorm ook wel trommelstokken (drumsticks) genoemd. De holvormige bladeren omvatten ca eenderde van de bloemsteel. De ca 5 cm grote bolvormige en compacte bloeiwijze bestaat uit tientallen kleine klokvormige rood paarse bloemetjes met uitstekende meeldraden. Oorspronkelijk komt ze uit het Middellandse Zeegebied tot in de Kaukasus, de Belgische Ardennen en in de buurt van Bristol. Prima snij- en droogbloem. Ze combineert mooi met astrantia, artemisia, orianum, achillea, eryngiums en Teucrium hircanicum ‘Paradise Delight’.

Allium triquetrum Picture Marcus Mulder

Allium stipitatum: bloeit met geurende donkerroze bloemen in juni, wordt 60-150 cm hoog en komt oorspronkelijk uit Turkestan, Bokhara. Ze is voor het eerst in 1881 beschreven. De cultivar ‘Album’ heeft groenachtig witte bloemen.

Allium triquetrum: is gemakkelijk te herkennen aan de driehoekige bloeiende stengels en witte bloemen met een groene streep op de achterkant van de bloemblaadjes. Ze komt oorspronkelijk uit Europa en gedraagt zich in delen van Californië, Australië en Nieuw-Zeeland als onkruid. Het is een invasieve soort.

Allium tuberosum: wordt 50 cm hoog en bloeit in wit. De bladeren en bloemen van deze zoetgeurende Chinese bieslook zijn lekker in salades. De wilde vorm heet Allium ramosum.

Allium unifolium Picture Bob Rutemoeller

Allium unifolium
Bloeiperiode: mei-juni
Planthoogte: 30 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 8 cm

Komt oorspronkelijk uit Noord Californië en Zuid-Oregon (kust). Vaak wordt deze in 1863 beschreven Allium verward met Allium murrayanum. Smalle bladeren, waarvan de grootste enigszins sikkelvormig aandoen, omsluiten de ca. 30 cm hoge bloemsteel. Het bloemscherm bestaat uit nogal grote klokvormige satijn roze bloemetjes. Het nieuwe bolletje groeit met een korte stengel (stoloon) aan de buitenzijde van de bol van het vorige jaar.

Allium ursinum Picture Dominicus Johannes Bergsma

Allium ursinum
Populaire naam: daslook
Bloeiperiode: april - juni
Planthoogte: 40 cm
Plantdiepte: 10 cm
Plantafstand: 10 cm

Ze is inheems in Nederland en België, maar zeldzaam (zie: https://www.verspreidingsatlas.nl/0034). Andere benamingen zijn: borslook, uienbloem, woutknooplook of wilde knoflook. De witte bloemen hebben 6 kroonblaadjes en de groene bladeren zijn breed en speervormig met een sterke knoflookgeur. Ze groeit in vochtige loofbossen en onder hagen, zowel in de schaduw, halfschaduw als in de zon. De bloem is erg aantrekkelijk voor bijen. Dromen van het daslook betekent ontdekking van een verborgen schat. In Bologna wordt ze gezien als symbool van overvloed. Ze dragen het in de midzomernacht als een middel tegen armoe. Deze soort wordt veel gebruikt in de keuken (zie culinair). Het blad kan geoogst worden van februari tot april, de stengels van maart tot mei, de bloemen van april tot mei en de bollen van juni tot december. De stengels worden gewokt, de bloemen gebruikt in salades, de bollen geconfijt en het blad voor salade en pesto.

Allium victorialis: is genoemd naar de Franse berg St. Victoire in de Provence. Ze bloeit in wit of geel, midden juni en wordt 30-60 cm hoog. Ze wordt voor het eerst beschreven in 1739. De cultivar ‘Violet Beauty’ heeft violette bloemen en wordt 100 cm hoog.

Nog meer soorten Allium zijn te vinden op www.pacificbulbsociety.org

Allium callimischon subspecies haemostictum Picture Fiona Dunbar
Allium derderiana
Allium semenovii