Bloembollen in de tuin

Voordat we de wereld van bloembollen induiken en ons volledig overgeven aan de diversiteit van het assortiment en de vele leuke ideeën, beschrijven we eerst een aantal basisbegrippen.

Tulpen gemengd in tuin

Bloembollen in de botanische wereld

Van alle groepen planten die in tuinen en parken gebruikt worden, zijn bloembollen het meest mysterieus en verrassend. Een groot gedeelte van het jaar zitten ze onder de grond, om dan plotseling, wanneer je er het minst op bedacht bent, kennis te geven van hun aanwezigheid. Niets is zo opwindend als de eerste puntjes van de sneeuwklokjes: het tuinseizoen gaat weer beginnen!
Op een moment dat er buiten verder nog weinig te beleven valt, kan je al helemaal vrolijk worden van de energie waarmee bloembollen uit de grond komen. Waarna ze vervolgens binnen de kortste keren transformeren tot een enorm scala aan kleuren en vormen. Het meest uitbundig komt dat tot uiting in de groep voorjaarsbloeiende bolgewassen. Zij zijn de prima donna’s in een verder nog vrij sobere voorjaarstuin. Maar de kracht van zomerbloeiende bolgewassen mag evenmin onderschat worden. Bepaalde soorten, zoals Dahlia en Begonia, geven maandenlang kleur; daar kan geen enkele vaste plant tegenop! En op het moment dat de tuin alweer op zijn retour is, komt daar nog een toegift in de vorm van najaarsbloeiende bolgewassen zoals de Colchicum: ook altijd weer een verrassing zo laat in het seizoen. Wie over ‘bloembollen’ praat heeft het dus meteen over een enorm uitgebreide groep waartoe overigens ook de knolgewassen en wortelstokken behoren.
Er valt voor iedere situatie wel iets te kiezen, of het nu gaat om de aankleding van wegbermen, gazons, klassieke bloemperken of onderbeplanting onder hoge bomen. En het allerbelangrijkste daarbij is dat er een minimale investering in tijd, geld en inspanning voor nodig is om tot een overweldigend resultaat te komen.
Kortom: bloembollen horen onderdeel uit te maken van elk beplantingsschema, hoe kleinschalig of grootschalig ook.

Lelie in tuin (4)

Voorjaars-, zomer- en herfstbloeiend

In de inleiding is het al even aangestipt: bloembollen worden onderverdeeld in diverse groepen: voorjaars-, zomer- en herfstbloeiend.
Het meest bekend en ook het meest gebruikt in particulier en openbaar groen zijn de voorjaarsbloeiende bolgewassen: van krokussen tot tulpen en alles daartussenin. Voorjaarsbloeiende bolgewassen zijn winterhard; sterker nog: zij hebben een periode van kou nodig om tot volledige ontwikkeling te kunnen komen. Dat heeft te maken met hun oorspronkelijke groeigebied: veel voorjaarsbloeiende bolgewassen zijn afkomstig van hooggelegen gebieden in Oost-Europa en Centraal-Azië. Zij worden geplant in de periode van eind september tot half december en bloeien in het daaropvolgende voorjaar. Alle voorjaarsbloeiende bolgewassen worden als ‘droge’ bollen geplant.
Zomerbloeiende bolgewassen zijn, een enkele uitzondering daargelaten, niet winterhard. Ook dat heeft weer te maken met hun oorspronkelijk groeigebied: veelal een subtropische of tropische regio. Zomerbloeiende bolgewassen worden vanaf eind april geplant en moeten uit de grond gehaald worden voordat de eerste vorst zich aandient. Daardoor zijn ze iets bewerkelijker dan de andere twee groepen maar de hoeveelheid kleurenpracht maakt veel goed. De meeste zomerbloeiende bolgewassen worden als ‘droge’ bollen geplant. Daarnaast is er de laatste jaren steeds vaker een tendens om bepaalde soorten zoals Dahlia, Begonia en Crocosmia al vroeg in het voorjaar als kant en klare potten planten voorhanden te hebben.
Najaarsbloeiende bolgewassen vormen de groep met de kleinste omvang. Veelzijdig inzetbaar zijn eigenlijk alleen de herfstbloeiende krokussen, Colchicums (herfsttijloos) en Cyclamen.
Zij worden geplant vanaf eind juli tot half september en bloeien dan meteen in het direct daaropvolgende najaar.
Voor ‘landscaping’ doeleinden wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van voorjaarsbloeiende bolgewassen; in veel mindere mate van najaarsbloeiende soorten en van zomerbloeiers. In de verder aan de orde komende situaties en voorbeelden ligt de nadruk dan ook op de eerstgenoemde groep.

GalanthusEenjarig, meerjarig en verwildering

Bloembollen kunnen op allerlei verschillende manieren toegepast worden, afhankelijk van het uiteindelijke doel:
– als eenjarigen: dit is meestal het geval wanneer bloembollen worden ingezet voor een massaal kleureffect. Denk daarbij aan bloemperken met een opeenvolgende bloei van krokussen en tulpen, aan zeeën van blauwe druifjes of aan lange linten met grootkronige narcissen. Vooral bloembollen met sprekende kleuren (rood,geel,blauw) zijn voor dit doel geschikt.
– als meerjarige beplanting: we noemen dit ‘meerjarenbloei’ en bedoelen ermee dat eenmalig geplante voorjaarsbollen na de bloei in de grond blijven zitten, rustig de tijd krijgen om af te sterven en zich ondergronds voor te bereiden op een volgend groeiseizoen. Voorjaarsbollen die op deze manier toegepast worden, volgen dus eigenlijk dezelfde cyclus als vaste planten. Veelal maken voorjaarsbollen die op deze manier verwerkt worden onderdeel uit van een bestaande meerjarige beplanting zoals een vasteplanten-, heester- of rozenborder. Voorjaarsbollen die geschikt zijn voor meerjarenbloei zijn onder andere bepaalde narcissen-, tulpen- en hyacintencultivars en een groep bijzondere bolgewassen. In deze situatie is het essentieel om zowel de kleuren van de bloembollen onderling, als die van bollen en vaste beplanting op elkaar af te stemmen.
– Bollen die geschikt zijn voor verwildering hebben nog net iets meer te bieden dan de bollen die onder de noemer ‘meerjarenbloei’ vallen. Verwilderingsbollen blijven na de bloei ook in de grond en komen ook ieder jaar terug, maar als bijkomend voordeel breiden ze zich uit, mits geplant onder ideale omstandigheden (licht en lucht). Verwilderingsbollen kunnen zelfstandig fungeren, zoals sneeuwklokjes en krokussen in gazons en grasbermen, maar ze kunnen ook onderdeel uitmaken van een bestaande beplanting, bijvoorbeeld in plantvakken met bodembedekkers onder bomen en heesters. Schetterende kleuren zijn in zo’n meer natuurlijke sfeer uit den boze; hier passen gedempte tinten zoals zachtgeel, blauw en wit. Narcissen, Scilla’s en Leucojums zijn voorbeelden van verwilderingsbollen die hier op hun plaats zijn.