Botanische tulp is familie van de Liliaceae
Bloeiperiode: maart – mei - Bloemkleur: verschillende vooral felle kleuren
Plantdiepte: 5 - 10 cm - Plantafstand: 5 of 10 cm - Planthoogte: 10- 40 cm
Toepassingen: rotstuin, potterie, border, gazon, bijentuin
NAAM EN HERKOMST BOTANISCHE TULP
De meeste botanische of wilde tulpen zijn inheems in de bergketens van de Himalaya. Het zijn oorspronkelijk bergplanten. Dat verklaart het groeiseizoen: 3 maanden groeien, bloeien, energie opdoen voor het volgende seizoen en verdrogen, en dan valt de nieuwe sneeuw alweer. Om aantrekkelijk te zijn voor de insecten hebben ze vaak felle kleuren. Vanuit de Himalaya is ze in de Turkse tuinen terecht gekomen. Er zijn 84 erkende soorten en er wordt nog steeds gezocht naar nieuwe soorten. Omdat ze kleiner zijn dan andere tulpen worden ze ook wel wilde of dwerg tulpen genoemd. De voorouders zijn nog duidelijk te herkennen. Ook wordt ze wel eens de luiemanstulp genoemd, omdat ze in de grond kan blijven staan. Eens geplant daarna altijd feest.
Ze wordt graag door bijen bezocht, omdat ze goed bij het nectar en de pollen kunnen door de open bloem. Je komt haar in het wild tegen in Noord-Afrika en Zuid-Europa tot aan het noordwesten van China. Met de grootste diversiteit in drie verschillende bergketens in Centraal-Azië: de Pamir, de Tiensjan en Hindoekoesj. Het klimaat heeft hier koude winters, lange lentes met koude nachten en een droge zomer: ideaal voor tulpen. Tulpen hebben namelijk een koude nacht en een koude winter nodig om te kunnen groeien, waardoor ze niet in een warm klimaat gekweekt kunnen worden.
Beluister een podcast van de Hortus Amsterdam over waar de tulp nu eigenlijk vandaan komt. Het geslacht tulp is onderverdeeld in twee sub geslachten: Eriostemones en Leiostemones. Eriostemones heeft een stengel met één bloem, Leiostemones heeft een stengel met meerdere bloemen, bijvoorbeeld de botanische tulp Tulipa turkestanica.
KLEUREN EN VORMEN BOTANISCHE TULP
Botanische tulpen blijven laag, ze hebben een korte steel en bloeien met kleine stervormige, geurende bloemen. De tulpjes verwilderen goed, dus ze kunnen in de grond blijven staan. De botanische tulp komt in vrijwel iedere kleur voor, zelfs in paars, bruin en fluoriserend rood.
BOTANISCHE TULP KOPEN
Koop in het najaar stevige, gezonde, grote bloembollen die gelijkmatig van vorm zijn. Koop nooit bloembollen die zacht of doorweekt zijn, blauwe of groene schimmel hebben, er bedorven uitzien of uitgedroogd zijn. Deze bollen zijn waarschijnlijk ondeskundig of te lang bewaard. Let ook op de uitlopers, een klein, groen puntje is geen bezwaar. Koop ook geen beschadigde bloembollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote bloembollen geven stevige lange stengels en grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
BOTANISCHE TULP PLANTEN
Plant botanische tulpen in het najaar (september-oktober) in de volle zon (m.u.v. Tulipa sylvestris die een schaduwplek opvrolijkt) in doorlatende, voedselrijke grond. Plant ze zo snel mogelijk na de koop om uitdrogen te voorkomen. Doe een beetje mest in de plantgaten en rond de nieuwe, maar ook oude aanplant een laagje compost. In najaar, winter en voorjaar moet de grond iets vochtig zijn. In de zomer is droge grond beter. Meer planttips.
VERZORGING BOTANISCHE TULP
Oorspronkelijk groeit ze in dorre onvruchtbare gronden. Extra voeding is dan ook niet nodig. Zodra de bloemblaadjes afvallen, de bloemen afsnijden. Laat de stengels en bladeren afsterven tot ze vergeeld zijn en gemakkelijk uit de grond getrokken kunnen worden. Maai een grasveld met tulpen pas als alle bladeren afgestorven zijn. Laat botanische tulpen in pot niet uitdrogen.
Woelratten vormen een bedreiging voor botanische tulpen. Ze vreten aan de bollen, waardoor ze niet meer opkomen. Om dit te voorkomen kunt u de bollen in mandjes van ijzerdraad zetten en deze ingraven. Meer verzorgingstips.
VERWILDERING/VERMEERDERING BOTANISCHE TULP
Botanische tulpen verwilderen prima zo lang ze op een zonnige warme plek geplant zijn. Laat het blad staan totdat dit helemaal is verdord om verwildering te stimuleren. Zomers hebben ze warmte nodig voor de ontwikkeling van de bloemknop voor het volgende jaar. Eigenlijk is het een ideaal gewas: eens geplant, jarenlang plezier. En wil je elders dezelfde soort, dan kun je broedbolletjes uitgraven en die op de gewenste plek planten. Ook zaaien is mogelijk door zelf te oogsten of zaden te bestellen bij een special bedrijf. Meer verwilderingstips.
BOTANISCHE TULP ALS MODEL VOOR DE DICHTER
De schrijver Hafiz, de Shakespeare van het Oosten, schreef in de 14e eeuw na Chr:
En het is niet alleen gedurende dit elven, dat het hart van Hafiz in vlammen staat in zijn verlangen naar verenigen met u. Want van de eeuwigheid af, die geen aanvang heeft, is het overdekt met littekens en vlekken door liefde veroorzaakt en daardoor gelijkend op de wilde tulp van Shiraz.
BOTANISCHE TULP OP DE CATWALK
Botanische tulpen staan mooi tussen lage bodembedekkers, langs de rand van een border, in de rotstuin of in potten en bakken. Botanische tulpen zijn in groepen het mooist. Ze combineert mooi met andere bloembollen, zoals Muscari (blauwe druifjes), Chionodoxa en Triandus narcissen.
CULTIVARIS BOTANISCHE TULP
Soorten met een * zijn te koop in Nederland.
Tulipa agenensis*
(syn. T. acuminata)
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: rood met geel
Hoogte: 40-50 cm
Deze tulp is in 1764 ontdekt in Turkije en in 1813 voor het eerst beschreven door M. Vahl in de plantenlijst van de Botanische tuin in Copenhagen. Ze is ook bekend als de ‘gehoornde tulp’. De bloemblaadjes zijn lang en smal in geel met rode strepen. Ze heeft gele meeldraden en bruine helmknoppen.
Tulipa altaica
(betekent uit het Altai gebied)
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: geel
Hoogte: 15-25 cm
Plantafstand: 10 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Turkestan en ze is beschreven in 1877. De opstaande bloem (soms heeft ze 3 bloemen) is klokvormig en bloeit in geel met aan de buitenkant een roodachtige blos. De meeldraden en helmknoppen zijn ook geel. Ze heeft meestal 3 blauwgroene bladeren.
Tulipa biflora*
(betekent tweebloemig)
(syn. T. polychroma)
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: wit met geel hart
Hoogte: 10 – 15 cm
Ze komt uit Zuidoost-Europa tot aan het gebied rond de Kaspische Zee en de Kaukasus tot in Turkije, Iran, Pakistan en China. Ze bloeit met drie heerlijk geurende stervormige bloempjes in wit met een groot geel hart. De buitenkant van de bloemblaadjes is groen tot paarsachtig. De twee vrij grote bladeren hebben met een rood randje.
Tulipa bifloriformis
Bloeiperiode: maart
Bloemkleur: violet
Hoogte: 25 cm
Ze is beschreven in 1935 en komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië vooral het Tien Shan gebergte waar ze groeit op de kalkhellingen op 1900 m hoogte. Ze is een variabele soort. Ze bloeit met licht naar honing geurende roomwitte bloemen met een waas van violet op de buitenste bloemblaadjes.
Tulipa clusiana*
Bloeiperiode: april – mei
Bloemkleur: wit, geel, kersenrood
Hoogte: 20-35 cm
Deze tulp komt oorspronkelijk uit Oost-Iran tot het westen van de Himalaya. Ze is vernoemd naar Clusius en werd in 1636 ontdekt. Ze heeft lancetvormige blaadjes die bloeien in wit met purper/rode voet en aan de buitenkant karmozijn/roze met donker purperen meeldraden en purperen helmknoppen. De smalle bladeren zijn grijsgroen. Als de zon schijnt gaan de bloemblaadjes open. Ze houdt van een warm plekje. Variëteit ‘Cynthia’ heeft zachtgele bloemblaadjes, aan de buitenkant rood/roze en een heerlijke geur, ‘Peppermint Stick’ heeft kersenrode bloemen met witte binnenkant en chrysantha bloeit donkergeel met karmozijnrode buitenkant.
Tulipa cretica*
Bloeiperiode: februari – mei
Bloemkleur: wit met geel hartje
Hoogte: 15 – 20 cm
Deze tulp komt in het wild voor in de bergen van Kreta waar ze bloeit zodra de sneeuw verdwenen is. Ze heeft stervormige witte bloemen met een zilver roze blos en een geel hart. Aan iedere stengel kunnen 3 bloemen groeien. Na jarenlang selecteren zijn 3 cultivars ontstaan die vernoemd zijn naar een stad op Kreta. Variëteit ‘Archanes’ bloeit rijk in wit met geel hartje en een zilver roze blos op de buitenste bloemblaadjes, ‘Heraklion’ is rijkbloeiend in wit met geel hartje en een vleug fuchsia roze op de buitenste bloemblaadjes en ‘Chania’ is rijkbloeiend in wit met geel hartje en een vleug roze op de buitenste bloemblaadjes.
Tulipa dasystemon*
(syn. T. neustruevae)
Bloeiperiode: maart/april
Bloemkleur: geel
Hoogte: 15 cm
In het wild komt deze tulp voor in een klein gebied rond de Kugart rivier in Kirgizië. Eugeniia Georgiovna Pobedimova beschreef haar in 1949, in Nederland werd ze in de jaren 60 geïntroduceerd. Ze heeft gele bloemen met een bruinrode blos op de buitenste bloembladeren.
Tulipa fosteriana
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: wit, geel, oranje, roze, rood
Hoogte: 25-30 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Centraal-Azië waar ze groeit in diepe met humus gevulde ruimten tussen rotsen op een hoogte van ongeveer 1700 m. Ze heeft brede bladeren en grote rode bloemen met wat zwart. Ze is vernoemd naar Michael Foster, een Engelse botanicus. Ze is gebruikt voor de teelt van de moderne Fosteriana groep tulpen.
Tulipa gesneriana
(syn. T. didieri)
Bloeiperiode: mei
Bloemkleur: rozerood
Hoogte: 40 – 50 cm
.
Ze komt vooral voor in Zuid-Europa, met name in de Savoie, Frankrijk. Alexis Jordan heeft haar in 1846 voor het eerst beschreven. Ze bloeit meestal donker rozerood. De bloemblaadjes zijn gepunt en iets naar buiten gebogen. In het hart zit een zwarte vlek met een witte omlijning.
Tulipa greigii
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: vooral rood en geel
Hoogte: 20-40 cm
Is te vinden van Iran tot Centraal Azië. Ze heeft grijsgroene bladeren met roodbruinachtige vlekken en strepen. De bloem is meestal rood of geel met een zwartgeel hart. Ze is vernoemd in 1877 naar Sir Samuel Greig door Eduard August von Regel, directeur van de botanische tuin in St Petersburg.
Tulipa heweri*
Bloeiperiode: april - mei
Bloemkleur: geel
Hoogte: 15 cm
Ze is inheems in Noord-Afghanistan waar ze werd ontdekt door prof. Tom Hewer en Grey Wilson. Ze heeft glimmende bloemen met een rode vlam op de buitenste bloemblaadjes. Ze heeft meestal 2 of 3 bloemen per steel. In het wild is het een variabel soort.
Tulipa humilis*
(betekent nederig)
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: mauve tot violet met geel hart
Hoogte: 12,5 – 15 cm
Ze komt oorspronkelijk uit Noordwest Iran (Elburz gebergte), Koerdistan, Turkije, Azerbeidzjan, Libanon, Syrië en Irak waar ze groeit op rotsachtige hellingen vaak vlak bij de sneeuwgrens. De bloemen zijn bekervormig en zich openen als een ster. Ze bloeit variabel van mauve tot violet met een grote gele basis.
Tulipa humilis var. humilis is lila roze tot roze met een geel hart, Tulipa humilis var. aucheriana (syn. T. aucheriana) bloeit ook in roze met een gele blos, Tulipa humilis var. kurdica (syn. T. kurdica) heeft steenrode bloemen, Tulipa humilis var. pulchella bloeit purper karmozijnrood met een blauwzwarte blos op een witte achtergrond en Tulipa humilis var. violacea heeft violet tot dieppurper karmozijnrode bloemen met een zwarte blos. Variëteit ‘Persian Pearl’ heeft donkerpaarse bloembladeren met geel hart, 'Alba Coerulea Oculata' heeft witte bloemen met een blauw hart, ‘Eastern Star’ heeft magenta roze met een bronsgroene vlam en helder geel hart en ‘Odalisque’ is roodpaars met geel hart.
Tulipa iliensis*
Bloeiperiode: april – mei
Bloemkleur: citroengeel met violet
Hoogte: 20 cm
Ze is ontdekt in 1879 en komt oorspronkelijk uit Tien Shan (Centraal-Azië) en China, het Dzungaria-Kashgar gebied. Ze is nauw verwant aan T. altaica. Ze bloeit in citroengeel met op de buitenste bloemblaadjes violette tinten. De helmknoppen zijn geel.
Tulipa ingens*
Bloeiperiode: april – mei
Bloemkleur: rood met geel
Hoogte: 25 - 40 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Centraal-Azië. Ze heeft lancetvormige grijsgroene bladeren en de grote bloem is rood met aan de buitenkant een gele streep. Ze is in 1901 ontdekt door Paul Graeber.
Tulipa julia
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: rood en geel
Hoogte: 6 - 10 cm
Oorspronkelijk komt ze uit de Kaukasus en Turkestan. Ze bloeit vooral in rood met een zwarte vlek aan de voet en donkerblauwe meeldraden. In het wild komen ook andere variabelen voor zoals gele.
Tulipa kaufmanniana*
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: rood met geel
Hoogte: 10 - 20 cm
Is vernoemd naar K. Kaufmann, gouverneur van Turkestan. De opstaande lancetvormige bladeren zijn blauwachtig groen. Ze bloeit roomwit met een gele voet en de buitenkant van de blaadjes is roodachtig. De soort varieert sterk en er zijn talrijke soorten. Bij het eerste straaltje zonlicht openen de bloemen zich en lijkt ze op een waterlelie. Variëteit ‘Ice Stick’ bloeit wit met een purperrode blos aan de buitenkant van de blaadjes.
Tulp kolpakowskiana*
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: geel
Hoogte: 15-20 cm
Oorspronkelijk komt deze tulp uit de heuvels van het Tien Shan gebergte, het Altai gebergte in Kazachstan en het noordwesten van China. Ze is vernoemd naar Gerasim Alexjewitsch Kolpakowski, gouverneur van Smeriretschenskaja in Turkestan. Ze heeft soms wel 3 gele bloemetjes met spits toelopende blaadjes met aan de buitenkant rozerode vlekjes op een groene waas. De helmknoppen zijn geel.
Tulipa korolkowii
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: rood, geel of tweekeurig
Hoogte: 20 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Turkestan en ze is vernoemd naar N. I. Korolkow, gouverneur van Fergana, Turkestan. Ze bloeit in rood, geel of tweekleurig met een donker hart.
Tulipa kuschkensis
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: rood
Hoogte: 20 – 35 cm
Ze is vernoemd naar Kusch Post, een plaats in Russisch Turkestan waar de plant werd gevonden. Ze heeft smalle lancetvormige blauwgroene bladeren en ze bloeit in rood met een geel omrand zwart hart.
Tulipa linifolia*
(syn. T. batalinii en T. maximowiczii)
Bloeiperiode: april – mei
Bloemkleur: rood of geel
Hoogte: 10-15 cm
In het wild komt deze tulp voor in Iran, Afghanistan en het Pamir Alai gebergte in Centraal-Azië, hoog in de bergen. Ze heeft spitse bloemblaadjes en bloeit in rood met een paarszwart hart en grijsgroene helmknoppen. De smalle, gegolfde, grijsgroene bladeren hebben rode randjes en vormen een rozet. Ze bloeit variabel met gele en rode bloemen.
Ze wordt vaak verkocht als Tulipa batalinii. Variëteit ‘Bronze Charm’ heeft zachtgele bloemen met een vleug brons-oranje. De ‘Honky Tonk’ bloeit in zacht geel met een roze blos op de buitenste blaadjes.
Tulipa montana*
(betekent van de bergen)
(syn. T. wilsoniana)
Bloeiperiode: mei
Bloemkleur: rood en geel
Hoogte: 12 cm
Oorspronkelijk komt ze voor in de Kopet-Dag, Turkmenistan en in het Elbrus en Zagros-gebergte in Iran. Ze bloeit in verschillende kleuren en vormen, de buitenste bloembaadjes hebben een paarse gloed. John Lindley heeft haar in 1827 geïntroduceerd.
Tulipa orphanidea*
(syn. T. hageri en T. whittallii)
Bloeiperiode: april – mei
Bloemkleur: oranjerood met donker hart
Hoogte: 15 - 30 cm
Ze bloeit meerbloemig in oranjerood met een donker hart en de buitenste blaadjes zijn geel. Ze komt vooral uit West-Turkije, Griekenland en Bulgarije. Ze is vernoemd naar Theororus Georgios Orphanides, een Griekse botanicus.
‘Flava’ bloeit in gele bloemen en rode topjes met op de buitenste bloemblaadjes een zweem van groen en oranje, ‘Splendens’ koperbrons met scharlaken gloed op de buitenkant van de blaadjes.
Tulipa praestans*
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: rood
Hoogte: 25 - 40 cm
Oorspronkelijk groeit ze op de rotsachtige bergflanken in het zuidelijke Pamir gebergte in Centraal-Azië tot een hoogte van 3000 m. Iedere bol kan wel 5 bloemen krijgen. Ze bloeit in rood. Variëteit ‘Fusilier’ bloeit rood. ‘Shogun’ oranje geel en ‘Zwanenburg’ rood.
Tulp saxatilis*
(syn. Tulipa bakeri)
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: lila-roze met geel hart
Hoogte: 15-20 cm
Begin 17e eeuw werd al gesproken over deze tulp. Ze was toen bekend onder de naam ‘The tulip of Candie’, dat is de oude naam voor Kreta. In 1870 is ze opnieuw geïntroduceerd door George Maw. Ze is meerbloemig en bloeit geurend in zacht lila-roze met een geel hart en paarse meeldraden. De groene bladeren vormen een rozet. Ze komt oorspronkelijk uit Griekenland en West-Turkije. De meest bekende variëteit is ‘Lilac Wonder’ die bloeit in lila met een geel hart.
Tulipa sprengeri*
Bloeiperiode: mei – juni
Bloemkleur: roodoranje
Hoogte: 30 – 40 cm
In 1894 werd ze voor het eerst gevonden in het Pontisch-gebergte in de buurt van Amasya in Turkije door K.L. Sprenger een Duitse kweker en botanicus. Ze bloeit als laatste van alle botanische tulpen in helder rood oranje met geelbruin en groen aan de buitenkant van de bloemblaadjes. Ze is moeilijk te telen omdat de bollen zichzelf diep de grond in trekken, maar is goed via zaad te vermeerderen.
Tulipa suaveolens*
(syn. T. schrenkii)
Bloeiperiode: april
Bloemkleur: geel/rood
Hoogte: 15 – 20 cm
Ze is in 1881 geïntroduceerd en oorspronkelijk uit het Midden en Westen van Rusland, in gebieden langs de rivieren de Don en de Wolga. De in cultuur genomen kloon is nauw verwant aan de bekende tulp: ‘Duc van Tol Red and Yellow’, die als kruising-ouder zelf ook voor vele nazaten zorgde. Ze heeft een vrij grote geurende bloemen met spits toelopende bloemblaadjes en bloeit in rood met een fraaie oranje gele rand.
Tulipa sylvestris*
(betekent van het bos, wild)
Populaire naam: Gele Bostulp
Bloeiperiode: april/mei
Bloemkleur: geel
Hoogte: 25 – 30 cm
Deze geurende tulp komt oorspronkelijk uit Iran, Noord-Afrika, Italië, Sicilië en Sardinië, maar groeit ook in Nederland in het wild. Kijk in de verspreidingsatlas waar. In het Middellandse Zeegebied is ze oorspronkelijk bekend als ‘gele narcis’. Ze is in 1753 voor het eerst beschreven door Carl Linnaeus. Ze bloeit in heldergeel met een groene gloed op de buitenste bloemblaadjes. De bloem sluit zich in de avond en bij slecht weer. De meeldraden zijn geel. Ze bloeit in het wild in tarwevelden en overleeft zelfs het ploegen omdat ze 50 cm diep zit. Ze vermeerdert zich door lange uitlopers waar nieuwe bolletjes aan groeien. Ze komt ook voor op landgoederen als stinzenplant. In tegenstelling tot de naam is het geen bosplant. De beste groeiplaats is een zonnige, voedselrijke, vochtige plek, vaak aan de waterkant.
Tulipa tetraphylla
Bloeiperiode: april/mei
Bloemkleur: geel
Hoogte: 15 – 20 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Tien Shan en China (Dzungaria). Ze bloeit in geel met purperen vlekjes op de buitenkant van de blaadjes. In 1875 is ze beschreven door Eduard Regel. De naam doet vermoeden dat ze slechts 4 blaadjes (tetra = 4) heeft maar dat kunnen er ook 7 zijn.
Tulp turkestanica*
(betekent uit Turkestan)
Bloeiperiode: maart - april
Bloemkleur: wit met oranjegeel hart
Hoogte: 20-25 cm
Deze tulp komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië en heeft meerdere wit/gele bloemen aan een steel. De buitenkant van de bloemblaadjes zijn grijsachtig en ook het blad is grijsgroen. Ze bloeit vroeg, eind maart en geurt heerlijk. Ze is zeer aantrekkelijk voor bijen.
Tulipa undulatifolia var. undulatifolia*
(syn. T. eichleri)
Bloeiperiode: maart – april
Bloemkleur: rood met zwart hart
Hoogte: 25-30 cm
Deze tulp is ontdekt door Wilhelm Eichler in de tweede helft van de 19e eeuw. Oorspronkelijk stamt ze uit Iran. Ze heeft een brede bloem met een bijna zwart hart omringd door een gele lijn. De meeldraden zijn purper/zwart, de helmknoppen purper/rood. Variëteit ‘Velvet Lily’ heeft helderrode bloemen met een zwart hart en gele vlekken.
Tulipa urumiensis*
(syn. T. tarda)
Bloeiperiode: februari – april
Bloemkleur: geel
Hoogte: 10 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Azerbeidzjan waar ze groeit langs het zoute Urmia meer. Daar is ze ook naar vernoemd. Ze bloeit in goudgeel met een bronskleurige markering op de buitenste bloemblaadjes en geeft tot 4 bloemen per bol. Ze is in 1932 officieel geregistreerd en houdt van een zonnige plek.
Tulipa vvedenskyi*
Bloeiperiode: april - mei
Bloemkleur: rood
Hoogte: 10 cm
Oorspronkelijk komt ze uit Oezbekistan en is vernoemd naar de Russische botanist Aleksej Ivanovic Vvedensky. Ze bloeit van scharlaken tot oranje en heeft zeegroene bladeren. Tulpen die nog niet bloeien smaken zoet en worden lokaal door de kinderen gesnoept.
Meer cultivars: T. albanica, T. alberti, T. aleppensis, T. anisophylla, T. armena, T. auliekolica, T. banuensis, T. boettgeri, T. borszczowii, T. botschantzevae, T. butkovii, T. carinata, T. cinnabarina, T. cypria, T. dubia, T. faribae, T. ferganica, T. foliosa, T. harazensis, T. heteropetala, T. heterophylla, T. hissarica, T. hoogiana, T. hungarica, T. intermedia, T. ivasczenkoae, T. jacquesii, T. kolbintsevii, T. kosovarica, T. koyuncui, T. Lanata, T. lehmanniana, T. lemmersii, T. orithyioides, T. ostrowskiana*, T. persica, T. platystemon, T. regelii, T. scardica, T. scharipovii, T. schmidtii, T. serbica, T. sinkiangensis, T. sosnowskyi, T. subquinquefolia, T. systola, T. talassica, T. tschimganica, T. turgaica, T. ulophylla, T. uniflora en T. uzbekistanica.