Leucocoryne is familie van de Amaryllidaceae
Populaire naam: Glory of the Sun
Bloemkleur: van helder wit tot paars - Bloeiperiode: mei - juli
Plantdiepte: 3 - 5 cm - Plantafstand: 5 cm - Planthoogte: 50 cm
Toepassingen: potterie, orangerie, rotstuin, seizoensbedden, bloemsierkunst
NAAM EN HERKOMST LEUCOCORYNE
Ze kent ongeveer 12 soorten en komt oorspronkelijk uit Chili waar ze bloeit in de winter en de bloemen huilli of huille worden genoemd. Ze groeit daar in regio’s waar ze in de droge tijden wel 3 tot 5 maanden moet overleven. Zodra het begint te regenen, bloeien ze binnen enkele weken. De bol en bladeren ruiken naar knoflook. De Leucocoryne purpurea wordt in Chili gegeten door wilde chinchilla’s. De naam is afgeleid uit het Grieks: leuco betekent ‘wit’ en coryne ‘een hamer, een verwijzing naar de vorm en kleur van de staminodium (een steriele meeldraad).
In het verleden vielen enkele cultivars van Leucocoryne onder de cultivar Pabellonia die eerder Chrysocoryne werd genoemd en oorspronkelijk uit Zuid-Amerika kwam. Tegenwoordig valt cultivar Pabellonia onder Leucocoryne: Pabellonia incrassata is synoniem voor Leucocoryne incrassata en Pabellonia oxypetala voor Leucocoryne dimorphopetala.
KLEUREN EN VORMEN LEUCOCORYNE
Ze heeft geurende bloemen (van knoflook tot aangenaam) van helder wit tot paars. Ze bloeit lang en is daardoor geschikt als snijbloem. Op elke steel groeien clusters van max. 12 bloemen. De bladeren zijn lang, smal en grasachtig. Enkele cultivars: ‘Andes’ (40 cm) roze met een paars hart, ‘Dione’ (40 cm) blauw met een wit hart, ‘White Dreams’ wit.
LEUCOCORYNE KOPEN
Koop stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn of al uitlopers hebben. Deze zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
LEUCOCORYNE PLANTEN
Plant ze in het voorjaar zodra de grond is opgewarmd op een zonnige plek in goed doorlatende zandachtige grond. Plant de bollen niet te diep. Bollen die 3 tot 5 cm met aarde bedekt zijn, bloeien met meer bloemen dan bollen die dieper geplant zijn. Geef na het planten water. Ze doet het ook goed in potten. Meer planttips.
VERZORGING LEUCOCORYNE
Tijdens de groei regelmatig water geven. Ze is niet volledig winterhard dus in de winter goed afdekken met een laag bladeren. Beter is het de bollen op te graven en op een vorstvrije droge plaats te bewaren. Bollen geplant in potten regelmatig bijmesten en eens in de 2 tot 3 jaar verplanten. Wel ieder jaar het bovenste laagje aarde van de pot vervangen door nieuwe aarde. In de winter de pot op een droge vorstvrije plaats wegzetten. Voordat de bollen weer kunnen bloeien, hebben ze een rustpauze nodig van minstens 3,5 maand bij ongeveer 20 °C. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING LEUCOCORYNE
Vermeerdering is mogelijk door broedbollen en zaad in het voorjaar. Meer vermeerderingstips.
BLOEMSIERKUNST LEUCOCORYNE
Met deze tips geniet je zeker 10 dagen van de bloemen:
- gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid. Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding;
- snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad;
- zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit;
- zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.
CULTIVARS LEUCOCORYNE
Leucocoryne appendiculata: heeft witte bloemen met 3 gele staminodia (vervormde meeldraden). Ze wordt 40 cm hoog en is in 1896 beschreven.
Leucocoryne coquimbensis: bloeit van bleekblauw en violet tot donkerpaars met een groenachtig wit hart. In Chili wordt ze Huilli de Coquimbo genoemd.
Leucocoryne ixioides: bloeit in wit, roze of lila en is vergelijkbaar met Ixia. Dit soort wordt het meest geteeld. De hoogte varieert tussen de 25 en 50 cm. In Chili wordt ze Huilli blanco genoemd.
Leucocoryne narcissoides: bloeit in wit met een oranje kroon in het centrum. Ze lijkt op de narcis.
Leucocoryne odorata: bloeit in wit met een violette streep en soms blauw aan de buitenkant.
Leucocoryne purpurea: bloeit in zacht lila-blauw met een groot donkerrood-paars hart. Wordt in Chili Cebollin purpurea genoemd. Cebollin betekent bieslook, dus een verwijzing naar de geur van uien.
Leucocoryne violascens: bloeit in violet. In Chili bekend als Huilli Morada.
Leucocoryne vittata: bloeit in violet-paars. Wordt in Chili Huilli pijama genoemd.
Meer cultivars: L. alliacea, L. angosturae, L. angustipetala, L. arrayanensis, L. candida, L. codehuensis, L. conconensis, L. coronate, L. curacavina, L. dimorphopetala, L. editiana, L. foetida, L. fragrantissima, L. fuscostriata, L. gilliesioides, L. inclinata. L. incrassate, L. leucogyna, L. lilacea, L. lituecensis, L. lurida, L. macropetala, L. maulensis, L. modesta, L. mollensis, L. pachystyla, L. pauciflora, L. porphyria, L. praealta, L. quilimarina, L. reflexa, L. roblesiana, L. rungensis, L. simulans, L. subulate, L. taguataguensis, L. talinensis, L. tricornis, L. ungulifera en L. valparadisea.