Chionodoxa

Chionodoxa Picture Dominicus Johannes Bergsma

Chionodoxa is familie van de Asparagaceae  

Populaire naam: Sneeuwroem  

Bloeiperiode: maart – april -  Bloemkleur: blauw, wit, roze

Plantdiepte: 8 cm - Plantafstand: 10 cm - Planthoogte: 15 cm

Toepassingen: borders, rotstuin, perken, gazon, potterie en onder bomen en heesters

NAAM EN HERKOMST CHIONODOXA

Meestal wordt het aantal soorten op 8 gehouden, 5 uit Turkije, 2 uit Kreta en 1 uit Cyprus. Ze lijkt veel op Scilla; kleine verschillen tussen de twee geslachten zijn te vinden in de meeldraden en buitenste bloembladeren. Wetenschappelijk gezien is Chionodoxa een synoniem van Scilla, maar ze wordt nog onder ‘Chionodoxa’ verhandeld. Van nature komt ze voor in het Middellandse Zeegebied en Klein Azië. Chionodoxa komt van het Griekse woord ‘chiōn’ dat ‘sneeuw’ betekent en ‘doxa’ dat glorie of roem betekent. Vandaar de populaire naam Sneeuwroem.

KLEUREN EN VORMEN CHIONODOXA

Ze heeft stervormige bloemen in wit of blauw met vaak een witte basis en grasachtige bladeren. Ze bloeit 10-15 cm hoog meestal met 4 bloemen per steel. De bladeren verschijnen tegelijk met de bloemen.  

Chionodoxa luciliae bollen

CHIONODOXA KOPEN

Koop in het najaar stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn. Deze bollen zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Let ook op de uitlopers, een klein, groen puntje is geen bezwaar. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.

CHIONODOXA PLANTEN

Plant ze direct na de koop in het najaar (half september – half oktober) op een zonnige tot half beschaduwde plek in waterdoorlatende en voedselrijke grond. Bij zacht herfstweer wortelen ze snel. Ze is winterhard en kan in de tuin blijven staan. Meer planttips.

VERZORGING CHIONODOXA

In het voorjaar meststof aanbrengen om de planten. In de zomer het rijpe zaad in de grond drukken of in opkweekbakken laten kiemen. Snij uitgebloeide bloemen niet af, de planten kunnen zichzelf door zaad vermeerderen. Zijn er bolletjes in het gazon geplant, dan pas maaien als het blad is afgestorven. Een mengsel van bladaarde en oude mest in de herfst om het andere jaar zorgt voor meer en mooiere bloemen. Meer verzorgingstips.

VERWILDERING CHIONODOXA

De Chionodoxa verwildert door broedbollen en zaad. De bollen in de vroege zomer opgraven, de broedbollen eraf halen en deze apart planten. Grote pollen kunnen in de herfst opgegraven worden, gedeeld en weer geplant. Het kan zijn dat de bollen dieper zitten dan geplant. Dit komt omdat ze een waterachtige trekwortel heeft waardoor de bollen naar beneden getrokken kunnen worden. Om bolvorming te stimuleren, de bollen ongehinderd laten. Ook de bladeren laten liggen. Hierdoor groeien er nog meer bollen. Als ze met rust gelaten wordt, verwildert ze goed door zaad, dat door mieren wordt verspreid. Meer verwilderingstips.

CHIONODOXA OP DE CATWALK IN HET TUINPALET

Het blauw is een mooi contrast naast bloemen zoals de gele en witte narcis en een kleine vroegbloeiende rode tulp. Net als de krokus en het sneeuwklokje, kan de Chionodoxa in gazons worden geplant. Ook combineert ze mooi met donkerbladige Heuchera en Fritillaria meleagris.

CULTIVARS CHIONODOXA

Soorten met een * zijn te koop in Nederland.

Chionodoxa forbesii Picture David Pilling

Chionodoxa forbesii (is syn. van Scilla forbesii)*: heeft meerdere bloemen aan de steel (4-12), bloeit in lichtblauw met een wit hart en in wit of roze en wordt 15 cm hoog. De bladeren zijn lijnvormig. Ze heeft kleine bolletjes ter grootte van een erwt. Ze is inheems in West-Turkije en is beschreven door de Engelse botanist prof. Edward Forbes. De cultivar ‘Alba’ bloeit wit, de ‘Blue Giant’ intens blauw en de ‘Pink Giant’ zacht lila roze.

Scilla luciliae 'Alba'

Chionodoxa luciliae (is syn. van Scilla luciliae)*: komt oorspronkelijk uit West Turkije en wordt ook wel grote sneeuwroem genoemd. Ze is ontdekt door E. Boissier in 1842 op 2100 m hoog en vernoemd naar zijn vrouw Lucile. Deze kleine plant (10 tot 15 cm) heeft 2 tot 3 violetblauwe stervormige grote bloemen met een wit hart, maar varieert veel in kleur. Ze heeft 2 of 3 gootvormige bladeren. Ze bezit een mierenbroodje, een eiwitrijk aanhangsel aan het zaad dat mieren verslepen en zo verspreiden. Enkele variëteiten: ‘Alba’ bloeit zuiver wit en is in 1877 ingevoerd, ‘Pink Giant’ is roze en ‘Zwanenburg’ helderblauw. ‘Pink Giant’ produceert geen zaad.

Chionodoxa sardensis

Chionodoxa sardensis (is syn. van Scilla sardensis)*: oorspronkelijk komt ze voor in Klein-Azië, West-Turkije bij Izmir in dennenbossen op ongeveer 550 m hoogte op de vochtige noordflanken. Ze wordt sinds 1887 gebruikt in siertuinen en parken en wordt kleine sneeuwroem genoemd. Ze heeft tot 22 klok- tot stervormige violetkleurige bloemen met een klein wit hartje in een losse eenzijdige tros en wordt 10-15 cm hoog. De bladeren zijn lijnvormig.

Hybride Chionoscilla

De nothogenus (een geslacht dat een hybride of kruising aangeeft) x chionoscilla is opgericht om hybriden te benoemen die verschijnen wanneer Scilla bifolia en Chionodoxa dicht bij elkaar groeien en kruisen. Toen de nothogenus x Chionoscilla werd opgericht, werden Scilla en Chionodoxa als afzonderlijke geslachten beschouwd. Omdat Chionodoxa nu onder het geslacht Scilla valt, zijn het interspecifieke hybriden binnen het geslacht Scilla. Deze hybriden zaaien vrij rond in de tuin en kunnen hinderlijk worden en binnendringen in aanplantingen waar ze niet welkom zijn. Gelukkig zitten de bollen niet erg diep en zijn ze eenvoudig te verplaatsen, zelfs in bloei.

Chionoscilla allenii: is een historische tuinhybride met een dichte bloeiwijze, helderblauwe bloemen met een lichter hartje. Ze is vernoemd naar de ontdekker James Allen.

 

Onderscheid Scilla, Chionodoxa en Puschkinia

Scilla:

De filamenten (helmdraden) omringen het vruchtbeginsel en spreiden naar buiten, de helmknoppen zijn gescheiden. De bloemblaadjes zijn gescheiden en groeien van onder het vruchtbeginsel.

 

Scilla bifolia
Scilla siberica 'Spring Beauty'

Chionodoxa

De filamenten (helmdraden) staan dicht bij elkaar waardoor ze een centrale witte kegel vormen, waardoor de helmknoppen elkaar raken.

De bloemblaadjes zijn aan de basis verbonden en vormen een buis.

 

Chionodoxa
Chionodixa

Puschkinia

De kroon bestaat uit verbonden helmdraden die een duidelijke bloembuis vormen.

Puschkinia