Commelina is familie van de Commelinaceae
Populaire naam: Dagbloem, Spinkruid
Bloemkleur: blauw, wit - Bloeiperiode: juni – september
Plantdiepte: 5 - 8 cm - plantafstand: 15 - 25 cm - planthoogte: 30 - 75 cm
Toepassingen: op een warme border en in een rotsachtige tuin, potterie
NAAM EN HERKOMST COMMELINA
De Commelina heeft zijn oorsprong als onkruid in tropische en subtropische gebieden. De kruipende groeiwijze doet aan een web denken; vandaar de naam Spinkruid. Er zijn bijna 200 soorten, waaronder ook hele kleine. Ze vormt zelden knolvormige of wortelstokachtige wortels, alleen de coelestis en tuberosa hebben knolvormige wortels. De Commelina is door Linneaus vernoemd naar de gebroeders Commelin: Casper en Jan waren vooraanstaande Nederlandse botanisten in het begin van de 18de eeuw. De derde broer stierf voordat hij iets voltooid had in de botanie. De bloem geeft het broederschap weer: Casper en Jan zijn de grote bloembladen en de overleden broer wordt vertegenwoordigd door het kleine bijna onzichtbare naar beneden wijzende bloemblaadje.
De populaire naam Dagbloem heeft de plant te danken aan het feit dat ze maar één dag bloeit. Enige uren na het ontluiken verslijmt de bloem al. De plant manifesteert zich desondanks goed. Ze produceert weken achtereen bloemen en doet het fraai in grote pollen. Ook de buitenlandse populaire namen zijn gerelateerd aan de korte bloei: Tagblume, Asiatic day-flower.
KLEUREN EN VORMEN COMMELINA
De knollen lijken een mini-uitvoering van de dahliaknol en de wortels zijn net zo vlezig. De bloemen zijn doorgaans blauw en hebben een geel hart met 3 meeldraden. Ze bestaan uit twee opstaande en één rudimentair neergaand bloemblad. De tegenoverstaande bladen aan de harige stengels zijn lancetvormig. De plant kan in subtropische regio’s ook kruidachtig blad hebben, zelfs met rode punten, zoals de Commelina Virginica (een kasplant in onze regionen) die meer bloemtrossen heeft en als één van de weinige soortgenoten van natte voeten houdt.
SYMBOLIEK COMMELINA
Symbool voor achting, vergankelijke liefde.
KOPEN COMMELINA
Koop in april stevige, gezonde, grote knollen. Koop nooit knollen die zacht aanvoelen, beschimmeld zijn of rotte plekken hebben, met vlekken of groene uitlopers of verschrompeld zijn. Koop ook geen beschadigde knollen want deze zijn gevoelig voor schimmels. Grote knollen geven stevige lange stengels met grotere en/of meer bloemen. Meer kooptips.
PLANTEN COMMELINA
Plant ze vanaf half april in losse, goed gedraineerde, voedselrijke grond in de volle zon tot halfschaduw. Plaats de kant waar de oude steel zat omhoog. Plant ze zo snel mogelijk na ontvangst en geef direct water. Als ze in de pot geplant worden, zorg dan voor goede afwatering van de pot. De consument krijgt het advies de knollen te behandelen als dahliaknollen. Meer planttips.
VERZORGING COMMELINA
Hou in de vroege zomer de grond vrij droog tot ze gaat groeien. Geef dan regelmatig water. In de volle grond is mest niet nodig. Ze is vorstgevoelig, dus dek haar in de winter af met afgevallen blad of stro of graaf de knollen op en bewaar ze op een koele, vorstvrije plek. Zet potten vorstvrij weg. Het ondergrondse gedeelte is een piepklein “dahlia”-knolletje, dat zich in het voorjaar laat delen. Meer verzorgingstips.
VERMEERDERING COMMELINA
Ze kan jarenlang op dezelfde plek blijven staan, mits de grond droog blijft. De knollen kunnen in het voorjaar gedeeld worden. Meer vermeerderingstips.
COMMELINA OP DE CATWALK IN HET TUINPALET
Ze combineert mooi met andere zomerbloeiende bolgewassen zoals Dahlia en Mirabilis jalapa, maar ook met Amsonia, Ridderspoor, Salvia, en Pulmonarie.
CULTIVARS COMMELINA
Soorten met een* zijn te koop in Nederland.
Commelina coelestis: (betekent hemels) komt oorspronkelijk uit Mexico tot Midden-Amerika en groeit in vochtige velden of open bossen op middel- tot grote hoogten. Ze wordt ook wel kleinbloemige eendagsbloem genoemd. Ze heeft kleine trossen hemelsblauwe bloemen met drie afgeronde bloembladen en gele meeldraden. Ze wordt tot 60 cm hoog. Ze is winterhard, maar moet in de winter wel afgedekt worden. Bescherm haar in de tuin tegen slakken. De knollen zijn eetbaar, maar flauw.
Commelina tuberosa*: is afkomstig uit Mexico, waar ze groeit in vochtige velden en open bossen. Ze heeft felblauwe behaarde bloemen waarvan er één per dag uitkomt. In de winter verliest ze haar blad. Het ondergrondse deel is een piepklein dahliaknolletje, dat zich in het voorjaar laat delen. Ze wordt 50 – 75 cm hoog. Variëteit ‘Alba’ bloeit in wit.