Crocosmia

Crocosmia aurea Picture Andrew Massyn

Crocosmia is familie van de Iridaceae  

Populaire naam: Oranjebloem  

Bloemkleur: oranje, rood of goudgeel  Bloeiperiode: juni– oktober

Plantdiepte: 8 - 10 cm - Plantafstand: 10 - 15 cm - Planthoogte: 50 - 100 cm

Toepassingen: borders, bedden, potterie, bloemsierkunst 

NAAM EN HERKOMST CROCOSMIA

Ze komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika en was vroeger bekend onder de oude naam Montbretia. Tegenwoordig zijn de verschillende cultivars van Montbretia synoniemen voor Crocosmia, Lapeirousia, Ixia en Tritonia. Er zijn 9 soorten en honderden cultivars bekend. De naam Crocosmia komt van Grieks krokos: saffraan en osme: geur, dit is een verwijzing naar de sterke geur van saffraan als de gedroogde bloemen in warm water worden gedaan. De hybriden zijn redelijk winterbestendig zodat de knol in de grond kan blijven, wel afdekken met een laag bladeren of mulch.

KLEUREN EN VORMEN CROCOSMIA

Ze bloeit lange tijd in oranje, rood en goudgeel trechter/klokvormige bloemen aan lange gebogen aren en heeft krachtige hoge stelen. De bladeren zijn zwaard- tot lijnvormig. Enkele soorten vormen aantrekkelijke zaaddozen en bessen, die de sierwaarde verhogen. Uit de bloemen kan een geel sap worden gewonnen, dat als vervanging van saffraan wordt gebruikt.

CROCOSMIA KOPEN

Koop in het voorjaar stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmeld zijn of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.

CROCOSMIA PLANTEN

Plant de bollen in maart/april op een lichte plek in de ochtendzon tot halfschaduw in humusrijke, goed doorlatende grond. Verrijk de grond met compost, zodat deze los en doorlatend wordt. Ze is winterhard, maar op vochtige gronden is het beter de knollen in het najaar te rooien en tijdens de winter op een koele en droge plaats te bewaren. Op droge grond kunnen ze in de winter in de grond blijven, wel afdekken tegen zware vorst. In het najaar gerooide knollen, die in de winter zijn bewaard, worden na de laatste nachtvorst weer uitgeplant. De meer compacte Crocosmia kan ook prima in een pot geplant worden. Meer planttips.

VERZORGING CROCOSMIA

Knip uitgebloeide bloemen met de steel weg om de bloemproductie te stimuleren. Zodra de bloemen zijn uitgebloeid eind september, deze wegknippen. Het verdorde loof pas in maart wegknippen zodat het in de winter bescherming geeft aan de kroon van de plant. Geef regelmatig water, want de grond rond de knolletjes mag niet uitdrogen. Dek bij strenge vorst de plant afdekken met een flinke laag bladeren of mulch. Meer verzorgingstips.

Crocosmia crocosmiiflora knollen Picture David Pilling

VERMEERDERING CROCOSMIA

Ze vermenigvuldigt zich uit knollen die zichzelf op elkaar vervangen en rijen knollen maken, als een ketting met grote kralen. In de vrije natuur reizen ze rond op zoek naar nieuwe grond. In de beslotenheid van de tuin kunnen de kluiten te groot worden. Deel de plant in het voorjaar. Herplant de jonge knollen tussen de 5 – 10 cm diep of dieper als u tuiniert in een koudere zone. Geef water om te wortelen. Meer vermeerderingstips.

CROCOSMIA OP DE CATWALK EN HET TUINPALET

De warme kleuren van de Crocosmia combineren mooi met blauwkleurige planten zoals de Agapanthus, Aconitum, Salvia nemorosa, Aster amellus, Aster novi-belgii, Erigeron, Echinops ritro, Campunula lactiflora, geranium, maar ook met andere zomerbloeiende bolgewassen zoals de dahlia, lelie en Canna (Bloemriet) en vaste planten zoals Helenium (Zonnekruid), Verbena (Ijzerhard), Kniphofia (Vuurpijl), siergrassen, Sisyrinchoim, Rudbeckia, Gaura lindheimerii, Gypsophila paniculata en Hydrangea arborenscens.

BLOEMSIERKUNST CROCOSMIA

De felgekleurde bloemen van de Crocosmia staan prachtig in een boeket, maar ook zaaddragende stelen zijn een mooie opvulling voor een boeket. Met deze tips geniet je langer van je bloemen:

  • Gebruik altijd schone vazen. Doe hierin koud leidingwater, dat wordt vermengd met de juiste dosering snijbloemenvoeding voor een langere houdbaarheid.
  • Vuil water met daarin veel bacteriën is slecht voor alle bloemen. Het is dan ook aan te raden de bloemen om de drie of vier dagen schoon water te geven met snijbloemenvoeding. Een klein beetje bleekwater in het water helpt bacteriegroei te beheersen en het water helder te houden.
  • Twee eetlepels suiker, 1 theelepel baking soda, appelazijn of een cent in de vaas houden de bloemen langer vers.
  • Snij ca. 2 cm van de steel schuin af, vlak voordat je de bloemen in de vaas plaatst. Doe dit met een scherp mes. Verwijder altijd overtollig blad.
  • Zet ze op een koele plek. In een warme kamer of in de zon bloeien ze sneller uit.
  • Zet ze niet in de buurt van de fruitschaal. Fruit geeft van nature ethyleengas af waardoor de bloemen sneller verouderen.

CULTIVARS CROCOSMIA

De cultivars met een * zijn te koop in Nederland.

Crocosmia aurea Picture Cameron McMaster

Crocosmia aurea*: groeit in de bosranden van de Oostkaap van Zuid-Afrika tot Oeganda en de Centraal-Afrikaanse Republiek en werd al in 1847 in Engeland aangetroffen. Ze heeft zwaardvormige bladeren, een top van maximaal 10 bloemen in oranje/geel en wordt 40-70 cm hoog. Het is een zwak soort dat alleen in een warme zomer bloeit. Ze wordt bestoven door grote vlinders. Er zijn 2 ondersoorten: Crocosmia aurea ssp. aurea heeft een vertakte stengel met grotere bloemen, terwijl de Crocosmia aurea ssp. pauciflora meestal onvertakt is en kleinere bloemen heeft. 

Crocosmia x crocosmiiflora 'George Davidson'

Crocosmia crocosmiiflora*: is een kruising tussen Crocosmia aurea and Crocosmia pottsii die in 1879 door de Fransman Victor Lemoine is ontwikkeld. Ze heeft oranje karmozijnrode, soms bruinrood gevlekte, wijd openstaande trechtervormige bloemen, wordt 70 cm hoog en heeft zwaardvormige bladeren. Enkele cultivars: ‘Golden Fleece’ (goudgeel), ‘Emily Mackenzie’ (rijkbloeiend geel/oranje) en ‘Star of the East’ (zuiver oranje). Als dit soort het naar zijn zin heeft, vermeerdert het makkelijk.  

Crocosmia masoniorum Picture Dick Culbert CC BY 2.0

Crocosmia fucata: wordt 130 tot 200 cm en heeft oranje dieprode bloemen die bestoven worden door honingzuigers (vogelsoort uit Zuid-Afrika). Dit soort komt alleen voor in Namaqualand in Zuid-Afrika.

Crocosmia masoniorum*: vernoemd naar de Amerikaanse botanist Herbert Louis Mason. Rond 1896 werd ze gevonden in de Oost-Kaap op 1500 m hoogte. De aren zijn eenzijdig geplaatst, bloeit in verschillende tinten oranjerood en wordt tot 125 cm hoog. Enkele cultivars: ‘Firebird’ (rood) en ‘Tsanga Gold’ (geeloranje). 

Crocosmia paniculata Picture Cameron McMaster

Crocosmia mathewsiana: ze komt alleen voor in de Mpumalanga, een provincie in Zuid-Afrika waar ze in de lichte schaduw groeit langs de bosranden. Ze wordt 150 tot 250 cm hoog, heeft 4 tot 7 takken en bloeit in helder oranje.

Crocosmia paniculata: is in 1971 in het oosten van Zuid-Afrika ontdekt waar ze groeit langs beken en in moerassen. Ze bloeit in diep oranje tot oranjebruin en wordt wel 150 cm hoog. Enkele cultivars: ‘Bressingham Blaze’ (oranje) en ‘Jackanapes’ (geel).

Crocosmia pearsei Picture Cameron McMaster

Crocosmia pearsei: ze groeit in het wild in de Drakensberg Bergen in Zuid-Afrika, meestal op de koelere hellingen op grote hoogten. De bloemen zijn trompetvormig en diep oranje.

Crocosmia pottsii: is vernoemd naar de Amerikaanse botanist Thomas Potts, ze wordt 70-120 cm hoog en bloeit met tot 30 bloemen in twee rijen in oranjescharlaken rood. Ze heeft zwaardvormige bladeren. In Oost-Zuid-Afrika groeit ze langs de oevers van rivieren en kleine stroompjes.   

Crocosmia 'Carmine Brilliant'

Hybriden*: 

Crocosmia masoniorum × Crocosmia paniculata: een bekende cultivar is ‘Lucifer’ die bloeit in tomaatrood.  

Meer cultivars: C. ambongensis.